aan de nieuwe wettelijke regeling, waarbij over inkomsten afkomstig van overwerk geen ziekengeld zal worden uitgekeerd. Een uitzondering zal gelden voor overwerk dat een regelmatig karakter draagt. 7. Er zal een nog nader te formuleren anti discriminatie clausule in de CAO worden opgenomen. 8. Per 1 april 1981 zal het administratief per soneel van de bioscopen in de CAO wor den opgenomen, voorlopig alleen voor wat betreft de functie-omschrijvingen. 9. De werkgeversbijdrage aan het vakbonds werk voor het contractjaar 1980/81 wordt verhoogd van 28.000,—tot 30.000 Aan het einde van het jaar was bekend, dat de werknemersgedelegeerden de onderhan delingen wilden voortzetten indien een com pensatie, bij voorkeur in de vorm van werktijd verkorting, voor de 2% loonmatiging per 1 ja nuari 1981, bespreekbaar zou zijn. Op grond hiervan zijn de onderhandelingen begin 1981 hervat. Teneinde onder andere op het terrein van de regelingen voor Vrijwillige Vervroegde Uittre ding over gegevens te kunnen beschikken en ook overigens beter geïnformeerd te zijn over het personeelsbestand in de bioscopen, werd met instemming van het Hoofdbestuur van de Bond eind 1979 een uitgebreide personeels enquête ingesteld die in het voorjaar van 1980 kon worden afgerond. Over het algemeen werd door het bedrijf op vlotte wijze aan dit onder zoek medegewerkt. Er is vastgesteld dat het totale bioscoopper soneel uit circa 3000 personen bestaat, onder wie een relatief groot aantal parttime-medewer kers. De leeftijdsopbouw laat zien, dat de grote meer derheid van de werknemers jonger is dan 50 jaar (ruim 70%). Van 60 tot en met 64 jaar zijn 59 werknemers geteld. Kortom er is ten be hoeve van het sociaal overleg een hoeveelheid nuttig cijfermateriaal ter beschikking gekomen dat echter periodiek via vervolgenquetes ge verifieerd zal moeten worden om zijn waarde te blijven behouden. Van de VUT-regeling maakten gedurende het verslagjaar slechts twee personen gebruik, zodat er vooralsnog geen aanleiding was om de destijds vastgestelde werkgeverspremie van 1.25% te herzien. Het bestuur van de VUT-Stichting voor het bioscoopbedrijf bestond voor de eerste maal uit de heren Drs. M. Sanders en Drs. C. A. Vos kuil, leden-werkgevers, en de heren A. J. Engelsman, W. Bouwmeester en W. P. van San- te, leden-werknemers. Er was een vacature van werkgeversltd. Als administrateur fungeerde het Gemeen schappelijk Administratiekantoor (GAK) te Am sterdam. Wat betreft de loonontwikkeling in 1980 kan worden gerapporteerd, dat het wettelijk mini mumloon per 1 januari 1980 is verhoogd met 2% tot 1.826,50 per maand. Op 1 juli 1980 vond een verhoging plaats van bijna 2% tot 1.862,90 per maand. In de maand decem ber moest een toeslag van ƒ45,50 bruto wor den gegeven aan werknemers van 21 jaar en ouder en in december werd bekend, dat per 1 januari 1981 het minimumloon met circa 1% zou worden verhoogd tot 1.882,40 bruto per maand. De overige lonen ondergingen op 1 januari een verhoging via de looncompensatierege- ling met 2.54% en een vloer van ƒ240,per procent op jaarbasis, zijnde een minimum ver hoging van 50,80 per maand. Op 1 juli mocht op grond van overheidsmaat regelen geen compensatie worden gegeven en werd volstaan met een toeslag van 26,per maand. In december werd aangekondigd, dat de prijscompensatie van 1 januari 1981, die op grond van de indexcijfers 2.8% zou bedragen, wegens een beperkt loonmatigingsbesluit van de regering teruggebracht moest worden tot 0,8%. Er is hierbij volgens de oude CAO een vloer van 240,per procent op jaarbasis gehanteerd, zodat de minimum verhoging ƒ16,bruto per maand bedraagt. 23

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1980 | | pagina 25