Met algemene stemmen werd hierop besloten: a. om artikel 2 der Statuten (doel) als volgt te doen luiden: Deze Bond heeft ten doel in het algemeen de bevordering en behartiging van de be langen van het Nederlandse film- en bioscoopbedrijf en de verheffing daarvan, en in het bijzonder de bevordering en behartiging van de bedrijfsbelangen van zijn leden, ook voorzover die liggen op sociaal gebied, de regeling van arbeidsvoorwaarden inbe grepen. b. om in artikel 2 der Statuten (middelen) in te lassen een nieuw punt: h. het aangaan van voor een of meer leden of groepen van leden bindende collec tieve arbeidsovereenkomsten; met dien verstande, dat de bestaande punten h, i en j respectievelijk worden genoemd i, j en k. Met deze Statutenwijziging wordt de mogelijkheid geschapen om te komen tot de noodzakelijke vervanging der bindende loonregeling voor het bioscoopbedrijf door een collectieve arbeidsovereenkomst. In de buitengewone ledenvergadering van 24 april is op voorstel van het Hoofdbestuur besloten de heer M. Desmet te Eindhoven te benoemen tot erelid van de Bond. LEDENRAAD In het verslagjaar zijn drie vergaderingen van de Ledenraad gehouden. In de eerste vergadering, gehouden op 6 maart, werd behandeld een hoger beroep tegen een beslis sing van het Hoofdbestuur, waarbij iemand de toelating tot het lidmaatschap en de inschrijving te zijnen name in het Bedrij f sregister van een bestaande permanente bioscoop-A was geweigerd. De Raad besloot het beroep wegens overschrijding van de beroepstermijn niet ontvankelijk te verklaren. In de tweede vergadering, gehouden op 29 mei, werd behandeld een hoger beroep tegen een beslissing van het Hoofdbestuur, waarbij aan een lid-exploitant de straf van waarschuwing was opgelegd wegens een misleidende wijze van aankondigen van nachtvoorstellingen. Het beroep werd ongegrond verklaard. Voorts werd behandeld een hoger beroep tegen een beslissing van het Hoofdbestuur, waarbij aan een aan vrager (dezelfde, die betrokken was bij het hoger beroep, behandeld in de eerste vergadering) voor de tweede maal de toelating tot het lidmaatschap en de inschrijving te zijnen name in het Bedrij f sregister van de bestaande permanente bioscoop-A was geweigerd. Het beroep werd ongegrond verklaard. Aanvankelijk waren op de agenda van deze vergadering enige voorstellen van het Hoofdbestuur geplaatst, betrekking hebbende op wijziging van artikel 20 der Bonds- voorwaarden, de artikelen 10 en 11 van het Aanvullingsreglement Bondsvoorwaar- den en artikel 4 van het Bedrij f sbesluit Programmering. Deze voorstellen werden echter niet behandeld, omdat gebleken was, dat de onderscheiden Afdelingen behoef te hadden aan nader beraad daarover. In de derde vergadering, gehouden op 11 december, besloot de Raad de looptijd van de Bedrij f sbesluiten ter zake van de Filmvertoning en Programmering met een jaar te verlengen. Voorts werd besloten artikel 4 van het Reglement der Bedrijfsafdeling Filmfabrikanten en Filmproducenten te wijzigen in dier voege, dat de bepalingen op 60

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1961 | | pagina 61