Nederlandse Vereniging van Speelfilmproducenten
Per medio februari 2003 werd Carolien Croon als
directeur van de NVS aangesteld. Hoewel zij vanaf
de start voortvarend te werk wilde gaan, kon de
vereniging niet onmiddellijk de benodigde finan
ciële basis bieden. Er was een groot bedrag aan
achterstallige contributies te innen en ook de nieuw
ingestelde variabele contributie over geproduceerde
films kwam slechts mondjesmaat binnen. Het bleek
dat een deel van het ledencorps niet langer als actief
speelfilmproducent kon worden beschouwd. Een
debiteuren- en saneringsbeleid leidde ertoe dat de
vereniging er eind 2003 gezonder begon uit te zien.
De instelling van een nieuwsbrief per email, waar
door leden tussen Algemene Ledenvergaderingen
door op de hoogte werden gehouden van de activi
teiten van het bureau, maakte dat de betrokkenheid
van leden bij de vereniging groeide.
Filmstimuleringsbeleid
Om het Filmstimuleringsbeleid van
de overheid na 2003 veilig te
stellen was in samenwerking
met de Federatie Filmbe-
langen in 2002 de
Werkgroep Film
stimulerings
beleid opge
richt, met als
overige werk-
groepleden het
Filmfonds, Fine
en later ook het
CoBO Fonds. De
werkgroep pleitte
voor continuering van
een aangepaste FIA,
voor vervroegen van de
evaluatie van het beleid
en voor de oprichting van
een tridepartementale werk
groep die zich actief moest
bezighouden met het huidige en
toekomstige beleid. Een met
brede Kamermeerderheid aangeno
men motie vlak voor de zomer leidde
tot de versnelde evaluatie door bureau
Berenschot. Het rapport werd openbaar
gemaakt in september 2003 en was positief
over de effecten van het Filmstimulerings
beleid. Men concludeerde toch dat de hoofd
doelstelling van het beleid niet was gehaald.
De sector kon na 4 jaar niet op eigen benen
staan, een doel dat volgens Berenschot ook niet
realistisch was.
Nadat de betrokken ministeries bekend maakten dat
het beleid na 2003 niet zou worden gecontinueerd,
organiseerde de NVS tijdens het Nederlands Film
Festival in samenwerking met de gehele sector de
protestactie Voor de Nederlandse Film. De hand
tekeningenactie, de website en de korte protestfilm
die in alle 600 bioscoopzalen in Nederland werd
vertoond, genereerden veel publiciteit. Kort hierna
werd op 9 oktober de motie Bakker/De Grave met
een grote meerderheid in de Tweede Kamer aan
genomen. De motie regelde verlenging van het beleid
met 1 jaar en vroeg de regering om op Prinsjesdag
2004 aan de Kamer een alternatief voor het Film
stimuleringsbeleid te presenteren.
De Werkgroep Filmstimuleringsbeleid sprak op ini
tiatief van D66 kamerlid Bert Bakker in december
met een aantal Kamerleden over het uitblijven van
actie bij de drie bij het filmstimuleringsbeleid be
trokken ministeries. Tevens stuurde de werkgroep in
december een uitgangspuntennotitie, verbeterings
voorstellen voor de CV-maatregel 2004, research
over filmbeleid in andere (Europese) landen en een
concreet voorstel voor een stappenplan om tot een
nieuw beleid te komen naar de drie betrokken
bewindslieden. Over dit pakket stelden de Kamer
leden in januari 2004 concrete vragen aan de
bewindslieden.
NVS-dagen Tussen Berlijn en Cannes en Onder
Producenten
In april organiseerde de NVS voor de eerste maal
Tussen Berlijn en Cannes, een dag voor leden en
relaties met een besloten ochtenddeel voor leden en
een middagprogramma voor genodigden. De opkomst
van relaties bij deze eerste NVS-dag was groot. De
doelstellingen om de onderlinge collegialiteit tussen
de leden te vergroten, om een bijdrage te leveren
aan het inhoudelijke debat over film en om het
producentencorps en de NVS naar buiten te profileren
werden tijdens deze dag behaald.
Tijdens het Nederlands Film Festival werd hierop
een vervolg georganiseerd met een ochtend voor
NVS-leden, Onder Producenten. Ditmaal werd het
middagdeel gezamenlijk met de NVB, NVF en het
Nederlands Film Festival georganiseerd. Het thema
De Nederlandse film: wegens succes geprolongeerd?
leidde tot een volle zaal en levendige discussies tus
sen de relaties van de vier organiserende partijen.
Relatie NVS-Filmfonds
In het voorjaar vond op verzoek van de NVS een
gesprek plaats met de directeur en de interim-voor
zitter van het Filmfonds. Aanleiding was het uitblijven
van een commentaar van het Fonds op de uitvoerige
schriftelijke reactie van de NVS op de Strategienota
van het Fonds van eind 2002. Er werden afspraken
gemaakt om in de toekomst op een aantal concrete
deelgebieden met het Fonds samen te werken,
waarbij de NVS steeds de schriftelijke voorbereiding
zou leveren. Tijdens de kennismaking met de
nieuwe voorzitter van het Fonds, Hans Dijkstal, werd
als eerste de problematiek met de publieke omroep
besproken. Een tweede stuk dat de NVS voor
bereidde ging over de grootte van het Nederlandse
producentencorps. In de voor- en nazomer werd met
17