Sociale aangelegenheden C.A.O. voor het Bioscoopbedrijf Er hebben zich gedurende het verslagjaar geen mutaties in de Sociale Commissie voor het Bio scoopbedrijf voorgedaan. Wel zal er begin 1981 een vacature ontstaan, zulks gezien de mede deling van de heer H. P. J. van der Hilst, dat hij wegens het bereiken van de VUT-gerechtig- de leeftijd zijn functie per het einde van het jaar zal neerleggen. Afgezien hiervan was de com missie in 1980 als volgt samengesteld: de heren Mr. H. C. Bitter, 'Voorzitter; A. Denker, R. H. Gerschtanowitz, Drs. M. Sanders en Drs. C. A. Voskuil, leden-werkgevers, alsmede de heren A. J. Engelsman en H. P. J. van der Hilst, leden-werknemers namens de Dienstenbonden FNV, en W. P. van Santé en G. B. de Graaft, leden-werknemers namens de Voedingsbon den FNV. Als secretaris fungeerde de heer L. Claassen, daarbij geassisteerd door de heer B. F. M. A. Schiphorst. De commissie kwam gedurende het verslagjaar zesmaal in vergadering bijeen, zulks ondanks het feit, dat als gevolg van de loonmaatregel die van overheidswege werden afgekondigd, in dit jaar geen nieuwe CAO tot stand kon ko men. Dit nam niet weg, dat naast beraad tussen de werkgeversgedelegeerden onderling, enige ma len overleg is gepleegd met het Bestuur van de Bedrijfsafdeling Bioscoopexploitanten over de werknemersvoorstellen. Per het einde van het verslagjaar had al dit be raad nog niet tot overeenstemming tussen werk gevers- en werknemersgedelegeerden geleid. Van werknemerszijde was in april een groot aantal voorstellen tot wijziging van de CAO ge daan, die na het expireren van de loonmaat regelen - verwacht werd per 1 januari 1981 - van kracht zouden kunnen worden. De werkge versvertegenwoordigers hebben daarop na uit voerige onderhandelingen met tegenvoor stellen gereageerd, waarbij ten dele aan de wensen van de werknemers werd tegemoet ge komen. Speciaal over de hieronder bij punt 3 genoemde provisieregeling is zeer langdurig onderhandeld en deze kwam tenslotte in de plaats van een algemene initiële loonsver hoging. Aangezien daardoor de operateurs bui ten de verbetering zouden vallen werd voor hen in een later stadium 1% initieel geaccordeerd. De werknemers vonden het totaalpakket ech ter niet voldoende en dit leidde er toe dat de onderhandelingen in het laatste kwartaal door de werkgevers moesten worden afgebroken. De voorstellen van werkgeverszijde zagen er toen als volgt uit: 1. Per 1 januari 1981 zal een prijscompen satie worden gegeven met een minimum van 260,per procent op jaarbasis en een maximum van 450,per procent op jaarbasis. 2. De lonen van de operateurs zullen per 1 januari 1981 met 1% initieel worden ver hoogd. De verhoging zal worden toege past op het loon dat gold per 1 juli 1980 verhoogd met de toen van kracht geworden toeslag van 26,—. Op het aldus verhoog de loon zal de prijscompensatie als bedoeld onder punt 1 worden toegepast. 3. Per 1 april 1981 zal een uniforme provisie regeling in werking treden ter hoogte van 272% van de netto buffetomzet minus BTW en minus ƒ25,per werknemer per maand voortvloeiend uit de bestaande rege ling, metdien verstande dat: a. de desbetreffende bedragen per bio scoop in een potgestortzullen worden; b. de werkgever of diens bedrijfsleider van de betrokken bioscoop, per maand of per kwartaal de verdeling pro rata, zal verzorgen onder de bij de buffetverkoop betrokken werknemers, inclusief de bedrijfsleider. Er is afgesproken dat genoemd percentage voorlopig niet voor wijziging vatbaar zal zijn door periodieke verhogingen of anderszins; voorts is afgesproken dat zodra de nodige ervaring is opgedaan, de methodiek van de verdeling der provisie-inkomsten opnieuw bespreekbaar zal zijn. 4. Per 1 januari 1981 zal er één extra va kantiedag worden gegeven, welke als ver plichte snipperdag gebruikt kan worden. 5. De in de VUT-CAO genoemde onderste leeftijdsgrens zal worden verlaagd van 63 tot 62 jaar, mits dit niet premieverhogend werkt. 6. Er zal wijziging worden gebracht in de bepa ling inzake arbeidsongeschiktheid, in zo verre dat de CAO zal worden aangepast 22

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1980 | | pagina 24