Arbitrage
Filmbeleid
39
Eretekens
Het Hoofdbestuur verleent aan hen die gedu
rende 10, 25 of 40 jaar bij eenzelfde onder
neming in het Nederlandse film- en bioscoop
bedrijf in dienst zijn geweest, eretekens met bij
behorende oorkonden. De toekenning ge
schiedt op verzoek van het desbetreffende lid.
In 1979 zijn in totaal 60 eretekens uitgerekend
tegen 52 in 1978. Er werden één gouden bro
chette met briljant (voor dames) en 6 gouden
steekspelden met briljant (voor heren) toegekend
aan personeelsleden die tenminste 40 jaar bij
een onderneming werkzaam waren geweest.
Voorts werden 3 gouden brochettes en 17 gou
den steekspelden uitgereikt wegens een dienst
tijd van tenminste 25 jaar en 12 zilveren bro
chettes en 21 zilveren steekspelden voor een
diensttijd van tenminste 10 jaar.
Alle geschillen tussen de leden van de Neder
landse Bioscoopbond en tussen leden en dona
teurs zijn met uitsluiting van de burgerlijke rech
ter aan Bondsarbitrage onderworpen. In eerste
instantie worden zij behandeld door de Com
missie van Geschillen; in tweede instantie door
de Raad van Beroep.
Alle geschillen tussen leden van de Neder
landse Bioscoopbond en leden van de Neder
landse Vereniging van Bioscoopreclame-exploi
tanten zijn eveneens met uitsluiting van de bur
gerlijke rechter onderworpen aan arbitrage.
Deze geschillen worden behandeld door de Ge
mengde Commissie van Geschillen in eerste
instantie en door de Gemengde Raad van
Beroep in tweede instantie.
De samenstelling en de werkzaamheid van de
verschillende colleges zijn hieronder vermeld.
Commissievan Geschillen
Voorzitter: J. van Willigen.
Plv.v. Voorzitter: A. J. J. Duyvesteyn
Eerste Kamer: J. van Dommelen, lid-bioscoop-
exploitant, en B. H. Wilton, lid-filmverhuurder.
Tweede Kamer: Jhr. W. F. van Raab van Can-
stein, lid-bioscoopexploitant en P. M. Buis, lid-
filmverhuurder.
Derde Kamer: V. N. Reumer, lid-bioscoopex
ploitant, en Drs. W. J. A. van Roosmalen,
lid-filmverhuurder.
De voorzitter maakt bij de behandeling van een
geschil ook deel uit van de desbetreffende Ka
mer.
Secretaris: Mej. Mr. C. A. Krietemeyer.
In 1979 zijn drie geschillen (het jaar daarvoor
twee) aanhangig gemaakt door een donateur
tegen een lid-exploitant en twee door een niet-
lid tegen een lid-exploitant. Laatstgenoemde
niet-leden waren met de desbetreffende leden
overeengekomen alle geschillen ter beslechting
aan de Bondsarbitrage te onderwerpen.
Raad van Beroep
Voorzitter: Mr. W. L. van der Kolf; plaatsvervan
gend voorzitter: Mr. P. Y. Hondius.
Eerste Kamer: H. Miedema en F. H. W. Wey-
schedé, leden-bioscoopexploitanten; J. Arken
bouten P. Silvius, leden-filmverhuurders.
Tweede Kamer: Mr. P. A. Meerburg en Drs.
J. Ph. Wolff, leden-bioscoopexploitanten; W.
Hemelraad, lid-filmverhuurder, alsmede een
vacature.
Secretaris: J. Th. van Taalingen.
De voorzitter maakt bij de behandeling van een
geschil ook deel uit van de desbetreffende
Kamer.
In het verslagjaar werd geen hoger beroep aan
hangig gemaakt.
Het Hoofdbestuur heeft een Commissie Film
beleid ingesteld, teneinde het Hoofdbestuur te
adviseren omtrent het in te nemen standpunt ter
zake van het zogenaamde Plan Filmcentrum,
dat de Minister van Cultuur, Recreatie en Maat
schappelijk Werk bij brief van 24 augustus
1979 door de oude Raad voor de Kunst is aan
geboden. De commissie zal daarbij tevens het
filmbeleid van de organisatie aan een nadere
beschouwing onderwerpen. De commissie is
samengesteld uit de heren G. F. de Clerck,
R. H. Gerschtanowitz, R. A. P. Houwer, J. Th.
van Taalingen en R. Wijsmuller. Haar advies
kan in het voorjaar van 1980 worden verwacht.