Toepassing van statuten, reglementen en besluiten
Artikel 18 der Statuten
Krachtens artikel 18 der Statuten is het Hoofd
bestuur bevoegd disciplinair op te treden tegen
leden die Statuten, reglementen of besluiten van
de Bond hebben overtreden dan wel in strijd
hebben gehandeld met de algemene belangen
of de waardigheid van het Nederlandse film- en
bioscoopbedrijf. Als beroepsinstantie fungeert
conform de wettelijke voorschriften op het ge
bied van de disciplinaire rechtspraak het Col
lege van Appel, welk college eind 1978 was
samengesteld uit de heren Drs. F. L. Schims-
heimer, voorzitter, C. J. Blad en D. J. van Leen,
leden, alsmede G. H. J. Dujardin, Mr. J. M. van
der Flier, Mr. M. A. Graftdijk en Mr. W. B. H. A.
Heskes, plaatsvervangende leden. Mej. Mr.
C. A. Krietemeyer was wederom secretaris van
het College van Appel.
Het Hoofdbestuur heeft een lid-bioscoopexploi-
tant de straf van boete ten bedrage van 250,
opgelegd wegens herhaalde overtreding van
het Contributiereglement en het Bumaregle-
ment. Een ander lid-bioscoopexploitant, dat
zonder voorafgaande toestemming van de des
betreffende filmverhuurders en de Bond films
had onderverhuurd aan een niet-lid, werd
wegens overtreding van de Bondsvoorwaarden
en het Reglement op de Lijst van Geen Be
zwaar de straf van boete van 750,— opge
legd.
Lijst van Geen Bezwaar
Het Hoofdbestuur heeft ter zake van het Regle
ment op de Lijst van Geen Bezwaar nieuwe uit
voeringsmaatregelen getroffen. Voorzover deze
maatregelen de filmlevering ten behoeve van
besloten voorstellingen aangaan, is er aan de
principiële opzet van het tot nu toe gevoerde
beleid nauwelijks iets veranderd. Wel is het sys
teem vereenvoudigd, hetgeen mogelijk is ge
worden door een nadere rubricering van -de
soorten leveranties. Voorts heeft het Hoofdbe
stuur besloten een levering van beperkte aard
van moeilijk te exploiteren kunstzinnige films of
films van bijzonder kunsthistorische betekenis
aan niet-leden ten behoeve van openbare voor
stellingen mogelijk te maken. Ook hiervoor zijn
nadere normen vastgesteld. Met het oog hierop
is tevens een selectiecommissie in het leven
geroepen bestaande uit de heren: R. B. Bakker,
M. van Praag en J. Th. van Taalingen.
De regeling met het Centraal Filmbureau Krijgs
macht omtrent de levering van films ten behoe
ve van militaire kampementen is gecontinueerd.
Omtrent de uitvoering van de regeling hebben
besprekingen met het C.F.K. plaatsgevonden.
De voorziening van de Nederlandse televisie
met bioscoopfilms vond wederom plaats met
inachtneming van het gentlemen's agreement
met de N.O.S. en de omroepverenigingen.
Hiervoor zij verder verwezen naar vorenvermeld
hoofdstuk,.Televisie".
Filmvernietiging
Overeenkomstig het Reglement inzake het
toezicht op de vernietiging van filmkopieën dient
elk lid, dat het exploitatierecht op een hoofdfilm
of bijfilm voor Nederland bezit, een kopie van
zodanige film die hij wegens expiratie van be
doeld recht krachtens het licentiecontract ver
plicht is te vernietigen, aan het Bondsbureau
ter vernietiging aan te melden. De vernietiging
geschiedt bij de gemeentelijke vuilverbranding
te Amsterdam onder toezicht van het Bonds
bureau.
In het verslagjaar werden 715 kopieën van
hoofdfilms vernietigd (268 in 1977) en 309
kopieën van korte films (51 in 1977). Ten be
hoeve van de licentiehouders en -gevers wer
den in al deze gevallen certificaten van vernie
tiging afgegeven.
Reglement op het Naamregister
In 1978 werden 258 titels voor hoofdfilms ter
inschrijving aangeboden tegen 224 in 1977.
Van de ingeschreven filmnamen werden er 11
gewijzigd. In enkele gevallen konden kwesties
tussen filmverhuurders terzake van rechten op
filmtitels door bemiddeling van het Bonds
bureau worden opgelost.
In één titelkwestie besloot het Hoofdbestuur op
verzoek van een filmverhuurder de inschrijving
van een titel in het naamregister te weigeren,
omdat deze titel mede vanwege de combinatie
van woorden in hoofdzaak gelijkluidend was
met een reeds eerder ingeschreven titel van
voornoemde verhuurder.
37