Toepassing van Statuten, reglementen en besluiten Artikel 18 der Statuten Krachtens artikel 18 der Statuten is het Hoofd bestuur bevoegd disciplinair op te treden tegen leden die Statuten, reglementen of besluiten van de Bond hebben overtreden dan wel in strijd hebben gehandeld met de algemene belangen of de waardigheid van het Nederlandse film- en bioscoopbedrijf. Als beroepsinstantie fungeert conform de wettelijke voorschriften op het ge bied van de disciplinaire rechtspraak het Colle ge van Appel, welk college eind 1980 was sa mengesteld uit de heren Drs. F. L. Schimshei- mer, voorzitter, Drs. W. Hofman, Mr. P. Y. Hon- dius, Mr. W. L. van der Kolf en P. J. N. R. Ooms, leden, alsmede Mr. F. J. M. van der Flier, Mr. M. A. Graftdijk, Mr. W. B. H. A. Heskes en G. J. H. Dujardin, plaatsvervangende leden. Mej. Mr. C. A. Krietemeyer fungeerde als secretaris van het College van Appel. Het Hoofdbestuur heefteen lid-bioscoopexploi- tant de straf van waarschuwing opgelegd wegens handelen in strijd met de algemene be langen en de waardigheid van het Nederlandse film-en bioscoopbedrijf. Lijst van Geen Bezwaar Het sterk vereenvoudigde systeem dat het Hoofdbestuur krachtens uitvoeringsmaatregel van het Reglement op de Lijst van Geen Be zwaar heeft vastgesteld, heeft in het verslagjaar in het algemeen naar behoren gefunctioneerd. De regeling maakt naast filmleveranties ten be hoeve van besloten voorstellingen ook levering van beperkte aard mogelijk aan niet-leden voor openbare vertoning van moeilijk te exploiteren kunstzinnige films of films van bijzondere kunst historische betekenis. In dit verband dient te vens melding te worden gemaakt van de rege ling met het Centraal Filmbureau Krijgsmacht betreffende de levering van films voor vertoning in militaire kampementen. Deze regeling, die kort na de oorlog tot stand is gekomen, is in de loop der jaren aan de gewijzigde omstandig heden aangepast. De voorziening van de Nederlandse televisie met bioscoopfilms vond wederom plaats op ba sis van het gentlemen's agreement met de N.O.S. en de omroepverenigingen. Dien aangaande wordt verwezen naar het hiervoor opgenomen hoofdstuk „Televisie". Filmvernietiging Overeenkomstig het Reglement inzake het toe zicht op de vernietiging van filmkopieën dient elk lid, dat het exploitatierecht op een hoofd film of bijfilm voor Nederland bezit, een kopie van zodanige film die hij wegens expiratie van bedoeld recht krachtens het licentiecontract verplicht is te vernietigen, aan het Bondsbureau ter vernietiging aan te melden. De vernietiging geschiedt bij de gemeentelijke vuilverbranding te Amsterdam onder toezicht van twee mede werkers van het Bondsbureau. In het verslagjaar werden 838 kopieën van hoofdfilms vernietigd (1.300 in 1979) en 244 kopieën van korte films (671 in 1979). Ten behoeve van de licentie houders en -gevers werden in al deze gevallen certificaten van vernietiging afgegeven. Uitkeringen aan oud-werknemers Ingevolge besluit van de algemene ledenverga dering van 1957 is het Hoofdbestuur gemach tigd om uitkeringen uit de Bondskas te doen aan oud-werknemers in het film- en bioscoopbedrijf die bij het tot stand komen van de bedrijfs pensioenregeling in 1958 reeds 65 jaar of ouder waren en derhalve niet meer in aanmerking konden komen voor uitkeringen uit het Bedrijfs pensioenfonds. Ook nagelaten betrekkingen kunnen van deze regeling profiteren. Het aantal personen dat uit dien hoofde uitkeringen uit de Bondskas ontving, bedroeg einde 1980 vier. Krachtens besluit van de Bondsraad worden de uitkeringen voortaan aan de prijsontwikkeling aangepast. Eretekens Het Hoofdbestuur verleent aan hen die gedu rende 10, 25 of 40 jaar bij eenzelfde onder neming in het Nederlandse film- en bioscoop bedrijf in dienst zijn geweest, eretekens met bij behorende oorkonden. De toekenning ge schiedt op verzoek van het desbetreffende lid. In 1980 zijn in totaal 65 eretekens uitgereikt tegen 60 in 1979. Er werden één gouden bro chette met briljant (voor dames) en 6 gouden steekspelden met briljant (voor heren) toege kend aan personeelsleden die tenminste 40 jaar bij een onderneming werkzaam waren 40

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1980 | | pagina 42