in goud. Dit insigne wordt toegekend aan hen die tenminste 25 jaar doch minder dan 40 jaar bij een onderneming hebben gewerkt. Tenslotte werden 4 gouden steek spelden met diamant uitgereikt aan werknemers met een diensttijd van 40 jaar of langer. Sedert de instelling van het besluit op 28 augustus 1956 zijn er in totaal 1274 eretekens met bijbehorend certificaat verleend, wat met het oog op het aantal werk nemers in deze bedrijfstak duidt op een betrekkelijk gering verloop van personeel. Genoemd totaal is samengesteld uit 960 zilveren insignes, 284 gouden insignes en 30 eretekens in goud met diamant. NATIONALE HERDENKING Na gepleegd overleg met de Commissie Nationale Herdenking te 's-Gravenhage heeft het Hoofdbestuur de leden-bioscoopexploitanten in 1961 op de gebruikelijke wijze geadviseerd op de Nationale Herdenkingsavond op 4 mei zodanige regelingen te treffen als men met het oog op het karakter van de avond passend acht. Inzonderheid heeft het Hoofdbestuur gewezen op de wenselijkheid op deze avond van 18.00—21.00 uur geen lichtreclame te bezigen. Ook in het verslagjaar hebben de leden-bioscoopexploitanten overeenkomstig dit advies gehandeld. In de practijk betekende zulks, dat de bioscopen gedurende de herdenkingsplechtigheden waren gesloten. OUDEJAARSAVOND Het Hoofdbestuur heeft de leden-bioscoopexploitanten in 1961 in overweging ge geven het bioscooppersoneel evenals voorheen in de gelegenheid te stellen de oude jaarsavond in de huiselijke kring door te brengen. De leden hebben dit advies van het Hoofdbestuur opgevolgd door het personeel uiterlijk om 22.00 uur huiswaarts te laten keren, behoudens in die gevallen waarbij de lengte van de hoofdfilm dit onmogelijk maakte. INDELING KERST- EN NIEUWJAARSWEKEN Gezien het feit, dat Eerste Kerstdag en de daarop volgende Nieuwjaarsdag op maandag vielen, op welke dag gemeenlijk geen nieuwe films worden ingezet, was te verwach ten, dat er geen problemen zouden optreden met betrekking tot de verzending van films. Het Hoofdbestuur heeft derhalve het zenden van een advies omtrent een mogelijke gewijzigde indeling van de vertoningsweken in de Kerst- en Nieuwjaars periode achterwege kunnen laten. COMMISSIE VOOR NIET-COMMERCIËLE RECLAME De Commissie bestond wederom uit de heren J. v. d. Horst, Voorzitter; P. J. Burbach, B. W. G. van Royen en J. Smit, leden; H. W. Hagenberg, Secretaris; toegevoegd lid voor de beoordeling van sponsored films, L. W. R. Meyer. De Commissie heeft in het verslagjaar 23 aanvragen tegen 19 in het vorige jaar be handeld. In elf gevallen adviseerde zij de bioscoopondernemers en bioscoopreclame exploitanten tot kosteloze vertoning van propagandaplaten. Met betrekking tot zes aanvragen, waaronder een propagandafilm, gaf zij een aanbeveling voor het ver lenen van een reductie op de vertoningstarieven. Zes aanvragen om kosteloze ver toning of reductieverlening werden afgewezen. Ook kreeg de Commissie te beoordelen 56

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1961 | | pagina 57