VERSLAG OVER HET CURSUSJAAR 1960-1961 VAN DE STICHTING
INSTITUUT VOOR OPLEIDING TECHNISCH BIOSCOOPPERSONEEL
1 SEPTEMBER 1960 TOT EN MET 31 AUGUSTUS 1961
De sterke terugloop van het aantal cursisten, die
reeds in ons vorig jaarverslag werd gesignaleerd,
heeft zich in de periode 1960/61 voortgezet.
Hoewel er een duidelijk tekort was aan gediplo
meerd technisch bioscooppersoneel, was er kenne
lijk bij de 97 leerling-operateurs, die blijkens de
aangevraagde werkboekjes tijdens het verslagjaar
zijn aangetrokken, weinig of geen interesse om te
gaan studeren, zulks ondanks het feit, dat de
diploma-toeslagen waarvan het vorig jaar reeds
gewag werd gemaakt, thans via de loonregeling
voor het bioscoopbedrijf een feit zijn geworden.
Helaas, een inleiding in mineur voor ons vijftiende
jaarverslag, hetgeen echter geenszins wil zeggen,
dat wij bij de pakken zouden hebben neergezeten,
integendeel. Er zijn maatregelen genomen om onze
schriftelijke cursussen verder te verbeteren en er
werden voorbereidingen getroffen voor het doen
verschijnen van de eerste aanvulling op het Hand
boek der Bioscooptechniek.
Het Bestuur kwam gedurende het verslagjaar
slechts eenmaal bijeen en wel op 12 januari, waar
na de zitting hebbende Bestuursleden door het
Hoofdbestuur van de Nederlandsche Bioscoop-
Bond zijn herbenoemd, zodat het Bestuur als volgt
bleef samengesteld:
W. F. Dubbeldeman, Voorzitter
G. H. Groenewegen, Penningmeester
O. P. Besseling
H. A. Fluyter
F. v. d. Heyden
D. Meenhorst
E. F. W. Trijssenaar
H. J. Zwart
leden
L. Claassen, Secretaris
augustus 22, zodat dus sprake is van een zeer ge
ring verloop.
In januari 1961 begon een volgende cursus met
slechts 5 deelnemers, welk aantal op 31 augustus
was opgelopen tot 15, waaronder 5 praktijkcandi-
daten. Van de overige nog lopende cursussen be
droeg het aantal deelnemers bij de aanvang van
het verslagjaar 73 en aan het einde nog slechts
22, waarbij in aanmerking moet worden genomen,
dat de cursus met het grootste aantal deelnemers, in
de loop van het verslagjaar werd voltooid. Het
totaal aantal cursisten beliep aldus per augustus
1961 59, tegen 73 in 1960 en 106 in 1959.
Met de lessen die sedert 1957 op basis van de tekst
van het Handboek der Bioscooptechniek in ge
bruik zijn, was thans voldoende ervaring opgedaan
om tot een wijziging in de opzet van de lessen te
kunnen besluiten. Het werd namelijk raadzaam ge
acht om de lessen nog meer dan tot dusverre reeds
het geval was, op de examenstof te richten en
daarbij het onderscheid tussen belangrijke en min
der belangrijke zaken duidelijker aan te geven.
Door de heer R. de Vries werd het systeem uitge
werkt, waarbij door middel van een groot aantal
schriftelijke vragen, die de cursisten voor zichzelf
moeten beantwoorden, de noodzakelijke leerstof
volledig wordt behandeld. Daarenboven moeten
per les de gebruikelijke opgaven worden gemaakt
en ter correctie worden ingezonden, opdat voor
zover zulks nu eenmaal bij schriftelijk onderwijs
mogelijk is kan worden beoordeeld of de stof
naar behoren is verwerkt. Met deze nieuwe wijze
van behandeling der lessen, waaraan ook door de
heren P. H. A. Lankester en J. H. van Peursem
medewerking wordt verleend, is pas tegen het
einde van het verslagjaar begonnen, zodat nog
geen gegevens omtrent de resultaten beschikbaar
zijn.
SCHRIFTELIJKE CURSUSSEN
De nieuwe cursus, die in september 1960 begon,
telde slechts 16 deelnemers, waaronder 5 die zich
alleen hadden aangemeld voor het Praktijkgedeel
te, dat opleidt voor het examen ter verkrijging van
het Praktijk Certificaat. Dit aantal was ultimo
december gestegen tot 43, waarvan 18 candidaten
voor het Praktijkexamen. De praktijkcursus die uit
31 lessen bestaat liep in het verslagjaar ten einde
en van de overige cursisten resteerden er per 31
EXAMENS
Hoewel, zoals gezegd, de belangstelling voor de
cursussen bleef dalen, was het aantal examencan-
didaten weer iets groter dan in 1960 namelijk 82
tegen 75. Van deze 82 candidaten verschenen er 5
niet op het schriftelijk of mondeling examen en
van de overige 77 moesten er 16 na het schriftelijk
examen volledig worden afgewezen. De afwijzingen
per vak na het schriftelijk examen zagen er in de
afgelopen jaren als volgt uit:
90