waarschuwing opgelegd aan een lid-bioscoopexploitant, dat door de wijze van aankondigen van een film in strijd had gehandeld met de algemene belangen en de waardigheid van het Nederlandse film- en bioscoopbedrijf. Het lid in kwestie ging van deze straf in beroep bij de Ledenraad, welk college de uitspraak van het Hoofd bestuur echter bevestigde. Een lid-bioscoopexploitant bleek entreebewijzen te gebruiken voor een andere rang dan waarvoor zij bestemd waren. Bovendien had deze exploitant geen filmhuur, con tributie en Bumagelden verantwoord over een deel der ontvangen toegangsgelden. Dientengevolge had dit lid gehandeld in strijd met artikel 3 E van het Reglement Recettecontrole, artikel 8 van de Bondsvoorwaarden, het Contributiebesluit en het Bumabesluit. Het Hoofdbestuur heeft de betrokken exploitant beboet met 300—. Aan een soortgelijke overtreding, zij het van ernstiger aard, had zich een andere bioscoopexploitant schuldig gemaakt. Deze had bezoekers tot zijn bioscoop toegelaten zonder hun een entreebewijs te verstrekken dan wel onder afgifte van een ongeldig entreebewijs. Over de van deze bezoekers ontvangen gelden had dit lid geen contri butie, Bumagelden en filmhuur afgedragen. In dit geval besloot het Hoofdbestuur een boete op te leggen van 500,—. Enige leden hadden in strijd met het bedrij f sreglement in kwestie reclame gemaakt buiten het rayon, waarin hun bioscopen waren gelegen. Conform het advies van het betrokken afdelingsbestuur werd besloten een behandeling ingevolge artikel 15 der statuten achterwege te laten en te volstaan met een berisping. CONTACT MET DE AFDELINGEN EN DE LEDEN Het Hoofdbestuur heeft in 1961 een intensief contact onderhouden met de afdelingen en de leden over tal van kwesties. Het contact met de afdelingen had in de eerste plaats betrekking op die gevallen, waarbij zij krachtens statuten of reglementen het Hoofdbestuur van advies moeten dienen, zoals bij de samenstelling van Bondscolleges, bij de toelating van nieuwe leden e.d. Het Hoofdbestuur heeft de afdelingen meer dan eens ook in andere gevallen geraadpleegd. Over kwesties aangaande de herziening van statuten, reglementen en besluiten is uitvoerig overleg gepleegd met de daarbij betrokken afdelingen. Het ligt voor de hand, dat met de leden vooral contact heeft plaats gehad over de aangelegenheid van de vermakelijkheidsbelasting. Bovendien heeft het Hoofdbestuur bemiddeld bij kwesties tussen de leden onderling. LIJST VAN GEEN BEZWAAR Het aantal aanvragen tot plaatsing op de Lijst van Geen Bezwaar bedroeg dit jaar 1651 tegen 1570 in 1960. Hierbij zijn inbegrepen 48 (54 in 1960) aanvragen voor televisieuitzendingen. In 99 (97 in 1960) gevallen werd de plaatsing geweigerd. Bij deze aantallen zijn niet begrepen de filmleveranties via de Stichting Nederlands Filminstituut, die permanent op de Lijst van Geen Bezwaar is geplaatst. De leverantie van films ten behoeve van de filmvoorziening van leger, marine en luchtmacht geschiedde op de gebruikelijke wijze krachtens de met het Centraal Filmbureau der Krijgsmacht getroffen regeling. 53

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1961 | | pagina 54