MACCS Algemene informatie 10 Pensioenfonds Bedrijfstakpensioenfonds voor het Film- en Bioscoopbedrijf in Nederland Alle bioscoopondernemingen en filmdis tributeurs, gevestigd in Nederland, vallen verplicht onder de pensioenregeling voor het film- en bioscoopbedrijf. De regeling geldt voor de werknemers van eenentwintig jaar en ouder in dienst van deze werkgevers. Als gevolg van nieuwe wetgeving hebben de cao-partijen na uitvoerig overleg besloten de pensioen en VUT-regeling binnen de bedrijfs tak aan te passen. Daarbij is uit het oogpunt van gelijke behandeling gekeken naar een zo eerlijk mogelijke verdeling van de lasten en een zo glooiend mogelijke overgang tussen de uittredingsmogelijkheden in de nieuwe re geling in vergelijking met die van de huidige regelingen. Dit heeft ook tot een aanpas sing in de huidige VUT-(overgangs)regeling geleid. Hoofdlijnen pensioenregeling (peildatum: 1 januari 2009) Vanaf 1 januari 2006 moet als uitgangspunt een pensioenleeftijd van 65 jaar worden genomen. Wel kan de deelnemer structureel uitzicht worden geboden op uittreding bij de leeftijd van 63 jaar. Zo kan een deel van de meeropbouw (als gevolg van de nieuwe regeling), op de leeftijd 65 gebruikt worden om door middel van uitruil toch eerder met pensioen te gaan. In de nieuwe regeling bedraagt de franchise voor 2009 €10.800,-. Opbouwpercentage ouderdomspensioen is 1,87%. Opbouwpercentage nabestaandenpensioen bedraagt 1,31%. Het maximumloon voor de pensioenrege ling bedraagt voor 2009 117.560,-. Werknemers geboren voor 1950 die tot 2006 onder de overgangsregeling vielen, blijven van de VUT-regeling gebruik maken. De premies zijn fiscaal vrijgesteld. Werknemers geboren in 1950 worden met terugwerkende kracht onder de pensioen regeling met leeftijd 62 gebracht en zullen ook opbouw prepensioenrechten verkrijgen. Binnen de pensioenregeling wordt vanaf 2006 gewerkt met een franchise. De franchise is het deel van het loon dat bij de pensioen(premie)berekening buiten be schouwing blijft omdat voor dat deel de AOW later in de plaats komt. De werknemers die nog onder de VUT-re geling kunnen uittreden, kunnen dat (op z'n vroegst) doen op basis van navolgend schema. De uitkering gaat lopen vanaf de maand waarin de werknemer de vereiste leeftijd heeft bereikt. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om op een later tijdstip uit te treden. De uitkering wordt echter nooit hoger dan 100% van de voor de werknemer geldende uitkerings grondslag. Deze grondslag wordt vastgesteld op het moment dat de werknemer voor het eerst gebruik kan maken van de regeling IWB NVF Geboren in Leeftijd waarop kan worden uitgetreden 1945 61 jaar 1946 61,5 jaar 1947 62 jaar 1948 62,5 jaar 1949 63 jaar MOVIE ACCOUNTING SYSTEMS

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 2009 | | pagina 7