HET ABRAHAM TUSCHINSKI FONDS 'Nieuw geld voor de filmsector: het Abraham Tuschinski Fonds.' Vvat vooraf ging De Nederlandse filmproductie wordt al sinds mensenheuge nis gekenmerkt door een bijzonder feit: niet alleen de over heid en de producenten financieren de Nederlandse film, maar ook de filmdistributeurs en bioscoopexploitanten dra gen hun steentje bij aan de financiering van Nederlandse films. Dat is historisch zo gegroeid. De voorwaarden waar onder dit gebeurde zijn in de achter ons liggende decennia wel gewijzigd. De laatste overeenkomst tussen de bioscoop sector en de overheid waarin dit werd vastgelegd dateerde uit 1996, in de wandelgangen ook wel het btw-convenant genoemd. De kern van die afspraak was dat door de filmdistributeurs en de exploitanten twee miljoen gulden per jaar werd bijge dragen aan het budget van het Nederlands Fonds voor de Film, die dat vervolgens moest besteden aan voor de branche belangrijke onderwerpen. In de eerste plaats betrof het de productie van de lange speelfilm, maar daarnaast ging het ook om filmeducatie (de bezoeker van de toekomst) en de marketing en de promotie van films. Van september 2007 tot en met december 2009 hebben de partijen die betrokken waren bij het oude convenant, als mede het - toen nog naamloze - nieuwe sectorinstituut, on derhandeld over een nieuw convenant. Dit gebeurde mede op basis van een door de Tweede Kamer aanvaarde Motie Leerdam c.s. die zei dat de minister van OCW maar eens om te tafel moest gaan zitten met de branche om nieuwe, meer aan de huidige tijd gerelateerde afspraken te maken. Een nieuwe regeling Een en ander heeft er eind 2009 in geresulteerd dat de NVB en de NVF ermee hebben ingestemd om voortaan elk jaar 2,5 miljoen beschikbaar te stellen aan de filmsector als ge heel. De verdeling van de gelden is in een nieuw convenant als volgt vastgelegd: 225.000,- is bestemd voor het Nederlands Fonds voor de Film ten behoeve van de subsidieregelingen op het gebied van marketing en distributie. 675.000,- is bestemd voor het EYE Film Instituut Ne derland ten behoeve van filmeducatie, filmpromotie en nog enkele nieuwe taken, die nog nader moeten worden inge vuld. Voor zowel het Filmfonds als EYE geldt voor de jaren 2010 tot en met 2012 een overgangsregeling. 1,6 miljoen is bestemd voor een (bonus)premie per be talende bioscoopbezoeker van een uitgebrachte Nederlandse bioscoopfilm. De uitbetaalde premies moeten dan wel weer in een volgend project worden geïnvesteerd. De regeling is in overleg met de producenten (vertegenwoordigd door de Nederlandse Vereniging van Speelfilmproducenten) opge steld en uitgewerkt. Het succes van een Nederlandse bio scoopfilm of documentaire bepaalt, mede aan de hand van een staffel, de hoogte van het uit te keren bonusbedrag. Om op een juiste wijze inhoud te kunnen geven aan de uit voering van de bonusregeling hebben de NVB en de NVF eind 2009 de Stichting Abraham Tuschinski Fonds opge richt. Het bestuur van deze stichting wordt gevormd door een afvaardiging van de NVB, de NVF en de NVS, respec tievelijk Mare Canisius, Michael Lambrechtsen en Hans van Brussel. Het bestuur komt jaarlijks een aantal malen in ver gadering bijeen en stelt ieder jaar de staffel vast voor de uit te keren bonusbedragen. De dagelijkse uitvoering van de rege- O I ling geschiedt via het NVB-bureau, echter onder eindver antwoordelijkheid van het bestuur. Het bestedingsreglement van de regeling is door het bestuur van de stichting vastge steld en voor een ieder te raadplegen via www.abrahamtus- chinskifonds.nl Op deze site is ook het aanvraagformulier voor de regeling te downloaden en zijn de contactgegevens van de stichting te raadplegen. Foto (pagina 12 -links-): De ondertekening van het nieuwe convenant. Van links naar rechts: Doreen Boonekamp, directeur Filmfonds, Philipp Wolff, bestuurslid NVB, Wilco Wolfers, voorzitter NFC en NVF, Michael Lambrechtsen, directeur NVF, Ronald P/as- terk, ministervan OCW en Ron Sterk, directeur NVB. JAARVERSLAG 2009 NVB/NVF

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 2009 | | pagina 30