Bij de vele gesprekken, die tijdens een filmweek langs informele weg tot stand
komen, werd niet minder levendig gediscussieerd op de „uitpraterij" over de Ne
derlandse film, waarbij Dr. H. S. Visscher als gespreksleider fungeerde.
Het samenwerkingsverband van de Stichting Filmcentrum, Stichting Instituut
Film en Jeugd en Stichting Nederlands Filminstituut hield een sociologisch en fu-
turologisch georiënteerde studieconferentie over het onderwerp ,,De toekomst in
het oog", waaraan vele buitenlandse deskundigen deelnamen.
De Nederlandse Beroepsvereniging van Filmers was present met de manifestatie
„Filmen voor je brood", waarmede de maatschappelijke functie van de filmers in
de uitoefening van hun beroep nader werd belicht.
Interessante aspecten van de Arnhemse Filmweek waren de leerprojecten van
de Nederlandse Filmacademie en de School voor de Journalistiek. In het kader van
het projectenonderwijs maakte een aantal leerlingen van de Nederlandse Film
academie een impressie van de filmweek. Dit werkstuk werd in de slotvoorstel-
ling vertoond. Bovendien hebben leerlingen van de School voor de Journalistiek
gedurende de gehele week dagelijks een filmpagina van de Arnhemse Courant ge
wijd aan dit evenement.
Het is verheugend, dat minister Klompé tijd en gelegenheid heeft weten te vin
den om de Staatsprijs Filmkunst 1969 tijdens de avondvoorstelling van donderdag
9 oktober in het Rembrandttheater uit te reiken aan Louis van Gasteren voor zijn
film „Bericht uit Biafra". Tijdens de middagvoorstelling van vrijdag 10 oktober
vond de uitreiking van de Van der Rijn-prijs plaats aan René van Nie voor zijn
film „Bronbeek bijvoorbeeld".
Het feestelijke karakter dat nu eenmaal bij een manifestatie als de onderhavige be
hoort, werd verhoogd door de ontvangsten van burgemeester en wethouders van
Arnhem en het bestuur van de Stichting Internationale Filmweek respectievelijk bij
de opening en de sluiting van de filmweek, alsmede door ontvangsten die door
filmondernemingen werden gegeven. Het bezoek van vele buitenlandse gasten, on
der wie regisseurs en artiesten, heeft niet minder bijgedragen tot het aantrekkelijke
en boeiende aspect van de filmweek.
De zevende filmweek heeft grotere belangstelling gehad dan ooit. Zulks blijkt niet
slechts uit het aantal deelnemers van de gevarieerde programma-onderdelen,
doch ook uit de aandacht van de zijde der communicatiemedia. De formule van
de filmweek is nog steeds handzaam en aantrekkelijk. Zij is voldoende flexibel
om de manifestatie in opzet en programmering aan te passen aan de zich steeds
weer wisselende situaties op filmgebied, waarbij uiteraard met positief gerichte
kritische opmerkingen rekening wordt gehouden.
STIMULERING FILMBELANGSTELLING EN BIOSCOOPBEZOEK
De Bond heeft in de naoorlogse periode een aantal maatregelen getroffen, die
direct of indirect waren gericht op stimulering van de filmbelangstelling in het
algemeen en bevordering van het bioscoopbezoek in het bijzonder. Tot de maat
regelen van indirecte aard kunnen worden gerekend de in het Algemeen Bed rijfs
reglement neergelegde welstandseisen, waaraan de bioscopen op het gebied van
uitrusting, inrichting, veiligheid en uiterlijk aanzien hebben te voldoen. In aanslui
ting hierop kan de adviserende en controlerende arbeid van de Technische Com
missie en de Technische Controledienst worden genoemd, alsmede de artikelen in
het Bondsorgaan over aangelegenheden van technische aard en nieuwbouw. Een
meer direct gericht effect hebben de werkzaamheid van de persdienst, de uitgifte