46 Bedrijfsregister. Het College had echter toen nog besloten af te zien van toepassing van ar tikel 15 der Statuten gezien de toezegging der betrokken leden de verhuur van het journaal in kwestie voortaan overeenkomstig de ziens wijze van het Hoofdbestuur te doen geschie den. In het verslagjaar bleek echter, dat de directie en een vooraanstaand vertegenwoor diger van het ene filmverhuurkantoor, hetwelk wel voor de verhuur van buitenlandse jour naals in het Bedrijfsregister was ingeschreven, maar niet voor de verhuur van Nederlandse journaalfilms, zich geheel in overleg met het andere filmverhuurkantoor met het ver huren van het onderhavige Nederlandse jour naal waren blijven inlaten, hoewel laatstbe doeld verhuurkantoor deze taak blijkens zijn inschrijving had kunnen en moeten vervullen. Het Hoofdbestuur was van oordeel, dat een dergelijke handelwijze de scherpe scheiding in het Bedrijfsregister tussen de bedrijfstakken in zake de verhuur van Nederlandse en buiten landse journaalfilms, doelbewust door de Ledenraad bij de jongste wijziging van het Algemeen Bedrijfsreglement op 19 November 1957 gehandhaafd, volkomen deed vervagen. Voorts stelde het Hoofdbestuur zich op het standpunt, dat de onderwerpelijke reglemen taire voorziening noodzakelijkerwijs mee brengt, dat ook bij de exploitatie van deze bedrijfstakken een scherpe scheiding wordt doorgevoerd, aangezien de naleving van de reglementaire bepalingen op dit punt zich anders te enen male aan het toezicht van het College onttrekt. Mede gezien de verwarring bij de bedrijfsgenoten als gevolg van de ge signaleerde verhuurmethode, waaruit met liet oog op de respectieve inschrijvingen gemakke lijk ongewenste verhuurpolitieke consequen ties zouden kunnen voortvloeien, besloot het Hoofdbestuur beide filmverhuurders de straf van waarschuwing op te leggen. Het film verhuurkantoor, dat een inschrijving in het Bedrijfsregister bezat voor de bedrijfstak „het verhuren van Nederlandse journaalfilms", ging van deze beslissing in beroep bij de Ledenraad, welk College dit beroep in het ver slagjaar niet meer heeft kunnen Behandelen. Contact met de Afdelingen en de leden Het Hoofdbestuur heeft in 1958 weer regel- matig contact gehad met de Afdelingen over tal van kwesties. Uiteraard werd regelmatig het advies ingewonnen der Afdelingen omtrent de samenstelling van Bondscolleges, het toe laten van nieuwe leden en andere aangelegen- heden van reglementaire aard. Over verschillende zaken werd mondeling of schriftelijk overleg gepleegd met de Afdelings- raad, de Bedrijfsafdeling Filmverhuurders en de Bedrijfsafdeling Filmfabrikanten en Film- productenten. Op vele Afdelingsvergaderingen was het Hoofdbestuur vertegenwoordigd, ter wijl ook de Bondsdirecteur meerdere vergade ringen bijwoonde voor het geven van inlich tingen en het verstrekken van adviezen. Het Hoofdbestuur heeft met de leden weer omtrent allerlei kwesties besprekingen ge voerd of uitvoerig met hen gecorrespondeerd. In enkele gevallen heeft het College bemidde ling verleend bij onderlinge strijdvragen tus sen de leden. Nationale Herdenkingsavond In tegenstelling tot voorgaande jaren heeft het Hoofdbestuur in het verslagjaar geen advie zen verstrekt aan de leden ter zake van de te volgen gedragslijn met betrekking tot de ex ploitatie van de theaters op de Nationale Her denkingsavond, die in 1958 in plaats van op 4 Mei was vastgesteld op Zaterdag 3 Mei. Het Hoofdbestuur besloot zich van een advies te onthouden, mede doordat er geen gelegenheid was omtrent deze aangelegenheid tijdig met de bevoegde autoriteiten overleg te plegen. Naar geconstateerd is, hebben de leden-exploi- tanten alom bij de exploitatie van hun zaken gedurende de herdenkingsplechtigheden pas sende maatregelen getroffen. Oudejaarsavond Het Hoofdbestuur heeft in het verslagjaar het gebruikelijke advies aan de leden-exploitanten gegeven het personeel der bioscopen in de ge legenheid te stellen de Oudejaarsavond in de huiselijke kring te vieren. Daartoe gaf het Col lege in overweging, voorzover op deze avond voorstellingen zouden plaats hebben, een zo danige regeling te treffen dat de werknemers uiterlijk om 22.00 uur huiswaarts zouden kun nen keren. De leden-exploitanten hebben dit advies unaniem opgevolgd, zodat het bioscoop personeel op genoemd tijdstip of eerder naar gelang van collectieve of individuele rege lingen op de Oudejaarsavond vrijaf had. Indeling van Kerst- en Nieu wjaars weken Naar het zich liet aanzien zouden er zich bij de verzending en ontvangst van films geduren-

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1958 | | pagina 47