buitengewone belastingheffingen af te schaf fen of althans de film een wezenlijke, duidelijk merkbare vermindering van fiscale lasten toe te staan. Slechts een zodanige, door de verga dering van doorslaggevend belang geachte, be lastingvermindering zou de film de mogelijk heid geven tenminste voor een deel de concur- rentie te compenseren, welke haar door andere fiscaal bijzonder begunstigde communicatie middelen wordt aangedaan, inzonderheid de concurrentie welke zij ondervindt van de tele visie, welke in tegenstelling tot de film, in ver schillende staten ook nog belangrijke finan ciële steun van de regering ontvangt. Door de vergadering werd met algemene stemmen een volledige fiscale gelijkstelling tussen film en televisie geëist, daar beide media ieder een eigen belangrijke culturele en maat schappelijke taak te vervullen hebben. Het in ternationale filmbedrijf pleit er niet voor, dat aan de televisie dezelfde zware lasten worden opgelegd als waaronder de film in sommige landen gebukt gaat, maar meent wel te mogen en te moeten eisen, dat het internationale filmwezen onder dezelfde voorwaarden moet kunnen werken als het internationale televisie bedrijf. De jaarstukken der organisatie werden goed gekeurd en de heer Joh. Miedema werd met algemene stemmen opnieuw met het praesi- dium belast. De bedrijfsorganisaties van Ma rokko en Portugal werden tot het lidmaat schap van de U.I.E.C. toegelaten. De Voorzitter van de Nederlandsche Bioscoop- Bond, de heer Joh. Miedema, en de Directeur dezer organisatie, de heer J. G. J. Bosman, hebben tijdens het Internationale Filmfestival te Berlijn de aldaar gehouden algemene ver gadering bijgewoond van het Zentralverband der Deutschen Filmtheater. Deze vergadering, waaraan werd deelgenomen door gedelegeer den der bij het Zentralverband aangesloten bioscooporganisaties uit de deellandsn der Bondsrepubliek en de stad Berlijn, stond on der leiding van de heer R. Theile. De Voorzitters der onderscheiden organisaties brachten verslag uit over de verschillende vraagstukken, waarmede het bioscoopbedrijf geconfronteerd wordt, onder meer de nieuw ste ontwikkeling op het gebied van de televisie, de filmhuurcondities, de collectieve reclame campagne, de vermakelijkheidsbelasting en de technische evolutie. De heer Miedema bracht in zijn kwaliteit van Voorzitter van de U.I.E.C. de groeten dezer organisatie over. Hij liet zich in loffelijke be woordingen uit over de organisatie van het Berlijnse filmfestival en de wijze, waarop daaraan door het Duitse filmbedrijf wordt deelgenomen. De Raad van Beheer van de Internationale Federatie van Verenigingen van Filmprodu centen (F.I.A.P.F.) kwam op 7 Februari van het verslagjaar in Parijs bijeen om zich te be raden over de festivalkalender. De Raad be sloot om twee categorieën van festivals te er kennen, welke aan de door de Federatie te stellen internationale regels zullen moeten vol doen, te weten de zogenaamde aanbevolen festivals en de erkende festivals. Onder de eerstgenoemde categorie worden verstaan de festivals, welker reglement als zodanig door de Raad van Beheer is goedgekeurd en ten aan zien waarvan de bij de Federatie aangesloten nationale organisaties worden aangespoord films in te zenden en naar beste krachten medewerking te verlenen. Ook de reglemen ten van de erkende festivals behoeven de goed keuring van de Raad, maar ten opzichte daar van worden de leden der Federatie niet tot deelneming aangespoord. De nationale organi saties zullen dan in gevallen van uitnodiging zelf moeten beslissen of zij een deelneming van haar leden verantwoord achten. De F.I.A.P.F. hield haar jaarlijkse algemene ledenvergadering van 9 tot 12 Juni te Brussel ter gelegenheid van de aldaar gehouden inter nationale tentoonstelling. De Nederlandsche Bioscoop-Bond was ter vergadering vertegen woordigd door de heer C. S. Roem, Voorzitter van de Bedrijfsafdeling Filmfabrikanten en Filmproducenten. Overeenkomstig de statuten werden de aftre dende leden van de Raad van Beheer her kozen, zodat dit bestuurslichaam thans is samengesteld uit vertegenwoordigers van de organisaties uit België, Duitsland, Groot=Brit- tannië, Italië, Japan, Oostenrijk, Spanje, de Verenigde Staten, Zweden en Zwitserland. De periodiek aftredende voorzitter, de heer J. P. Frogerais (Frankrijk) werd herbenoemd voor een tweede zittingsperiode. Nadat verslag en jaarrekening over 1957 waren vastgesteld en de begroting voor 1958 aanvaard, hield de ver gadering zich bezig met onderscheiden vraag stukken van internationaal karakter. 51

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1958 | | pagina 52