tweede helft van het verslagjaar met een uiterst merkwaar
dig advies tot de Ministervan C.R.M, heeft gewend.
De inhoud van dit advies komt erop neer, dat de verstrek
king van overheidsgelden ten behoeve van filmproduktie
grondig zou moeten worden hervormd; dat overwogen
zou moeten worden de financiering van korte en lange
films in één fonds te combineren en dat er een groot aantal
regelingen zou moeten komen om de toewijzing van gelden,
respectievelijk de beoordeling van projecten beter te laten
verlopen, dan thans naar de mening van de Raad het
geval is.
Dit advies, waaruit een sterke hervormingsdrang spreekt,
maar waaruit onvoldoende duidelijk blijkt wat er aan de
huidige systematiek mankeert, werd in het bedrijf zeer
slecht ontvangen. Aan het einde van het jaar was nog niet
beslist op welke wijze tegen deze démarche van de Raad
voor de Kunst stelling zou worden genomen.
Jeugdfilms
Er kwamen 2 nieuwe jeugdfilms in roulatie, te weten „Dik
Trom weet raad", premièredatum 24 juni van Rex Film
uit Schinnen en Peter en de vliegende autobus", première
datum 23 december van Castor Films B.V. te Bussum. Voor
Rex Film betekende dit haar 32e film en voor Castor Films
B.V. was het de 3e jeugdfilm in successie.
De stijgende belangstelling voor Nederlandse jeugdfilms,
die in de afgelopen jaren kon worden waargenomen, is'
helaas in 1976 niet gecontinueerd. Het aantal bezoekers
daalde namelijk van 355.000 in 1975 naar ruim 309.000
in 1976. Daarbij moet in aanmerking worden genomen,
dat de nieuwe film van Castor Films, die zeer goed is ont
vangen, pas tegen het einde van het jaar zijn première
beleefde.
Korte films
Wegens het ontbreken van voldoend feitenmateriaal moet
ook ditmaal worden volstaan met het vermelden van de
indruk, dat de situatie op het terrein van de produktie van
korte films niet wezenlijk is verslechterd. Gezien het econo
mische klimaat bleef het bedrijfsleven terughoudend bij
het verstrekken van filmopdrachten.
Het aantal opdrachten dat van overheidswege onder andere
in de voorlichtingssector werd verstrekt, bleef volgens de
beschikbare informaties redelijk op peil. Naar schatting
zijn tussen de 50 en 60 opdrachtfilms afgeleverd, waarvan
ongeveer de helft voor rekening kwam van de overheid.
Er kwamen circa 20 nieuwe C.R.M.-films gereed, waar
onder opnieuw een zogeheten vierluik („Alle dagen feest").
Voor de produktie van korte kunstzinnige en culturele
films was in 1976 door C.R.M, 2.060.000,— beschik
baar gesteld, welke subsidiebedrag voor 1977 werd ver
hoogd tot 2.288.000,een stijging dus met ruim 11%.
Er zijn in 1976 ruim 800 nieuwe en aangepaste TV-com-
mercials geproduceerd, waarvan naar schatting circa 50%
door de bij onze organisatie aangesloten filmproduktie-
bedrijven werd vervaardigd. Getaxeerd wordt, dat in
1976 ongeveer 30% van de STER-films in het buitenland
zijn geproduceerd. Ten opzichte van 1975 zijn er derhalve
geen belangrijke verschillen te bespeuren. De reeds in
voorgaande jaren gesignaleerde verschuiving in de rich
ting van band/dia-produkties zette zich geleidelijk voort.
Op de filmproduktie had dit tot dusverre geen duidelijk
remmepde invloed. Beide media bestaan vooralsnog
vreedzaam naast elkaar.
LEDENTAL
Het aantal leden daalde van 36 naar 32, door het afvoeren
van Anglo Dutch Group Productions B.V., Jaap S.
Nieuwenhuis Deltafilm, en Herman van der Horst Film
produktie, alle wegens het overlijden van de directeur/
eigenaars en het faillissement van Rob du Mée/Parkfilm
B.V. (medio 1976).
Er zijn geen nieuwe leden toegevoegd, ofschoon wel enkele
lidmaatschapsaanvragen bij de Commissie Nieuwe Zaken
in behandeling waren.
Het aantal laboratoria en studio's bleef gehandhaafd op 11
Lijst van Geen Bezwaar
Er zijn in 1976 overeenkomstig adviezen van het Afde
lingsbestuur door het Hoofdbestuur 2 filmproduktiebedrij-
ven op de Lijst van Geen Bezwaar geplaatst, namelijk
Spieghel Film Producties v.o.f. en Horizon Films v.o.f.
Afgevoerd werd Paul Steenbergen jr. Film- en Video-
produkties, wegens opheffing van het bedrijf.
Het aantal bedrijven dat op de Lijst van Geen Bezwaar
was geplaatst steeg aldus van 20 tot 21. Aan enige van
deze bedrijven was al eerder door het bestuur de raad
gegeven om het Bondslidmaatschap aan te vragen, maar
dit leverde in 1976 nog geen beslissingen op. Overigens
werd tegen het einde van het jaar door het bestuur be
sloten om binnenkort ook een aantal andere bedrijven
te adviseren de lidmaatschapsprocedure in werking te
stellen, aangezien het onjuist wordt geacht een te groot aan
tal ondernemingen al te lang op de Lijst van Geen Bezwaar
te laten figureren.
IN MEMORIAM
Helaas moet op deze plaats melding worden gemaakt
van het plotselinge overlijden van Herman van der Horst
op 8 januari, in de leeftijd van 65 jaar. Zijn begrafenis
vond plaats op 12 januari in Beverwijk in aanwezigheid
van zeer vele vrienden en relaties, die hem daarmede de
laatste eer bewezen. Met hem is een groot Nederlands
filmer heen gegaan, die internationale bekendheid genoot.
Hij was een van onze pioniers, die wij niet licht zullen ver
geten.
VOORUITZICHTEN
Indien de voorspellingen van experts, dat 1977 voor de
nationale economie gunstiger perspectieven biedt dan
voorheen, bewaarheid worden, dan zou dat ook op het
terrein van de produktie van opdrachtfilms en andere"av-
media een positieve invloed kunnen hebben.
Uit dit verslag is voorts gebleken, dat voor het komende jaar
zeker 6 7 nieuwe hoofdfilms verwacht mogen worden.
Het succes daarvan zal in hoofdzaak bepalend zijn voor
een eventuele klimaatsverbetering in deze sector.
Organisatorisch kan op het een noch op het ander veel
invloed worden uitgeoefend. Hoogstens kan sprake zijn
van een zekere mate van begeleiding, wanneer daaraan
behoefte bestaat.
De elders in dit verslag gereleveerde besprekingen, res
pectievelijk onderhandelingen met andere organisaties -of
instellingen, zullen in 1977 worden voortgezet met het doel
ten gunste van de leden op de verschillende terreinen
tot tastbare resultaten te komen. De medewerking van de
betrokkenen, wanneer het bestuur daarom vraagt, blijft
daarbij steeds essentieel.
L. Claassen, Secretaris
54