K.N.O.V.
Oe Nederlandse Bioscoopbond was ook in 1984 aangesloten bij het Koninklijk Nederlands Ondernemers
verbond. Bij de behandeling van problemen op sociaal gebied wordt een nuttig gebruik gemaakt van de
diensten van het K.N.O.V., welke organisatie speciaal de belangen van middelgrote en kleinere bedrijven
behart igt
3edr i j fspens ioenfonds
In het Bestuur van de Stichting Bedrijfspensioenfonds voor het Film- en Bioscoopbedrijf hadden eind 1984
zitting de volgende werkgevers-1 edenF.de Boef, W.van Dommelen, L.J.M.de Groot, Drs.W.J.A.van Roosmalen,
J.Th.van Taalingen, W.C.Wertwijn en Mr.G.J.WoutersWerknemers-leden waren: J.van der Belt,
G.A.P.Bovendeert, D.Brus, P.Diepeveen, BJ.CLeferink, D.J.H.Swart en Mevrouw M.K.E.Veenstra
Krachtens besluit van het bestuur werden alle bestaande pensioenaanspraken ingaande 1 januari 1984 weder
om met 11 verhoogd. Deze verhoging werd berekend over het reeds opgebouwde recht met inbegrip van de vo
rige verhogingen. De reeds ingegane pensioenen en de toegekende premievrïje rechten zijn op dezelfde wijze
verhoogd. Bij de aanvang van het verslagjaar werd aan 7^3 gepensioneerden ouderdomspensioen uitgekeerd.
Er waren 326 weduwen die weduwenpensioen ontvingen. Voorts werd aan 16 kinderen een wezenpensioen uit
gekeerd. Begin 1984 bedroeg het aantal deelnemers 1.154. Een aantal ondernemingen was gedispenseerd van de
verplichting tot premiebetaling aan het fonds voor het gehele personeel of een deel ervan. Deze dispensa
ties hadden betrekking op ongeveer 450 werknemers. De gedispenseerde ondernemingen dienen pensioenrege
lingen te hebben die tenminste gelijkwaardig zijn aan die van het Bedrijfspensioenfonds.
Als administrateur van het fonds fungeerde wederom het Gemeenschappelijk Administratiekantoor te Amsterdam,