hoeve van deze instelling te doen houden van 6 tot 13 oktober. Tevens heeft het Hoofdbestuur de leden geadviseerd in deze week een desbetreffend propaganda- filmpje van het Roode Kruis gratis in de theaters te vertonen. De leden hebben ook nu weer hun krachtige steun aan deze bioscoopcollecte gege ven. De opbrengst van de inzameling, bedragende 82.023,—is bestemd voor de zogenaamde nationale taken van het Nederlandsche Roode Kruis, zoals de boot tochten voor chronische bedlegerigen, de vacantieweken voor invaliden en het wel- farewerk in ziekenhuizen. Het Hoofdbestuur van het Nederlandsche Roode Kruis heeft zijn erkentelijkheid betuigd voor de medewerking welke het van het Hoofdbestuur en de leden van de Bond heeft ondervonden. VERTEGENWOORDIGINGEN De Nederlandsche Bioscoop-Bond was in 1961 op aanwijzing van het Hoofdbestuur in tal van binnenlandse en buitenlandse organen vertegenwoordigd. Wij laten hier onder een opsomming volgen van de voornaamste vertegenwoordigingen. De secretaris van het Hoofdbestuur, de heer R. Uges, vertegenwoordigde de Bond in de Huishoudelijke Commissie van de Rijksfilmkeuring. In het Zuidelijk Nakeu- ringscomité van de Katholieke Filmcentrale had zitting de heer M. A. V. Vermin. De heer A. J. A. Huyser vertegenwoordigde de Bond in de Subcommissie van advies voor de bemiddeling van Amusementskunstenaars, ingesteld door de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid. Voorts had hij zitting in de Raad van Beheer der Stichting Arbeidsbemiddeling. De Bond was in de Raad van Beheer van de Stichting Nederlandse Filmstudio ver tegenwoordigd door de heren D. J. van Leen, W. K. G. van Royen (tevens voorzitter) en A. F. Wolff. In het bestuur van de Stichting Productiefonds voor Nederlandse Films hadden van Bondswege zitting de heren J. G. J. Bosman, D. J. van Leen en Joh. Miedema. De heren C. J. Blad, C. S. Roem en R. Uges vertegenwoordigden de Bond in de gemengde televisiecommissie, ingesteld krachtens de overeenkomst tussen de N.T.S. en de Bond. De heer J. G. Bosman fungeerde als plaatsvervangend lid. In het Bestuur van de Stichting Bedrijfspensioenfonds voor het Film- en Bioscoop bedrijf hadden aan het einde van het verslagjaar zitting de heren J. G. J. Bosman, W. F. Dubbeldeman, W. J. F. van Ewijk, H. Miedema, R. Uges, E. J. Verschueren en A. F. Wolff. De heer Uges bekleedde de functie van secretaris. In de Bedrij f s- commissie voor het Film- en Bioscoopbedrijf hadden voor de Bond zitting de heren J. G. J. Bosman, W. F. Dubbeldeman, C. S. Roem en W. K. G. van Royen, leden, en de heren M. Desmet, J. L. Paerl, E. J. Verschueren en A. F. Wolff, plaatsvervan gende leden. De Bond was in de Raad van Beheer van de Stichting Nederlands Filminstituut ver tegenwoordigd door de heren H. S. Boekman, J. G. J. Bosman (tevens secretaris penningmeester), J. Nijland Jr. en C. S. Roem. In het Bestuur van de Nederlandsche Vereeniging van Bioscoopreclame-exploitanten had namens het Hoofdbestuur zitting de heer J. Nijland Jr. De Bondsvoorzitter, de heer Joh. Miedema, en de Bondsdirecteur vertegenwoor digden de Bond op de vergaderingen van de Internationale Unie van Bioscoopexploi tanten (U.I.E.C.) De heer Miedema fungeerde tevens als vice-president van de Unie. In de Internationale Federatie van Verenigingen van Filmproducenten (F.I.A.P.F.) werd de Bond vertegenwoordigd door de heer C. S. Roem. Deze had 58

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1961 | | pagina 59