Wim Sonneveld met zijn reisgezelschap in „Op de Hollandse toer", regie Harry Booth (Lindner Films B.V.) er menigmaal geen vermakelijkheidsbelasting geheven. Dat wil zeggen, dat de bioscopen die in zodanige gemeenten zijn gevestigd, in het geheel niet hebben geprofiteerd van de afschaffing van de vermakelijkheidsbelasting. De B.T.W. bedraagt immers thans bijna 14 van de bruto-recettes. Dat wil zeggen, dat in alle gevallen waarin het totaal van omzetbelasting en vermakelijkheidsbelasting minder bedroeg, zelfs een verzwaring van fiscale lasten is opgetreden. Weliswaar is ten aanzien van kleine ondernemers vermindering van B.T.W. mogelijk, doch de overgrote meerderheid van de bioscoopexploitanten komt hiervoor niet in aanmerking. Met het oog op deze aspecten huldigt het Hoofdbestuur de opvatting, dat er alle reden is voor de overheid om deze heffingsproblematiek nader te bezien. Daarvoor zijn trouwens ook andere motieven. In de eerste plaats kan worden gewezen op de Unesco-resolutie, die de fiscale gelijkschakeling van de film met het boek bepleit. Daar voor het boek in ons land het uitzonderingstarief van 4 geldt en voor diensten in de filmsector de algemene heffing van 16 van toepassing is, zijn wij hier nog ver af van de concretisering van deze resolutie.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1973 | | pagina 12