Arbitrage vernietiging achteraf geheel of ten dele in het bezit van derden waren gekomen. Teneinde een sluitend stelsel van toezicht te verkrijgen is bovendien voorge schreven, dat, wanneer een lid hetwelk de vertoningrechten op een film voor ons land bezit, een filmkopie definitief afstaat (bijv. door toezending aan de filmproducent) het hiervan mededeling moet doen aan het Bondsbureau. Er werden in 1973 in totaal 349 kopieën van hoofdfilms en 220 kopieën van korte films vernietigd. In al deze gevallen werden door het Bondsbureau certifi caten van vernietiging afgegeven, welke certificaten ten behoeve van de buiten landse licentiegevers mede zijn voorzien van een Duitse, Engelse en Franse tekst. REGLEMENT OP HET NAAMREGISTER Het aanbod van filmtitels ter inschrijving in het Naamregister nam toe. Het bedroeg 348 tegen 305 in het jaar 1972. Van die deponeringen betroffen er 33 een wijziging van reeds gedane inschrijvingen. Slechts enkele malen werden be zwaren ingediend tegen een per circulaire gepubliceerde nieuwe filmtitel, omdat zij teveel gelijkenis vertoonde met een reeds beschermde naam. Deze konden alle door bemiddeling van het Bondsbureau worden opgelost. LIJST VAN GEEN BEZWAAR Het aantal aanvragen betreffende de Lijst van Geen Bezwaar bedroeg dit jaar 1159 tegen 1576 in 1972. In 353 gevallen (366 in 1972) werd de plaatsing geweigerd. Bij deze aantallen zijn niet begrepen de leveranties via de Stichting Nederlands Filminstituut. De levering van films ten behoeve van leger, marine en luchtmacht geschiedde op de gebruikelijke wijze krachtens de met het Centraal Filmbureau der Krijgsmacht getroffen regeling. De levering van films ten behoeve van televisie-uitzendingen geschiedde met inachtneming van het gentleman's agree- ment met de N.O.S. en de omroepverenigingen. Het Hoofdbestuur heeft een nadere maatregel getroffen ter uitvoering van het Reglement op de Lijst van Geen Bezwaar. Krachtens deze maatregel is een alge mene machtiging verleend voor speciale filmvoorstellingen in bioscopen, met name ten behoeve van gastarbeiders. Met uitsluiting van de burgerlijke rechter zijn alle geschillen tussen leden van de Nederlandse Bioscoopbond en tussen leden en donateurs aan bondsarbitrage onderworpen. De geschillen worden in eerste instantie behandeld door de Com missie van Geschillen en in tweede instantie door de Raad van Beroep. De 1 eden-voorzitters en de leden van deze colleges treden reglementair elk jaar af, nadat de algemene ledenvergadering heeft plaats gevonden, doch zijn ter stond herbenoembaar. Op 8 augustus 1973 vonden de benoemingen respectievelijk herbenoemingen plaats voor het zittingsjaar 1973/1974. Door loting werden op 15 oktober op grond van artikel 12D van het Arbitrage Bondsreglement de Kamers ten over staan van het Hoofdbestuur vastgesteld. Over deze samenstelling en de werkzaamheid van beide colleges volgt hieronder

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1973 | | pagina 56