loop van het jaar aan een inmiddels ingediend projekt nog een bijdrage worden
verleend. Bovendien konden nog enige voorschotten ten behoeve van het uit
werken van een scenario en daarmede verband houdende voorbereidingskosten
worden toegekend. Evenals in 1972 was het in 1973 niet mogelijk al voor de
aanvang van het volgende jaar aanvragen produkties 1974 betreffende, in be
handeling te nemen, omdat de behandeling van de begroting 1974 van het
Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk door de Kamer niet
meer in het verslagjaar plaatsvond, zodat over het bedrag van de subsidie van
het Rijk, die een belangrijk deel van de jaarlijks voor bijdragen beschikbare mid
delen uitmaakt, nog geen zekerheid bestond.
De aanvragen betroffen wederom zowel bijdragen in de produktiekosten van
speel- en jeugdfilmprojekten en daarmede verband houdende Cinetonekredieten
als voorschotten ter financiering van het uitwerken van scenario's en van daar
mede verband houdende voorbereidingskosten. Een financiële bijdrage in de
produktiekosten is aan 8 speelfilms toegekend, waaronder één Belgisch-Neder
landse co-produktie, en tevens aan één jeugdfilm. Alle speelfilms werd daarbij
tevens een Cinetonekrediet toegewezen. Bovendien werd de Nederlandse Film
academie een dergelijk krediet verleend ten behoeve van een actieve studio-
werkzaamheid van leerlingen van de academie. Van de speelfilms beleefden
drie nog hun première in het verslagjaar.
Voor het uitwerken van een scenario zonder meer werd in twee gevallen een
voorschot verleend, voor de voorbereiding van een projekt waaronder het
uitwerken van een scenario in vier gevallen.
Scène uit de jeugdfilm „Dik Trom knapt het op" van H. J. v. d. Linden
(Rex Film)