De kassière
Voorts achtten de geraadpleegde deskundigen het
noodzakelijk dat regelingen betreffende het onderling
handelsverkeer niet in Bondsreglementen maar in
verdragen tussen de betreffende geledingen dienden
te worden neergelegd.
Federale structuur
Onder aanhaling van bovengenoemde adviezen con
stateert de commissie in haar rapport dat duidelijk is
geworden dat het nodig is initiatief en zeggenschap
gedeeltelijk te verschuiven naar de geledingsorganisa
ties. Afgezien van het feit dat een federale structuur
wenselijk is met het oog op kartelbepalingen, zijn er
ook overwegingen van andere aard om voor een fe
derale structuur te kiezen. Het betreft hier het voor
komen van onnodige en ongewenste dupliceringen bij
besluitvorming; de omstandigheid dat voor een aan
tal taken van de organisatie geen bestuursbesluiten
nodig zijn (het bestuur heeft hier slechts een toezicht
houdende taak), zodat het overkoepelende bestuur
zich hoofdzakelijk zal bezighouden met beleid t.a.v.
de externe belangenbehartiging; de wenselijkheid van
een nieuw elan van de organisatie, hetgeen slechts kan
worden bereikt door middel van een werkelijk nieuwe
opzet; het ontstaan van de mogelijkheid op gemakke
lijke wijze te komen tot een cinamatografische asso
ciatie indien wordt uitgegaan van een opzet waarbij
semi-autonome verenigingen zijn ondergebracht in
een federatie met een overkoepelend bestuur.
Bij een federale opzet berusten de volgende taken en
verantwoordelijkheden bij de geledingsorganisaties
(de aangesloten verenigingen):
regelingen met betrekking tot de relaties tussen
ondernemingen die tot de desbetreffende geleding
behoren;
het sluiten van overeenkomsten betreffende aspec
ten van het handelsverkeer tussen de eigen geleding
en één of meer geledingen van de bedrijfskolom;
de vertegenwoordiging in Europese belangenorga
nisaties van uitsluitend de betreffende geleding;
- voorlichting e.d. aan de leden van de eigen gele
ding;
het sluiten van collectieve arbeidsovereenkomsten
(voor zover in aanmerking komend).
In het federatieve verband hebben de aangesloten
verenigingen de bevoegdheid interne regelingen vast
te stellen en overeenkomsten met elkaar te sluiten.
Ten aanzien daarvan heeft het federatiebestuur de
bevoegdheid van marginale toetsing. De belangrijk
ste taak van het federatiebestuur ligt echter bij de
externe belangenbehartiging. Deze bevoegdheid
dient dan ook door de verenigingen van respectieve-
15