b. Stichting Bio-Vacantieoord Het Hoofdbestuur heeft de Stichting Bio-Vacantieoord in 1972 een subsidie ver leend van 2.500, Het bioscooppubliek heeft wederom zijn grote sympathie getoond voor het werk ten behoeve van het minder valide kind dat door het Bio-Revalidatiecentrum te Arnhem en de daaraan verbonden mytylschool wordt verricht. De Kerstcollecte 1972/1973 bracht op 290.872,45 en de zomercollecte 1973 237.802,56. Het Bestuur van de Stichting Bio-Vacantieoord was einde 1973 als volgt samen gesteld: M. Gerschtanowitz, voorzitter, J. G. J. Bosman secretaris, J. Nijland, penningmeester, C. J. Blad en J. van Willigen, gedelegeerden, S. Barnstijn, Me vrouw A. M. Janssens-Martens, C. van Liere, Joh. Miedema, J. P. M. A. Smul ders, W. K. G. van Royen en C. van Willigen. Directeur van de Stichting is de heer W. J. J. Martinot. In 1973 zijn als bestuursleden afgetreden de heren A. F. Wolff en P. Nassette die respectievelijk als secretaris en penningmeester van de Stichting Bio-Vacantieoord belangrijke diensten hebben bewezen. c. Overige vertegenwoordigingen Behalve in de Stichting Verenigd Nederlands Filminstituut en de Stichting Bio- Vacantieoord was de Bond krachtens benoemingsbeleid of aanbeveling van het Hoofdbestuur in 1973 in een aantal andere organen en instellingen vertegenwoor digd. Onderstaand volgt een samenvatting van die vertegenwoordigingen. In de Centrale Commissie voor de Filmkeuring en in de Huishoudelijke Commis sie van deze keuring was de Bond vertegenwoordigd door de heer J. Nijland. In de Raad van Beheer van de Stichting Nederlandse Filmstudio hadden zitting de heren J. G. J. Bosman, M. Gerschtanowitz, J. Nijland, J. P. M. A. Smulders en J. van Willigen. Als voorzitter fungeerde de heer Bosman. De heer Nijland is in de plaats gekomen van de heer C. J. Blad, die zijn functie in de loop van 1973 heeft neergelegd. In het Bestuur van de Stichting Productiefonds voor Nederlandse Films hadden zitting de heren J. G. J. Bosman, tevens secretaris, G. J. H. Dujardin en M. Gerschtanowitz. In de Afdeling Filmkunst van de Raad voor de Kunst was de Bond vertegen woordigd door de heer O. B. W. Douwes Dekker. De Bond was in het Bestuur van de Nederlandse Vereniging van Bioscooprecla me-exploitanten vertegenwoordigd door de heer J. van Willigen. In het Bestuur van de Stichting Bedrijfspensioenfonds voor het Film- en Bio scoopbedrijf hadden zitting de heren W. F. Dubbeldeman, H. W. Hagenberg, H. Miedema, P. J. N. R. Ooms, E. J. Verschueren, Drs. C. A. Voskuil en F. H. W. Weyschedé. De heer Dubbeldeman fungeerde als secretaris, de heer Miedema als plaatsvervangend secretaris. In de Stichting Stimuleringsfonds voor het Nederlandse Film- en Bioscoopwezen was de Bond vertegenwoordigd door de heren J. G. J. Bosman, G. J. H. Dujar din en J. Nijland. Laatstgenoemde trad tevens op als voorzitter. Eind 1972 is de heer Dujardin afgetreden. In zijn plaats is benoemd de heer J. P. M. A. Smulders. In de Raad van Beheer van de Stichting Arbeidsbemiddeling zowel als in de Subcommissie voor de Amusementskunst was de Bond in het verslagjaar verte genwoordigd door de heer J. G. Bloem.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1973 | | pagina 44