38 nemen de galavoorstelling te doen plaats hebben bij gelegenheid van de jubileumvie ring. Van deze geste, alsmede van de bereid heid van de Prins de voorstelling bij te wonen, zij hier met erkentelijkheid gewaagd. Het kwam het Hoofdbestuur bijzonder passend voor de jubileumviering met de galavoorstel ling af te sluiten, weshalve werd besloten haar te geven op Donderdagavond 2 October in het City Theater te Amsterdam. Een waarlijk excellent publiek was bij deze galavoorstelling aanwezig. Bijzondere luister is aan de avond bijgezet door de komst van Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Bernhard der Nederlanden. Onder de aanwezigen bevon den zich voorts de Minister van Binnenlandse Zaken, Bezitsvorming en Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie, Mr. A. A. M. Struycken, de Staatssecretaris van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, Mr. R. G. A. Höppener, de Commissaris der Koningin in de provincie Noord-Holland, Dr. M. J. Prinsen, de Burge meester van Amsterdam, Mr. G. van Hall, en de Wethouders Van 't Huil, Steinmetz en Van Wijck, Prof. Mr. G. J. Wiarda, de heer J. J. G. Boot, Burgemeester van Hilversum, en Drs. J. Henrick Mulder, respectievelijk Voorzitter, lid van het Dagelijks Bestuur en Algemeen Secretaris van het Prins Bernhard Fonds, Mr. J. M. Kan, Secretaris-Generaal van het Mi nisterie van Binnenlandse Zaken, Dr. G. J. Lammers en de heer G. van der Wiel, Directeur en Adjunct-Directeur van de Rijksvoorlich tingsdienst, Mr. D. Bijdendijk, Mr. B. I. A. A. ter Veer en Mr. J. A. Fijn van Draat, respec tievelijk Voorzitter, Vice-Voorzitter van de Huishoudelijke Commissie en Secretaris van de Centrale Commissie voor de Filmkeuring, alsook Dr. J. Hulsker, Chef van de Afdeling Kunsten van het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. Verder hebben vele persoonlijkheden uit het maatschappe lijke en culturele leven van ons land, en met name uit Amsterdam, de galavoorstelling bij gewoond. Ook het Nederlandse filmwezen was in groten getale vertegenwoordigd. Het programma vóór de pauze bestond uit de film „Metrographic" van Marten Toonder, „Story with a beard" van Joop Geesink en „Prijs de zee" van Herman van der Horst, als mede uit het Nederlandse filmjournaal „Spie gel van Nederland". Na de pauze werd de film „Indiscreet" vertoond, waarvan de producent regisseur Stanley Donen persoonlijk aanwezig was. De opbrengst van de avond, zijnde 18.325, kon nog tijdens de pauze aan de Prins worden overhandigd, die zich met dit, inderdaad bui tengewoon goede, resultaat voor het Prins Bernhard Fonds zeer ingenomen toonde. Zonder twijfel heeft deze bijzonder geslaagde galavoorstelling een waardig sluitstuk ge vormd van de herdenking van het veertigjarig bestaan van de Nederlandsche Bioscoop-Bond. Uit de grote publieke belangstelling in den lande voor deze Bondsaangelegenheid, mede blijkende uit de vele aandacht welke de pers hieraan heeft besteed, kan worden afgeleid, dat de organisatie in de loop van deze veertig jaren in hoge mate begrip en erkenning heeft verworven voor haar streven naar verheffing van het film- en bioscoopbedrijf, zulks zo als Mr. Höppener het in zijn rede op de buitengewone ledenvergadering uitdrukte „niet alleen tot bloei van de Bond en ten voor dele van de aangesloten leden, maar vooral ook tot heil van het Nederlandse volk". Stimulering van filmbelangstelling en bioscoopbezoek Zoals in het jaarverslag over 1957 is vermeld, heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek een uitgebreid opinie-onderzoek ingesteld naar de wijze van vrijetijdsbesteding van het Neder landse volk, waarbij ook grote aandacht is be steed aan het bioscoopbezoek. Het rapport, dat het C.B.S. aan de hand van de resultaten van deze enquête ten aanzien van het bioscoop bezoek samenstelde, toonde aan dat er in Nederland, in aanmerking genomen de situatie in andere landen, nog belangrijke mogelijk heden waren ter verhoging van de filmbelang stelling in het algemeen en tot opvoering van de frequentie van het bioscoopbezoek in het bijzonder. Hoewel er te dien einde uiteraard ook door de leden individueel activiteit wordt ontplooid, achtte het Hoofdbestuur het ten zeerste ge wenst deze aangelegenheid ook van organi- satiewege grondig te bestuderen, te meer daar de nieuwe verhoudingen op ontspannings gebied tot nog krachtiger en doeltreffender maatregelen noopten om het braak liggende terrein tot ontginning te brengen. Deswege stelde het Hoofdbestuur een commissie in, die de zeer ruime opdracht kreeg alle mogelijk heden ter stimulering van de filmbelangstel ling en het bioscoopbezoek te bestuderen om daarna van haar bevindingen omtrent het

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1958 | | pagina 39