44 symbool van de film en de bioscoop. Het feit, dat liet tlians reeds door vele werknemers, om streeks 1000, wordt gedragen, bewijst, dat de werknemers in onze bedrijfstak bet als een eer bescbouwen met bet ereteken te worden onder scheiden. Het bezit biervan wordt ook blijkens de reacties door hen zeer op prijs gesteld. In 1959 werden 120 zilveren steekspelden (voor heren) en brochettes (voor dames) toegekend aan werknemers, die ten minste tien jaren maar minder dan 25 jaren bij eenzelfde onder neming, werkzaam in bet kader van het Bonds lidmaatschap, in dienst waren. Aan 22 werk nemers werden gouden steekspelden en bro chettes uitgereikt wegens het vervullen van een diensttijd van ten minste 25 jaren en min der dan 40 jaar. Het ereteken in goud met diamant ontvingen 2 werknemers, die in het verslagjaar hun veertigjarig jubileum bij een werkgever vierden. Het totaal sedert de instelling van het ereteken uitgereikte onderscheidingen is hierdoor ge stegen tot 999, waarvan 13 eretekens in goud met diamant, 208 gouden eretekens en 778 ere tekens in zilver. Volledigheidshalve zij hierbij nog aangetekend, dat het ereteken alleen wordt uitgereikt aan personen die teo tijde van de instelling ervan nog in dienst waren. Commissie voor Niet-Gommerciële Reclame De Commissie bestond evenals het vorig jaar uit de volgende leden: J. van der Horst, Amsterdam, Voorzitter; P. J. Burbach, B. W. G. van Royen en J. Smit, allen te Amsterdam, leden; H. W. Hagenberg, Amsterdam, Secretaris; toegevoegd lid voor de beoordeling van sponsored films: L. W. R. Meyer, Amsterdam. Zij kreeg te behandelen 15 aanvragen (tegen het vorig jaar 23) om reductie op de verto- ningsprijs, respectievelijk kosteloze vertoning, van bioscoopreclame, waarvan er slechts één betrekking had op een reclamefilm. Het is frappant, dat de Commissie, die het vorig jaar in verreweg de meeste gevallen een gun stig advies kon geven, dit jaar het grootste deel van de ingediende aanvragen, namelijk negen platen, moest afwijzen. Slechts in vier gevallen achtte zij zich gerechtigd gratis ver toning van een projectieplaat te adviseren en eenmaal adviseerde zij tot liet verlenen van reductie op de vertoningsprijs van een dia- positief. Voorts behandelde zij een aanvraag om een industriefilm, getiteld „Lof der tabak", vervaardigd met het oog op liet 100-jarig be staan van een grote tabaksverwerkende in dustrie, te beoordelen, zulks in verband met de vertoning van deze film tegen gereduceerd tarief. Zij kwam tot de conclusie dat de film, voorzover de vertoning tot de Gemeente Eindhoven beperkt zou blijven, kon worden beschouwd als een film met een ondergeschikt reclame-element, waarvoor een vertonings tarief geldt, gelijk aan dat van een gewone reclamefilm van 60 meter lengte. Uitvoering Reglement op het Naamregister Het aantal filmtitels dat werd ingeschreven steeg van 601 in 1957 tot 678 in het verslagjaar. Maar ook liet getal filmnamen dat na depo nering werd veranderd ging omhoog. Er wer den namelijk 144 van de 678 titels gewijzigd. Tegen de inschrijving van 15 filmnamen in het register werd bezwaar ingediend. De daar door ontstane kwesties konden in bijna alle gevallen door bemiddeling van het Bonds bureau worden opgelost. Slechts in twee gevallen (het betrof hier een bezwaar van een lid-filmverhuurder teeen twee nieuwe titels van een ander lid) kwam het tot een behandeling in het Hoofdbestuur, hetwelk voor het deponerend lid aanleiding werd de ingediende filmnamen in te trekken. Voorts zag het Hoofdbestuur zich tegen hei eind van het jaar genoodzaakt de leden-film- verhuurders onder verwijzing naar het bepaal de in artikel 6 van het reglement te manen tot tijdige inschrijving van de te kiezen Neder landse filmnamen, zulks ten einde de onaan gename gevolgen te vermijden, die zouden kunnen worden veroorzaakt door het voor tijdig gebruik van filmnamen, welke de be langen van andere filmverhuurders met rech ten op geheel of bijna gelijkluidende filmtitels kunnen schaden. Een verzoek tot weifferinj» van de inschrijving zou onder die omstandig heden uiteraard al achter de feiten aanlopen, terwijl de in overtreding zijnde verhuurder verplicht zou kunnen worden tot bet aan brengen van kostbare wijzigingen in reclame of copieën, afgezien nog van mogelijke schade acties. Toepassing artikel 15 der Statuten Het Hoofdbestuur heeft in het verslagjaar enige malen op grond van artikel 15 der Statu ten moeten optreden tegen leden die reglemen-

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1958 | | pagina 45