Nederlandse Vereniging van Speelfilmproducenten
Voor het bestuur van de NVS was 2001 een
verdrietig jaar omdat voorzitter René Scholten
werd getroffen door een ongeneeslijke ziekte.
Hoewel René met zijn kenmerkende optimisme de
vele bestuurstaken nog zo goed mogelijk
probeerde te vervullen, moest hij in de loop van het
jaar steeds vaker verstek laten gaan. Nadat hij
tijdens de openingsavond van het Nederlands
Filmfestival het Gouden Kalf voor de Cultuurprijs
2001 van Staatssecretaris Rick van der Ploeg in
ontvangst mocht nemen, overleed hij vlak na zijn
58ste verjaardag op 26 oktober aan de gevolgen
van zijn ziekte. René Scholten werd onder grote
belangstelling van de Nederlandse filmwereld in
zijn geliefde Zonnemaire in de provincie Zeeland
begraven.
Vanaf februari 2001 kon de functie van ambtelijk
secretaris van de NVS niet langer door NFC mede
werker Edward Borsboom worden vervuld. De NVS
diende voortaan zelf voor de uitvoering van deze
werkzaamheden zorg te dragen. Het voorkomende
secretariaatswerk werd voor de rest van het jaar
door het bestuur uitgevoerd, maar in combinatie
met het wegvallen van de voorzitter leidde dit tot
een steeds ongewenstere situatie.
In maart werd besloten om adviesbureau
Andersson Elfers Felix (AEF) een beleidsplan op
laten stellen voor de NVS. Gestuurd door de wens
van de leden om een sterke vereniging te zijn met
een professionele belangenbehartiging en een
effectieve interne organisatie, bezon men zich op
strategie, beleid en taken voor de komende jaren.
Het concept-rapport van AEF werd in oktober aan
de leden gepresenteerd. In november vond een
tweede vergadering plaats waarin werd gediscus
sieerd over de toekomst van de vereniging.
Besloten werd een interne beleidscommissie aan
te stellen die in een vervolgplan de professionalise
ring van de werkorganisatie en de inhoudelijke visie
voor de komende 5 jaar nader zou uitwerken.
Definitieve besluiten over de hoogte van de
contributie, de inrichting van de organisatie en
de (statutaire) relaties met de federaties (NFC en
Federatie Filmbelangen) zouden aan de hand
van dit stuk einde voorjaar 2002 moeten worden
genomen.
Arbeidstijdenwet van toepassing is, wil men de
bestaande wetgeving beter laten aansluiten bij de
praktijk. Het overleg resulteerde in een concept
Arbeidstijdenrichtlijn die de leden van de NVS op
termijn zouden moeten onderschrijven.
Door de wisseling van de wacht bij het Nederlands
Fonds voor de Film moest na een kennismaking met
de nieuwe directeur ook hier het overleg weer
enigszins op gang komen. Aan het einde van het
jaar plaatste de NVS kritische kanttekeningen bij
het gezamenlijke Some Like it Hot initiatief van de
intendant en Fine BV, waarbij producenten werden
opgeroepen tot het indienen van voorstellen tot
remakes van succesvolle buitenlandse films.
De NVS stelde zich hierbij op het standpunt dat
het initiatief tot het maken van speelfilms primair
bij de Nederlandse filmproducenten moet (blijven)
liggen en dat het Fonds zich met concrete
projectvoorstellen als Some Like it Hot op een
beleidsmatig hellend vlak begeeft.
Samen met de Federatie Filmbelangen werd de
dialoog met de publieke omroepen heropend.
Hoofddoel was het (her)formuleren van bevredigen
de uitgangspunten voor samenwerking. In het
najaar is aan de Raad van Bestuur van de NOS
een voorstel gedaan voor wijziging van het omroep-
convenant. De NVS maakt zich in toenemende mate
zorgen over het ontbreken van een herkenbaar
speelfilmbeleid bij de omroepen. Er zal op korte
termijn voor moeten worden gezorgd dat deze
materie hoger op de politieke agenda komt.
De fiscale maatregelen ten behoeve van de
stimulering van particuliere investeringen in
Nederlandse filmproducties hielden de gemoede
ren in 2001 nog steeds bezig. Onder druk van de
invoering van het nieuwe belastingstelsel kwam er
een vroegtijdige evaluatie door de betrokken
ministeries op gang. Er werd geconcludeerd dat het
stimuleringspakket tot dan toe te veel fiscaal en te
weinig commercieel georiënteerd was geweest.
In het Belastingplan 2001 werd voorzien in een
overgangsregeling voor 2001. De nieuwe maatrege
len, de FIA en de aanvullende PPS-regeling, zouden
per 1 januari 2002 in werking moeten treden.
Mede als gevolg van de onderbezetting kwam het
overleg met de organisaties in de filmsector in 2001
niet voldoende uit de verf.
Met het Netwerk voor Scenarioschrijvers was
overeengekomen dat de uitgangspunten voor
een convenant door de partijen zouden worden
vastgelegd, maar na een directiewisseling bij het
Netwerk werden de contacten hierover pas eind
2001 weer opgevat. Wel is de NVS vanaf december
actief deel gaan nemen aan een werkgroep onder
auspiciën van de Federatie Filmbelangen over
arbeidstijden in de audiovisuele sector. Omdat
bij filmopnames in de meeste gevallen de
Medio 2001 bleek al dat de (Europese) coördinatie
rondom de invoering van de FIA tot grote vertragin
gen zou gaan leiden. Onduidelijkheid over de
continuering leidde tot een bijna volledige stilstand
van de speelfilmproductie. Daarbij speelde ook een
rol dat de jaarlijkse middelen van het Nederlands
Fonds voor de Film vroegtijdig uitgeput raakten,
niet in de laatste plaats omdat door het Fonds in
een fors aantal CV-films werd geparticipeerd.
Omdat eind 2001 nog steeds onduidelijk was in
welke vorm de nieuwe maatregelen geëffectueerd
zouden gaan worden, moest de overheid besluiten
tot een verlenging van de overgangsregeling tot