Afdeling B 55 een aanzienlijk hoger bedrag inbrengt. Men stelde vast dat in principe de financiële toestand van het bedrijf zodanig is, dat deze verhoogde bijdrage vrijwel niet kon worden opge bracht; toch was men van mening dat gezien het handha ven van een goede sfeer met de overheid toch moest wor den getracht op welke wijze dan ook te voldoen aan het ver zoek van de Minister. Aan het eind van het verslagjaar bestond het Bestuur uit de heren Mr. P.A. Meerburg, voorzitter, alsmede R.H. Gersch- tanowitz en CA. Koppies. Vacatures bestonden er ten aan zien van twee bestuursfuncties alsmede van een gedele geerde in de Bondsraad. Als waarnemend secretaris fun geerde mevrouw M.C. Snijder van Wissenkerke. Algemeen Gedurende het verslagjaar heeft het Bestuur zich intensief bezig gehouden met het reclamebeleid in de afdeling. Het reclamebureau Sell More Advertising B.V., dat in 1979 al de wekelijkse bioscoopagenda in Amsterdam verzorgde, kreeg in 1980 de opdracht dit eveneens voor Den Haag en Rotter dam te gaan doen, hetgeen een duidelijke kostenbesparing zou kunnen opleveren. Tevens werd aandacht besteed aan een veranderde opzet voor première-advertenties, in eerste instantie alleen voor Amsterdam en met name in de Telegraaf. Mocht echter de ze opzet de beoogde kostenbesparing inderdaad tot stand brengen, dan kunnen identieke plannen gemaakt worden voor Den Haag en Rotterdam. Enige problemen ontstonden er ten aanzien van de wekelijk se ladderadvertentie in Amsterdam; door een bepaalde ver menging van bioscopen van leden-exploitanten en filmhui zen ontstond een oneigenlijk gebruik van advertentieruimte binnen deze kaderadvertentie. Met ingang van 1981 is dit dan ook niet meer mogelijk. Filmhuizen kunnen nu nog slechts in een eigen kader hun weekprogramma aankondi gen. Gedurende het verslagjaar werden 5 nieuwe bioscopen geo pend, 1 - Cinema International 2, in Amsterdam en 4 - Ode- on 5 en Royal 3 tot en met 5, te Den Haag. Gesloten werd het Cinétol Theater in Amsterdam. Derhalve telde de Afdeling op 31 december 112 bioscopen, 48 daarvan waren gesitueerd in Amsterdam, 28 in Rotter dam en 36 in Den Haag. Het aandeel van de Afdeling A in de bruto recette van de to tale Bedrijfsafdeling Bioscoopexploitanten bedroeg 32,9% tegen 33,1% in 1979. Vergaderingen en Bestuur Gedurende het verslagjaar werden 3 ledenvergaderingen gehouden en 4 Bestuursvergaderingen. Op 7 februari vond een buitengewone ledenvergadering plaats ter behandeling van een aantal wijzigingsvoorstellen van het Hoofdbestuur terzake van het Reglement inzake Filmexploitatierechten en van het Reglement op de Lijst van Geen Bezwaar. Voor beide reglementen gold dat de wijzi gingen betrekking hadden op de wens van de leden filmverhuurders om zo spoedig mogelijk een regeling betref fende video-rechten tot stand te brengen. De vergadering ging akkoord met de voorgestelde wijzigin gen, evenals met het wijzigingsvoorstel van artikel 11 A van het Algemeen Bondsreglement dat voorziet in de problema tiek die is gerezen ten aanzien van de samenstelling van het College van Appel. Op 17 april vond de jaarlijkse Algemene Ledenvergadering plaats. Tijdens deze vergadering werden de jaarstukken van de Afdeling goedgekeurd, alsmede het jaarverslag en de fi nanciële stukken van de Bond. De reglementair aftredende bestuursleden de heren J. van Dommelen en Drs. J.Ph. Wolff werden bij enkele kandi daatstelling met algemene stemmen opnieuw benoemd. De heer Wolff werd tevens voor een nieuwe periode be noemd tot voorzitter. In de reeds bestaande vacature werd tijdens deze vergadering niet voorzien doch gedurende het verslagjaar werd de gemeente Delft opnieuw ingedeeld in de afdeling B; de heer H.W.M. Janssen, exploitant in deze gemeente, die in 1979 als bestuurslid diende af te treden wegens verlies der vereisten, werd vervolgens wederom met algemene stemmen tot lid van het Bestuur in de Afde ling B benoemd. Op 31 oktober tenslotte vond een buitengewone ledenver gadering plaats in Hotel De Witte te Amersfoort. Omdat mocht worden aangenomen dat dit de laatste verga dering van de Afdeling B als afdeling zou zijn, gezien de hoofdbestuursvoorstellen, die een ingrijpende wijziging in hielden van de structuur van de (Bedrijfs)Afdeling Bio scoopexploitanten, terzake van de behandeling waarvan de ze vergadering bijeen was geroepen, meende het Bestuur de eigenlijke vergadering te moeten omlijsten met een aan tal evenementen ten behoeve van de leden en hun partners. Algemeen werd door de aanwezigen geconstateerd dat dit initiatief had geresulteerd in een zeer geanimeerde dag. De vergadering kon zich verenigen met de reorganisatie voorstellen terzake van het tot stand komen van één lande lijke Afdeling Bioscoopexploitanten, met dien verstande dat het bestuur - in het voorstel bestaande uit 13 personen -zou worden uitgebreid tot 15 personen. Met name achtte men de vertegenwoordiging van de exploitanten in de Bonds raad in verhouding tot de overige afdelingen niet reëel, waarnaast men tevens vond dat de delegatie in het Bestuur van de afdelingen C en D uitgebreid diende te worden. Te vens werd besloten de Exploitantenraad te adviseren nog een aantal minder ingrijpende, doch wel principiële wijzigin-

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1980 | | pagina 56