36
Herdenking veertigjarig bestaan
en Koninklijke Galavoorstelling
Op 11 Februari 1918 werd te Amsterdam op
gericht de „Bond van Exploitanten van Neder-
landscbe Bioscope Theaters", die op 18 Juli
1921, toen ook de filmverhuurkantoren toe
traden, werd omgedoopt in Nederlandsche
Bioscoop-Bond. Het Hoofdbestuur meende,
dat er alle reden voor bestond het veertigjarig
jubileum van de Bond, die in de loop der jaren
is uitgegroeid tot de centrale werkgeversorga
nisatie van alle takken van het Nederlandse
filmbedrijf bioscoopexploitatie, filmimport
en -verhuur, filmproductie en filmfabricage
en in dit opzicht in de wereld een unieke
plaats inneemt, op passende wijze te vieren.
Het kwam het Hoofdbestuur wegens verschil
lende oorzaken raadzaam voor de jubileum-
feestelijkheden niet op 11 Februari zelf te doen
plaats vinden, maar op een later en geschikter
tijdstip in het jaar. Nochtans wilde het Hoofd
bestuur het feit als zodanig niet geheel onge-
merkt laten voorbijgaan. In de buitengewone
ledenvergadering van 10 Februari, de Oude
jaarsdag van het veertigste Bondsjaar, sprak
de Bondsvoorzitter een kort herdenkingswoord
uit. Na afloop der vergadering bleven de leden
op uitnodiging van het Hoofdbestuur nog enige
tijd op genoeglijke wijze bijeen.
De herdenking werd op grondige wijze door
het Hoofdbestuur voorbereid teneinde een
waardig, doch daarom niet minder feestelijk
verloop tot stand te brengen. Reeds bij circu
laire van 1 September kon het Hoofdbestuur
de leden mededeling doen van het volledige,
zeer gevarieerde programma van het jubileum,
welks viering plaats had op 1 en 2 October.
De festiviteiten namen een aanvang op Woens
dag 1 October met een buitengewone leden
vergadering, die werd gehouden in de grote
zaal van Hotel Krasnapolsky te Amsterdam.
Deze drukbezochte vergadering, welke geheel
was gewijd aan de herdenking van het veertig
jarig bestaan, heeft door haar imposant karak
ter bij allen die haar hebben bijgewoond, een
diepe indruk achtergelaten. Deze herdenkings
vergadering verkreeg bijzondere distinctie
door de aanwezigheid van de Staatssecretaris
van het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen, Zijne Excellentie Mr. R. G.
A. Höppener, die was vergezeld van de Chef
van de Afdeling Kunsten van zijn ministerie,
Dr. J. Hulsker.
Na de openingsrede van de Bondsvoorzitter,
de heer Joh. Miedema, die de vele facetten van
het Bondswerk in een historisch overzicht be
lichtte, bracht de Staatssecretaris hulde voor
de belangrijke taak welke de Bond in ons land
verricht ten behoeve van de filmcultuur in
ruime zin en het geestelijke welzijn van het
Nederlandse volk dank zij de organisatorische
arbeid. Aan het slot van zijn rede deed Mr.
Höppener mededeling van de benoeming tot
Ridder in de Orde van Oranje-Nassau van de
Bondsvoorzitter, met welke Koninklijke on
derscheiding de erkentelijkheid tot uitdruk
king werd gebracht voor hetgeen de heer
Miedema en de Bond voor het Nederlandse
filmwezen hebben gedaan.
De Directeur van de Nederlandsche Bioscoop-
Bond, de heer J. G. J. Bosman, gaf hierna een
uitvoerige beschouwing over de karakteristiek
van de Bond, waarbij hij inzonderheid wees
op de grote problemen waarvoor het film- en
bioscoopbedrijf zich, evenals veertig jaar ge
leden, gesteld ziet en die, zij het ook onder
geheel andere omstandigheden, wederom de
gezamenlijke, krachtige inspanning van alle
bedrijfsgenoten opeisen. Na de rede van de
Bondsdirecteur werden het Hoofdbestuur
door de heren C. van Willigen, H. S. Boekman
en C. S. Roem in hun respectieve functies van
Voorzitter van de Afdelingsraad, Voorzitter
der Bedrijfsafdeling Filmverhuurders en
Voorzitter van de Bedrijfsafdeling Film
fabrikanten en Filmproducenten namens de
afdelingen gelukwensen aangeboden, verge
zeld gaande van passende geschenken. De heer
H. W. Hagenberg, aan wie blijkens de ter ver
gadering gedane mededeling de persoonlijke
titel van Adjunct-Directeur door het Hoofd
bestuur was verleend, feliciteerde het Hoofd
bestuur uit naam van de medewerkers van
het Bondsbureau, eveneens onder aanbie
ding van een geschenk. De Bondsdirecteur
overhandigde ten slotte een persoonlijk ge
schenk in de vorm van de op fraaie wijze in
gebonden, met de hand geschreven, notulen
van de roemruchte oprichtingsvergadering van
de Bond dd. 11 Februari 1918. Een van de
hoogtepunten van deze buitengewone leden
vergadering werd wel gevormd door de benoe
ming tot ere-leden van de heren Ch. van Biene
te Arnhem, G. J. Milius te Hoogezand en
B. D. Ochse te Heemstede, die zich in tal van
functies uitermate verdienstelijk hebben ge
maakt voor de Bond en zijn leden. In dit be
stek mag zeker niet onvermeld blijven de
schenking van 40.000,aan de Stichting Bio-