AFDELINGSRAAD
Het achter ons liggende jaar heeft zich gekenmerkt
door een toespitsing van de onderscheiden moei
lijkheden, waarvoor de bioscoop-ondernemer zich
de laatste jaren gesteld ziet. De daling der be
zoekersaantallen, veroorzaakt door de vele andere
mogelijkheden tot besteding van geld en vrije tijd,
waaruit het grote publiek te kiezen heeft, zette zich
onverminderd voort, de last der vermakelijkheids-
belasting deed zich mede door de dalende om
zetten nog zwaarder gevoelen en de tegenstelling
tussen de goede gang van zaken in het bedrijfs
leven in het algemeen en de depressie in onze
eigen sector tekende zich nog duidelijker af; ook
de gevolgen der algemeen heersende spanning op
de arbeidsmarkt namen voor ons in vele gevallen
ernstige vormen aan, en het spreekt vanzelf, dat
de weerslag van deze weinig bemoedigende ont
wikkeling duidelijk tot uitdrukking kwam in de
vergaderingen van onze Raad.
De overijlde invoering der vijfdaagse werkweek in
nagenoeg alle takken van het bedrijfsleven en bij
vele overheidslichamen schiep nieuwe problemen
voor onze bedrijven, nadat reeds in aansluiting op
de in 1960 allerwegen toegepaste loonronden ook
voor het bioscoopbedrijf voorstellen tot herziening
der arbeidsvoorwaarden aan het College van Rijks
bemiddelaars ter goedkeuring waren voorgelegd.
Deze goedkeuring kwam in de loop van de maand
januari 1961 af, zulks met terugwerkende kracht
tot 1 december 1960. Weliswaar had deze maat
regel een bevredigende uitwerking, maar een
voortgezet overleg over het gehele complex van
primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden bleef
desondanks geboden. Het daaromtrent door de
Sociale Commissie uit te brengen verslag zal in het
nieuwe zittingsjaar door onze Raad dienen te wor
den beoordeeld.
De door het Hoofdbestuur ondernomen stappen om
te geraken, zoal niet aanstonds tot volledige af
schaffing der vermakelijkheidsbelasting, dan toch
tot een verlichting van de daardoor uitgeoefende
druk, werden door onze Raad met grote belangstel
ling gevolgd, al moest worden betwijfeld, of er
sprake zou kunnen zijn van tastbare resultaten
binnen een redelijke termijn. Enkele gemeenten
besloten inderdaad tot een bescheiden herziening
van het tarief der vermakelijkheidsbelasting; onder
de grote gemeenten was het de stad Rotterdam, die
in december 1961 een verlaging in het vooruitzicht
stelde, maar van een algemene neiging tot aan
vaarding der consequenties van de sterk gedaal
de omzetten in de vorm van een drastische verla
ging van reële betekenis kwam het ook in dit
verslagjaar nog niet. Omtrent de omzetbelasting,
welke tegen het eind van het verslagjaar even
eens in het middelpunt der belangstelling kwam te
staan, bereikten ons tot dusver nog geen positieve
mededelingen.
in de Afdelingen Amsterdam, Rotterdam en 's-Gra-
venhage kwamen de leden na een langdurig voor
overleg, waarbij ook de Bedrijfsafdeling Filmver
huurders werd betrokken, tot een gezamenlijke in
voering van de donderdag als aanvang der speel-
week. De hieraan ten grondslag liggende over
weging berustte op de algemene invoering der
vijfdaagse werkweek en had ten doel het bios
coop-weekend te vervroegen en te verlengen. Om
trent de uitwerking van deze maatregel kunnen
echter, gezien de korte tijd van ondervinding, nog
moeilijk betrouwbare conclusies worden getrokken.
De vertoningen van avondvullende films in de
vorm van ,,road-shows" namen in aantal toe en
het Hoofdbestuur vond hierin aanleiding tot een
nadere beschouwing der geldende reglementsbepa
lingen met betrekking tot verhuur en huur van
filmsde hieruit voortvloeiende voorstellen aan de
Ledenraad vormden een onderwerp van uitvoerige
discussie in onze vergaderingen en hoewel ook
onze Raad van oordeel was, dat deze nieuwe ont
wikkeling op de filmmarkt inderdaad problemen
opleverde voor de exploitanten in de kleinere pro
vincieplaatsen, kwam men tot de slotsom, dat met
de voorgestelde reglementswijzigingen het beoog
de doel niet kon worden bereikt. Het Hoofdbestuur,
dat van de conclusies van onze Raad op de hoogte
was gebracht, besloot de voorstellen ter nadere
bestudering aan te houden.
Het onderling overleg tussen de besturen van onze
Raad en de Bedrijfsafdeling Filmverhuurders om
trent onderwerpen van gezamenlijk belang op het.
gebied van reclame, filmverzending, keurings-
kaarten e.d. vond ook in het achterliggende jaar
voortgang en sloot aan bij de allerwegen waar te
nemen grote activiteit der bioscoopexploitanten op
individueel terrein. Opening van een aantal nieuwe
en heropening van verschillende gerestaureerde
theaters gingen met de nodige feestelijkheden ge
paard, evenals jubilea en belangrijke premières, en
waar zulks op zijn weg lag gaf het Dagelijks Be
stuur gaarne blijk van belangstelling.
72