en deel te nemen aan de discussies, opdat te
zijner tijd uit een brede laag van geïnteres
seerden keuze kan worden gemaakt voor de
vervulling van organisatorische taken, hetzij
in besturen, hetzij in de vele bondscommis
sies.
ALGEMEEN
Er werden in 1969 zes bestuurs- en drie
ledenvergaderingen gehouden. Bij de aan
vang van het verslagjaar was er een be-
stuursvacature, doordat de in 1968 gekozen
voorzitter, de heer J. Nijland, op 16 decem
ber van dat jaar werd benoemd tot voorzit
ter van de Exploitantenraad, en dientenge
volge reglementair moest bedanken als be
stuurslid onzer afdeling.
In de buitengewone ledenvergadering van
20 januari 1970 werd de ontstane vacature
vervuld door de benoeming van de heer
Louis van Praag uit Leiden, waarna Drs. J.
Ph. Wolff uit Utrecht, tot dan toe vice-
voorzitter, werd gekozen tot voorzitter. In
de op diezelfde dag gehouden bestuursver
gadering werd de heer R. Nassette uit Arn
hem benoemd tot vice-voorzitter als opvol
ger van de heer Wolff.
Het bestuur was derhalve in het verslagjaar
als volgt samengesteld: Drs. J. Ph. Wolff,
voorzitter, R. Nassette, vice-voorzitter, L.
van Dommelen, penningmeester, Th. J.
Crijns en L. van Praag, leden. Als secretaris
der afdeling B werd definitief aangewezen
de heer A. H. Pieterse van het Bondsbu
reau, die deze functie tot dan toe voorlopig
had vervuld.
AFDELINGSVERGADERINGEN
Uiteraard wijdde de afdeling in haar leden
vergadering van 20 januari aandacht aan de
verkiezing van leden-exploitanten voor het
nieuw te vormen hoofdbestuur, ten aanzien
waarvan de Exploitantenraad op grond van
artikel UB van het reglement onzer be
drijfsafdeling niet-bindende aanbevelingen
kon doen.
Aan de vergadering werd geen uitspraak ge
vraagd inzake eventuele voorkeuren, tenein
de te vermijden dat de indruk zou worden
gewekt alsof de ledenvergadering een stem
in het benoemingskapittel zou hebben. Het
al of niet doen van niet-bmdende aanbeve
lingen aan de Bondsraad is immers het uit
sluitend recht van de Exploitantenraad en
de verkiezing van Hoofdbestuurders uit de
Bondsraad is het uitsluitend recht van de
leden van deze raad. De afdeling kon zich
tevens verenigen met de voorstellen aan de
Bondsraad tot prolongatie van de regle
menten op de Filmvertoning, Programme
ring en Filmrapporten tot het einde van het
verslagjaar.
In de jaarlijkse ledenvergadering van 19 mei
werden de reglementaire jaarstukken behan
deld en goedgekeurd. Er vond geen be-
stuursverkiezing plaats, aangezien in 1969
ingevolge het nieuwe Reglement van de Be
drijfsafdeling Bioscoopexploitanten geen
van de bestuurders periodiek aftredend was.
Besproken werden voorts de agendapunten
voor de eerste jaarvergadering van de
Bondsraad. Men kon zich met op één na
alle voorstellen verenigen, zulks met een
voorbehoud, wat de verstrekking van de
jaarlijkse bijdrage aan het Productiefonds
betrof. Dit voorbehoud betrof de gewenste
afschaffing van de vermakelijkheidsbelas-
ting.
Bovendien werd critiek geuit op de omstan
digheid, dat de filmproductie-financiering
door het Productiefonds de laatste jaren
geen resultaten van betekenis had afge
worpen. De leden gaven de wens te kennen,
dat het Productiefonds op andere leest zou
worden geschoeid, teneinde te bereiken dat
aan het bedrijf Nederlandse films toevloeien
die commerciële betekenis hebben.
De ledenvergadering nam voorts kennis van
het Hoofdbestuursvoorstel aan de Bonds
raad, tot benoeming van de Bondsdirecteur,
de heer I. G. J. Bosman, als voorzitter van
de Bond conform het bepaalde in artikel 15
sub 6 der Statuten.
Naar aanleiding daarvan uitte de vergade
ring critiek op de wijze waarop het Hoofd
bestuur de verkiezing van een Bondsvoorzit
ter had aanhangig gemaakt. Deze kritiek
was niet zo zeer gericht tegen de persoon
van de candidaat als wel op het feit, dat de
afdelingen in casu de afdelingsleden, niet
vóór de indiening gelegenheid hadden ge
kregen zich uit te spreken over de eventuele
benoeming van een voorzitter uit het bedrijf
als bedoeld in artikel 15 sub 5 der Statuten,
dan wel over een voorzitter niet-bedrijfsge-
noot. Kennelijk hadden de andere afde
lingen minder zwaar aan het gestelde princi
pe getild dan onze afdeling. De Afdeling B
vond daarvoor in de Exploitantenraad geen
steun.
De Bondsraad benoemde de heer Bosman
tenslotte conform de voordracht.
In de buitengewone ledenvergadering van 5
november kwamen aan de orde de nieuwe
voorstellen van het Hoofdbestuur aan de
Bondsraad tot prolongatie van de regle
menten op de Filmvertoning, Programme
ring en Filmrapporten, alsmede tot vaststel
ling van een nieuw Reglement Recette-ad
ministratie en een wijziging van het Aanvul-