gelopen jaar niet doorgegaan. In een verslag van de Commissie Luilakviering 1960 waren namelijk ten aanzien van de opvoedende en culturele waar de van de bioscoopvoorstellingen enige misplaatste opmerkingen gelanceerd, die wel van zeer weinig waardering en begrip getuigden voor de matigende invloed die het bedrijf had uitgeoefend op de luilakviering. Onder deze omstandigheden waren de leden van mening, dat het weinig zin had om opnieuw medewerking te verlenen. Ter ere van het gemeentebestuur van Amsterdam zij gememo reerd, dat het college van B. W. in deze gang van zaken aanleiding heeft gevonden schriftelijk zijn tevredenheid te betuigen over de in de jaren 1959 en 1960 verleende medewerking en de door de bioscoopdirecties en personeel getoonde burger zin. Ook het rookverbod kwam ter sprake, naar aan leiding waarvan een enquête werd ingesteld onder de leden, welke uitwees, dat veel leden tegen de invoering van zulk een verbod waren, zodat daar van moest worden afgezien. Er werden regelingen getroffen voor de bioscoopvoorstellingen met St Nicolaas en Oudejaar en verder werd aandacht gewijd aan technische aangelegenheden, kosten stijgingen, entreeprijzen, bespreekgelden, klachten over recensies, etc. Het Bestuur herbenoemde de periodiek aftredende Bestuursleden der Stichting Bio-Vacantieoord, de heren M. J. W. Peters uit Venlo en J. Visser te Bussum. Het spreekt vanzelf, dat de Afdeling geconfron teerd werd met tal van andere aangelegenheden die echter voornamelijk door het Bestuur konden worden afgedaan. Het Amsterdamse Tuschinski Theater vierde op 26 oktober zijn veertigjarig bestaan met een zeer geslaagde galavoorstelling, tijdens welke de Loco- Burgemeester van Amsterdam, Mr. A. de Roos, namens het gemeentebestuur, en de Bondsvoor zitter, de heer Joh. Miedema, namens de bedrijfs organisatie, met. waardering gewaagden van de betekenis van Tuschinski in de ontwikkeling van het bioscoopwezen in Nederland. Het Afdelings bestuur was bij deze herdenking vertegenwoor digd. Bovendien was het tegenwoordig bij de opening van de nieuw gebouwde bioscoop „Cinema West" van de N.V. Holland Film aan het Overtoomseveld te Amsterdam, waarvoor de Commissie Nieuwe Zaken in het begin van het verslagjaar toestem ming had verleend. De opening van deze bioscoop vond plaats op 12 december met een receptie en een demonstratievoorstelling. De Bondsvoorzitter, de heer Joh. Miedema, feliciteerde de directie der N.V. Holland Film met haar nieuwe bioscoop, die hij een aanwinst noemde voor de nieuwe wijk van Amsterdam met 140.000 inwoners, die tot dan toe van een eigen bioscoop verstoken waren. Mr. Mijksenaar vertegenwoordigde het gemeentebe stuur en opende de bioscoop met een geestige toe spraak. Voorts bracht het Bestuur gunstig advies uit aan het Hoofdbestuur met betrekking tot de voortzet ting van de exploitatie van bioscooptheater Du Midi door de N.V. Midex in plaats van de CV. Adex, alsmede met betrekking tot de voortzetting van de exploitatie van het West End Theater (thans genaamd Ambassade Theater) door de heer S. Israël. De bioscoop was voorheen jarenlang in handen van de N.V. Hollandfilm. De Afdeling Amsterdam had bemoeiingen met een aantal verzoeken om faciliteiten met betrekking tot bioscoopbezoek, de medewerking van enige portiers aan een A.V.R.O.-radio-uitzending, ge wijd aan alle werknemers in branches met een fooienstelsel, welke uitzending in goede banen werd geleid, verzoeken om collecten te mogen houden, een voorstel van de Fika om een gecom bineerde reclame-actie Fika/bioscoopbedrijf te gaan voeren, waarop niet kon worden ingegaan, etc. Bij gelegenheid van de 60ste verjaardag van de Bondsvoorzitter werd een diner gegeven voor een klein aantal genodigden, waarbij namens de Afde ling Amsterdam aanzaten de heren W. F. Dubbel- deman en W. K. G. van Royen. Het Bestuur was vertegenwoordigd bij de receptie van Mr. G. M. Greup, ter gelegenheid van zijn afscheid als secretaris van de Kamer van Koop handel van Amsterdam, bij de begrafenis van het voormalige lid-exploitant van het Centraal Thea ter, de heer W. C. v. d. Paverd, alsmede bij de begrafenis van de heer Pier Westerbaan, uitgever van het Nieuw Weekblad voor de Cinematografie en donateur van de Bond. Vele leden der Afdeling of hun vertegenwoordigers waren ook in het verslagjaar betrokken bij de Bondswerkzaamheden. Aan personeelsleden werden verstrekt voor respec tievelijk 40 jaar, 25 jaar en 10 jaar trouwe dienst vier eretekens in goud met diamant, 11 eretekens in goud en 29 eretekens in zilver. Op 1 Januari 1962 bedroeg het aantal bioscopen in Amsterdam 40, tegen 39 in het vorige jaar. Amsterdam, februari 1962 J. VAN DER HORST, Secretaris. 82

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1961 | | pagina 81