haar rapport voorgelegd aan het Bondsbestuur. Na wijziging op enkele punten is dit rapport vervolgens goedgekeurd en vastgesteld door het Bondsbestuur in zijn vergadering van 31 oktober. De taken van de Bond De commissie constateert dat er verschillende om standigheden zijn die een ingrijpende herziening no dig maken: de gewijzigde marktverhoudingen, waardoor de bestaande reglementaire bepalingen niet altijd de facto kunnen worden afgedwongen en die er ook toe hebben geleid dat aan een deel van de bestaande regels geen behoefte meer bestaat; - de verminderde beschikbaarheid c.q. inzet van de leden voor het bemannen van besturen en commis sies; - de regelgeving van de E.G. Men heeft zich vervolgens afgevraagd welke taken de Bond centraal moet blijven verrichten, welke taken beter door de afzonderlijke geledingen kunnen wor den verricht en welke activiteiten beter buiten de re gelgeving zouden kunnen vallen. Naar het oordeel van de commissie zou een belangenorganisatie voor de gehele bedrijfskolom in ieder geval de volgende taken moeten verrichten: behartiging van parallelle belangen, externe belangenbehartiging van gezamen lijke (doch niet noodzakelijkerwijs) parallel lopende belangen, filmvervoer, inning van Buma-gelden, arbi trage, statistiek, bedrijfspensioenfonds, collectieve stimuleringsacties, onderzoek en voorlichting en het uitgeven van een bondsorgaan. Een aantal van deze taken kunnen alleen worden verricht door samenwer king in een bond van meer dan één geleding. Andere taken kunnen ook op andere wijze worden verricht doch zijn beter uitvoerbaar bij onderlinge samenwer king. Onderling handelsverkeer De reglementering van het onderling handelsverkeer is thans vastgelegd in een groot aantal Bondsregle menten, waarvan sommige bepalingen van een oude datum zijn. De commissie heeft vastgesteld dat een deel daarvan gewijzigd dient te worden respectievelijk kan vervallen op grond van gewijzigde marktverhou dingen en/of op grond van de kartelwetgeving. Reguleringen van het handelsverkeer zijn er om te voorkomen dat leden ten detrimente van anderen hun belangen op korte termijn laten prevaleren boven hun belangen op lange termijn. Deze regelingen konden en kunnen dan ook niet in essentie in strijd zijn met bestaande marktverhoudingen. Een goede reglemen tering van het onderling handelsverkeer dient dan ook in grote trekken overeen te komen met datgene dat tot stand zou komen in vrije onderhandelingen door niet kortzichtige marktpartijen. De ideale situatie zou zijn als reglementen die betrek king hebben op praktische zaken, zeer frequent aan veranderende omstandigheden worden aangepast. Dit gebeurt in het algemeen niet vaak genoeg, waar door een deel van de reglementering niet meer aan sluit bij de praktijk en dus niet meer wordt nageleefd. Dit doet zich echter niet voor bij verdragen. Bepalin gen van een verdrag verliezen hun geldigheid na af loop van de verdragsduur, zodat de betrokken par tijen telkens opnieuw zullen moeten onderhandelen en zij er op toe zullen zien dat verouderde bepalingen worden geschrapt of aangepast. Regelingen betreffende het onderlinge handelsver keer hebben weinig zin als er geen mogelijkheid is om de naleving ervan te handhaven. De mogelijkheid van de NBB om deze naleving af te dwingen berust de facto op de exclusief verkeersregeling. De commissie is van mening dat de exclusief verkeersregeling wel iswaar ter discussie kan worden gesteld, doch dat het onjuist zou zijn te veronderstellen dat elke onderne ming op basis van vrijwillilgheid lid zal worden en blijven. Hoewel de voordelen van een aantal collec tieve regelingen evident zijn, zullen ondernemingen met een sterke marktpositie deze voordelen zeker afwegen tegen de nadelen die naleving van bepaalde regelingen met zich meebrengen. Advisering De eventuele noodzaak om de regels van de NBB aan te passen aan de regels van de EG en het inzicht dat bepaalde delen van het vestigingsreglement door zui ver economische oorzaken wellicht niet meer te hand- havel zullen zijn, heeft binnen de NBB de behoefte doen ontstaan om hieromtrent adviezen in te winnen. Zo heeft de Commissie Vestigingsnormen aan het Bondsbestuur geadviseerd te laten onderzoeken in hoeverre bestaande vestigingsnormen zouden kun nen worden vervangen door het verbod van bepaalde vormen van misbruik van economische macht. Mede op grond hiervan heeft de Bondsraad besloten advie zen in te winnen over de mogelijkheid bepaalde aspec ten van het onderling handelsverkeer te blijven rege len, waarbij zowel de praktische hanteerbaarheid als de wettelijke toelaatbaarheid diende te worden be zien. Op basis van de bij een aantal deskundigen ingewon nen adviezen kon worden geconcludeerd dat regelin gen met betrekking tot concurrentievervalsing in ruime zin niet in strijd hoeven te zijn met het EG recht, mits kan worden aangetoond dat dergelijke regelingen noodzakelijk zijn voor de continuïteit van ondernemingen in de bedrijfstak. Hiertoe zou een economisch onderzoek moeten worden verricht. 14

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1989 | | pagina 15