Afdeling C
van de heren H. C. van der Waarden, be
kend bioscooppionier te Tilburg en D.
Monnickendam, voormalig bedrijfsdirecteur
van enige bioscopen te Eindhoven en com
ponist van de muziek in talrijke Neder
landse speelfilms.
A. H. Pieterse, Secretaris.
INLEIDING
De verbetering van de bezoekcijfers en de
omzetten, die zich in 1971 manifesteerde
en die in 1972 een lichte stijging vertoonde,
heeft zich in 1973 op duidelijke wijze voort
gezet.
De landelijke stijging van de brutorecette
was 13,6 tegen 4,4 in 1972 en 13,9
in 1971.
Voor de Afdeling beliep deze stijging niet
minder dan 20 tegen 1,8 in 1972. Dit
wil zeggen, dat de totale brutorecette van
de tot onze Afdeling behorende bioscopen
steeg van 13,97 miljoen tot 16,84 miljoen
gulden.
Het aandeel van de Afdeling in de totale
brutorecette steeg van 15,2 in 1972 tot
16 in 1973, dit alles ondanks het feit dat
het aantal biocopen in onze Afdeling weder
om enigszins terugliep.
Het bezoekcijfer geeft eveneens een verheu
gend beeld te zien, hetgeen in 1972 niet
gezegd kon worden.
Landelijk was er sprake van een stijging
met 6,2 ten opzichte van 1972 en voor
onze Afdeling was dit ruim 9 Het aan
tal bezoekers beliep namelijk ruim 4,32 mil
joen tegen 3,95 miljoen in 1972.
Vastgesteld moet worden, dat deze opmer
kelijke vooruitgang voor een niet onbelang
rijk deel is toe te schrijven aan het succes
van een aantal Nederlandse hoofdfilms, dat
in de loop van het jaar in roulatie kwam,
waardoor de thans gesignaleerde sterke
vooruitgang een tijdelijk verschijnsel zou
kunnen zijn.
BESTUUR
Gedurende het verslagjaar was het Bestuur,
evenals in 1972, samengesteld uit de heren
H. Miedema, Voorzitter; C. van Liere, Pen
ningmeester; F. A. van Opbergen, G.
Schepel en J. van Willigen. Als Secretaris
trad wederom op de heer L. Claassen. Drs.
C. A. Voskuil fungeerde ook in 1973 als
gedelegeerde in de Bondsraad.
Het Bestuur kwam in 1973 slechts eenmaal
in vergadering bijeen en wel op 2 april,
hoofdzakelijk ter voorbereiding van de jaar
lijkse ledenvergadering.
Tevens kwam aan de orde het uitbrengen
van een advies aan de Commisise Nieuwe
Zaken betreffende een tweede permanente
bioscoop-A in Beverwijk. Bij gebrek aan
voldoende gegevens kon binnen de door de
Commissie gestelde termijn geen welover
wogen standpunt worden ingenomen, zodat
aan de Commissie werd verzocht de be
handeling van de aanvrage uit te stellen.
Er werd vervolgens, nadat aan dit verzoek
gevolg was gegeven, met de belanghebben
den overleg gepleegd en er is tenslotte een
gunstig advies aan de Comissie Nieuwe Za
ken uitgebracht.
Er werd voorts nog een gunstig advies aan
de Commissie Nieuwe Zaken uitgebracht in
zake de vestiging van een permanente bio
scoop-A in Valkenburg. Het betrof hier in
feite de voortzetting van een bedrijf, dat
reeds vroeger door hetzelfde lid was geëx
ploiteerd en waarin thans belangrijke ver
beteringen waren aangebracht.
Op 22 oktober werd een gezamenlijke
vergadering met het Bestuur van de Afde
ling B gehouden, waarin is gesproken over
het reeds enige tijd bestaande probleem van
de B.T.W.-aftrek. Het ging er daarbij in
hoofdzaak om, dat de vooraftrekregeling op
basis van 12 die voor 1973 bij wijze
van compromis zou gelden, gewijzigd zou
moeten worden in een voor alle betrokke
nen aanvaardbare definitieve regeling.
Zoals te verwachten viel, kwam men in
deze gecompliceerde materie niet onmiddel
lijk tot een oplossing en er werd derhalve
volstaan met de afspraak, dat enige Be
stuursleden nog eens zorgvuldig zouden be
rekenen op welke wijze met zo min moge
lijk schade voor de bioscoopondernemers
tot een aanvaardbare oplossing gekomen
zou kunnen worden. Op 31 december was
deze belangrijke aangelegenheid nog bij ver
schillende Bondscolleges in beraad.
In november kwam een verzoek om ad
vies binnen van het Bestuur der Be
drijfsafdeling Bioscoopexploitanten inzake
een suggestie van de Bedrijfsafdeling Film
verhuurders tot verschuiving van de prolon
gatiedeadline van maandag 12.00 uur naar
13.00 uur. Per het einde van het verslagjaar
was over deze aangelegenhend nog geen
standpunt bepaald.