48 ploitantenleden in het Hoofdbestuur te steunen geen limiet meer te stellen aan de termijn waarbinnen rode kaarten kun nen worden verzonden en te trachten de termijnen waarbin nen filmhuurbetaling en het inzenden van afrekenstaten dient te geschieden, te verlengen. Nadat bleek dat de filmverhuurders deze voorstellen als on aanvaardbaar verworpen hadden werd tenslotte een spoed vergadering van de Raad bijeen geroepen op 10 december, waar werd besloten de tijdens de aansluitende vergadering van de Bondsraad ter tafel liggende stringente eisen hierom trent niet bindend te laten accepteren, doch onderhande- lingsmogelijkheden betreffende een eventuele aanpassing daarvan open te kunnen houden. Het Bestuur hield zich gedurende het verslagjaar intensief bezig met besprekingen met de leden-werkgevers in de So ciale Commissie over de CAO-onderhandelingen; aan het eind van het verslagjaar waren deze onderhandelingen nog niet afgerond. Tevens werden de in 1979 opnieuw gestarte onderhandelin gen over een mogelijke aanpassing van de filmhuurcondities met het Bestuur van de Bedrijfsafdeling Filmverhuurders voortgezet. Het in 1979 reeds aangekondigde rentabliliteits- onderzoek bij een zestal (première)theaters in de Afdelingen A, B en C vond plaats en aan de hand van de resultaten daarin vermeld werd besloten tot het instellen van een werk- commissie, bestaande uit 4 leden, 2 vertegenwoordigers per afdeling. Zodra deze commissie een aantal concrete voor stellen kan voorleggen, zal het overleg op bestuurlijk niveau worden voortgezet. Aan het eind van het verslagjaar had de commissie zijn werkzaamheden nog niet afgerond. Het bestuur verstrekte tevens een aantal adviezen aan de Commissie Nieuwe Zaken met betrekking tot aanvragen tot vestiging van nieuwe theaters in de afdeling A. Behandeld werden aanvragen voor Royal 3 tot en met 5 te Den Haag ingediend door Royal Film B.V.; voor Cinerama 2, 3 en 5 te Rotterdam ingediend door Cinerama Exhibitors Nederland B.V., welke gunstig werden beoordeeld en voor de Movies 3 te Amsterdam ingediend door The Movies B.V., welke aanvraag het Bestuur adviseerde niet te hono reren. Aan het eind van het verslagjaar was het Bestuur als volgt samengesteld: J. van Willigen, voorzitter; H. Miedema, vice-voorzitter; H. Holman, penningmeester alsmede Mr. P.A. Meerburg en Drs. J.Ph. Wolff. Als waarnemend secre taris fungeerde mevrouw M.C. Snijder van Wissenkerke. Samenstelling Exploitantenraad In de samenstelling van de Raad trad in 1980 slechts één wij ziging op: In de in 1979 ontstane vacature in de afdeling B werd voorzien doordat het toen aftredende lid, de heer H.W.M. Janssen, gedurende 1980 weer voldeed aan de ver eisten; derhalve werd de heer Janssen opnieuw benoemd. De Raad was aan het eind van het verslagjaar als volgt sa mengesteld: J. van Willigen, voorzitter; R.H. Gerschtano- witz, CA. Koppies en Mr. P.A. Meerburg namens de Afde ling A; J. van Dommelen, H.W.M. Janssen, R. Nassette, L. van Praag en Drs. J.Ph. Wolff namens de Afdeling B; H. Miedema, Drs. M. Sanders, G. Schepel, Drs. CA. Voskuil en W.C. Wertwijn namens de Afdeling C; H. Holman, V.N. Reumer en E. Wierda namens de Afdeling D. Gedelegeerden in de Bondsraad volgens artikel 37 van het Reglement van de Bedrijfsafdeling Bioscoopexploitanten waren de heren O.B.W. Douwes Dekker (B); P. Vink (C) en S.M. Spanjaart (D). Ook in 1980 bestonden er in de Afdeling A twee vacatures alsmede een vacature ten aanzien van de gedelegeerde in de Bondsraad. Als gebruikelijk adviseerde de Raad het Hoofdbestuur met betrekking tot benoemingen van leden in de diverse regle mentaire commissies. Algemeen Ook in 1980 liep het bioscoopbezoek weer verder terug ten opzichte van 1979 met 1,6%. Het bioscooppark werd uitgebreid met 25 theaters. De grootste uitbreiding vond plaats in de Afdeling C met 16 bio scopen. In de Afdeling A werden 5 theaters geopend en in de Afde ling B 4. 9 Bioscopen werden in 1980 gesloten; 1 daarvan in de Afdeling A, 2 in de Afdeling B, 1 in de Afdeling C en 5 in de Afdeling D. Aan het einde van het verslagjaar telde Ne derland 524 bioscopen. Het aandeel per afdeling in de totale bruto-recette was in 1980: Afdeling A: 32,9% (in 1979 33,1%) Afdeling B: 41,3% (in 1979 40,4%) Afdeling C: 20,0% (in 1979 20,3%) Afdeling D: 5,8% (in 1979 6,0%) Het procentuele aandeel per afdeling in het totale bioscoop bezoek was als volgt: Afdeling A Afdeling B Afdeling C Afdeling D 29,3% 38,0% 19,5% 13,2% In de samenstelling van de afdelingen traden ook in 1980 weer een aantal mutaties op: Delft (was C) werd ingedeeld in B; Ede, Hellevoetsluis, Spijkernisse en Texel (den Burg) (waren D) werden ingedeeld in C; Valkenburg (was C) werd ingedeeld in D.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1980 | | pagina 49