dat deze films door meer mensen in het buitenland worden gezien dan in het eigen
land. Teneinde hierin verbetering te brengen, zou het aanbeveling verdienen in
sterkere mate dan tot nu toe het geval is geweest te streven naar shorts met een ver
toningslengte van niet meer dan 10 a 15 minuten, waardoor het opnemen in de
bioscoopprogramma's minder moeilijkheden zal opleveren dan wanneer sprake is
van voorfilms met een grotere lengte.
De deelneming aan buitenlandse filmfestivals was geringer dan in 1960, hetgeen
men zou kunnen beschouwen als een Nederlandse bijdrage in het internationale
streven naar beperking van het steeds stijgende aantal internationale filmmanifesta-
ties, welke stijging aan de waarde van het geheel slechts afbreuk kan doen.
Volgens gegevens van het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, dat
als regel de inzending van Nederlandse films naar buitenlandse festivals verzorgt, en
zich wederom op verdienstelijke wijze van deze omvangrijke taak heeft gekweten,
werd ditmaal met 103 inzendingen aan 45 festivals, verspreid over de gehele wereld,
deelgenomen tegen 158 inzendingen naar 72 festivals in 1961.
Er zijn in totaal 26 buitenlandse prijzen verworven, waarvan de in het verslagjaar
gereedgekomen veelbesproken korte film „Het huis" van Louis A. van Gasteren, er
vier verwierf, namelijk tijdens de festivals te Edinburg, Leipzig, Cork en San Francisco,
terwijl bovendien een eervolle vermelding werd verkregen tijdens de Internationale
Filmweek Arnhem 1961.
Carillon Films verwierf voor haar film „Profiel van een industrie" een eervolle ver
melding in San Francisco evenals voor haar reeds uit 1960 stammende film „Tradition
in travel". Jan Schefer won tijdens het industriële filmfestival in Turijn de Zilveren
Bokaal met zijn film „Leven in overvloed".
De in samenwerking met bondsleden tot stand gekomen films „De Lage Landen" van
George Sluyzer en „Het gerucht" van Kees Brusse, werden beide in Vancouver onder
scheiden. Eerstgenoemde film verwierf voorts prijzen in Berlijn, Cork en Brussel.
Bovendien werd „De Lage Landen" bekroond met de Staatsprijs voor de filmkunst
1961, welke prijs ter gelegenheid van de Filmweek in Arnhem, aldaar aan George
Sluyzer werd uitgereikt.
De reeds het vorig jaar klaargekomen films „Faja Lobbi" en „Prijs de zee" van
Herman van der Horst en „Glas" van Bert Haanstra, zetten in 1961 hun zegetocht
langs de verschillende festivals voort en werden respectievelijk bekroond in Toulon,
Boston en Mexico.
Joop Geesink's Dollywood en Starfilm legden tijdens het Internationale Reclame
filmfestival te Cannes beslag op niet minder dan 6 prijzen, hetgeen bij een totale
inzending van 1100 films uit 28 landen als een groot succes moet worden beschouwd.
Verder ontving Geesink een van de drie jaarprijzen van het Genootschap voor
Reclame, benevens de speciale prijs van de Vereniging van Bioscoopreclame-exploi
tanten. De beide overige prijzen van het Genootschap gingen naar reclamefilms van
Polygoon en Uniefilm.
Hoewel de prijzenregen iets minder overvloedig was dan het vorig jaar, mag toch
15