een film, welke door de N.V. Starfilm was vervaardigd in opdracht van de Stichting Vaste Brandstoffen, en wel met betrekking tot de vraag, of deze film onder de categorie van films met een ondergeschikt reclame-element zou kunnen worden gerangschikt, in welk geval een vertoningsprijs berekend zou kunnen worden naar een lengte van 60 meter, hoewel de film een totaallengte had van 380 meter. Het verzoek werd af gewezen, omdat naar de mening der Commissie de film niet beantwoordde aan de norm, dat zij als vertoonbaar bijwerk met een redelijke ontspannings- of instructieve waarde door de bioscoopexploitanten aanvaard moet kunnen worden. Aan de be trokken bioscoopreclame-exploitant werd geadviseerd, de film te doen bekorten tot omstreeks 60 meter en haar als gewoon betaalde reclamefilm te laten vertonen. STICHTING BIO-VACANTIEOORD Het bezoek, dat H.M. de Koningin op 11 juli van het verslagjaar aan het kinder- koloniehuis „Russenduin" te Bergen aan Zee heeft afgelegd, houdt stellig een hoge erkenning in van de arbeid welke de Stichting Bio-Vacantieoord reeds zoveel jaren op sociaal gebied verricht. Dit bezoek is een bijzondere eer, niet alleen voor deze stichting en haar bestuur, maar ook voor het Nederlandse film- en bioscoopbedrijf, dat in 1927 de stoot heeft gegeven tot de oprichting van het Bio-Vacantieoord en dat het werk van de stichting nog steeds krachtig steunt. Dit werk heeft in 1960 een zeer belangrijke uitbreiding ondergaan met de stichting van het Bio Herstellingsoord voor minder valide kinderen te Arnhem. Het is duide lijk, dat deze nieuwe activiteit een zware financiële last op de stichting legt, waardoor de bioscoopcollectes een nog grotere betekenis hebben gekregen dan reeds het geval was. In dit opzicht was het voor de Stichting Bio-Vacantieoord een tegenvaller, dat de opbrengsten van de zomer- en Kerstcollectes aanmerkelijk beneden die van 1960 heb ben gelegen. De zomerinzameling, in 1961 gehouden van 21 juli tot 4 augustus boven de grote rivieren en van 28 juli tot 10 augustus beneden de grote rivieren, heeft een bedrag opgeleverd van 154.479,64, wat 56.865,24 minder is dan het jaar daarvoor. De Kerstcollecte, die plaats vond van 22 december 1961 tot 4 januari 1962, had een opbrengst van 136.420,43, dat wil zeggen 53.866,29 lager dan die van de collecte van 1960/1961. Deze lagere ontvangsten zijn zeker niet het gevolg van een geringere werkzaam heid van directies en personeel der bioscopen. Integendeel, de enthousiaste wijze waarop van die zijde weer is meegewerkt aan het behalen van een zo goed mogelijk resultaat, verdient alle waardering. Hier is ook een woord van dank op zijn plaats voor de gaven van de bioscoopbezoekers, bij wie het Bio-Vacantieoord zich nog immer in een grote populariteit mag verheugen. Het Hoofdbestuur heeft in het verslagjaar de subsidie aan de stichting verhoogd tot 2.500,-. Het bestuur van de stichting was aan het eind van 1961 als volgt samengesteld: Joh. Miedema, voorzitter, R. Uges, secretaris, W. K. G. van Royen, penningmeester, H. S. Boekman, J. G. J. Bosman, M. Gerschtanowitz, C. van Liere, M. J. W. Peters, W. G. Veldhuizen, J. Visser en C. van Willigen, leden. HET NEDERLANDSCHE ROODE KRUIS Op verzoek van het Nederlandsche Roode Kruis heeft het Hoofdbestuur de leden bioscoopexploitanten opgewekt de traditionele inzameling in de bioscopen ten be- -57

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1961 | | pagina 58