MAANDELIJKSCHE MEDEDEELINGEN.
zullen zijn om op de candidaten van de Bedrijfsafdee-
ling Filmverhuurders te stemmen.
De heer André de Jong (Rotterdam) zegt, dat
de Afdeeling Rotterdam na een grondige bespreking ge
meend heeft, de candidatuur van de heeren Alter en
Ochse te moeten steunen. De heer Alter heeft geduren
de den tijd, dat hij in het Hoofdbestuur zitting heeft, ge
toond een zelfstandige figuur te zijn, die weet wat hij
wil. Ook de heer Ochse heeft getoond een bekwaam
hoofdbestuurder te zijn.
De heer S. Kinsbergen (Den Haag) onder
streept namens de Afdeeling Den Haag de aanbeveling
van den heer de Jong voor den heer Alter. Met klem
dringt hij erop aan den heer Alter, die als bestuurder
groote werkkracht bezit, te kiezen. Daarnaast onder
steunt de Afdeeling Den Haag de candidatuur van den
heer van Biene.
De heer Ochse memoreert, dat op 1 Februari 1933
de nieuwe statuten in werking zijn getreden, waarin be
paald is, dat het Hoofdbestuur zal bestaan uit 9 leden,
waarvan 4 eigenaar-, medevennoot of bestuurder van
een filmfabriek, filmimportzaak of filmverhuurkantoor
en 4 leden eigenaar, medevennoot of bestuurder van een
bioscooptheater moeten zijn. Tot nu toe was het steeds
de gewoonte, dat de leden van den Bond zich in elke ver
gadering, waar verkiezingen moesten plaats vinden, lie
ten leiden door de gedachte: Wie kan onzen Bond het
beste leiden. Tot zijn spijt moet spreker constateeren dat
deze leidende gedachte thans niet meer aanwezig is. Hij
heeft het voorrecht gehad een jaar lang naast den heer
Alter in het Hoofdbestuur zitting te hebben en hij is het
eens met de woorden van de heeren de Jong en Kins
bergen omtrent de capaciteiten van den heer Alter. Bij
het candidaatstellen van den heer Alter heeft de Afdee
ling Den Haag zich daardoor echter niet laten leiden.
De Afdeeling Den Haag wenscht in de eerste plaats een
vertegenwoordiger in het Hoofdbestuur te hebben. In
dat college is echter geen plaats meer voor een bioscoop
exploitant en daarom heeft de Afdeeling Den Haag can-
didaat gesteld een van haar bestuurders, die toevallig
filmverhuurder is. Deze uitlegging van de nieuwe statu
ten door de Afdeeling Den Haag acht spreker dermate
onjuist, dat hij zich niet meer verkiesbaar wenscht te
stellen, zoodat voor de twee opengevallen plaatsen in
het Hoofdbestuur slechts twee candidaten overblijven,
n.1. de heeren Alter en van Biene.
De heer J. M i e d e m a (Deventer) stelt de vraag of
hetgeen hier gebeurt organisatorisch juist is. Volgens de
agenda van deze vergadering zijn er drie candidaten voor
het Hoofdbestuur gesteld. Spreker acht het onjuist, dat
een van die candidaten zich staande de vergadering te
rugtrekt en hij protesteert dan ook tegen de houding van
den heer Ochse, waaruit spreker alleen kan afleiden,
dat de heer Ochse de vergadering wil dwingen iemand
te kiezen, die zij misschien niet in het Hoofdbestuur wil
hebben. Als er dan ook voor de twee vacatures slechts
twee candidaten overblijven, zal spreker zich van stem
ming onthouden.
De Voorzitter geeft toe, dat het misschien een
voudiger zou zijn geweest, als het Hoofdbestuur de
thans door den heer Ochse gedane mededeeling tijdiger
had ontvangen. Het staat echter een ieder vrij om een
candidatuur al dan niet te accepteeren. Overigens houdt
het Hoofdbestuur zich in het algemeen afzijdig van het
stellen van candidaten. De mededeeling van den heer
Ochse vernam ook spreker thans voor 't eerst. De stem
ming over de drie candidaten gaat in ieder geval door.
Blijkt na afloop van de stemming, dat de heer Ochse ge
kozen is en dat deze op zijn mededeeling niet wenscht
terug te komen, dan zal het Hoofdbestuur nader de leden
uitnoodigen candidaten te stellen voor de aldus ontstane
vacature, waarin dan in een volgende ledenvergadering
voorzien moet worden.
De heer André de Jong vindt de argumentatie
van den heer Ochse niet juist. Het door laatstgenoemde
ingebrachte bezwaar tegen den heer Alter is ook van
kracht voor den heer van Biene, die eveneens bij een
theater-exploitatie betrokken is. Spreker meent dan ook,
dat de heer Ochse uit teleurstelling over het feit, dat de
Afdeeling Den Haag zijn candidatuur niet steunde, dit
schijn-argument heeft aangegrepen. De vergadering zal
zich echter niet laten dwingen om iets te doen wat zij
niet wenscht.
De heer Ochse deelt mede, dat als hem bekend
ware geweest, dat de heer Alter zich herkiesbaar stelde,
hij geen candidatuur aanvaard zou hebben. De heer
Alter heeft n.1. in een korten tijd geleden gehouden
Hoofdbestuursvergadering nadrukkelijk verklaard, dat
hij zich niet als Hoofdbestuurder herkiesbaar zou stel
len, welke verklaring in de notulen van die vergadering
is vastgelegd. De heer Alter legde deze verklaring af
tijdens de behandeling van de ingekomen stukken, zon
der daarbij een bepaalde reden op te geven.
Spreker had niet vernomen, dat de heer Alter op deze
verklaring is teruggekomen. De heer Alter heeft de in
de afgeloopen jaren gehouden ledenvergaderingen der
Bedrijfsafdeeling Filmverhuurders zoo zelden bezocht,
dat de filmverhuurders hem niet als hun vertegenwoor
diger in het Hoofdbestuur kunnen beschouwen.
De heer Alter protesteert tegen de woorden van
den heer Ochse. Spreker heeft aanvankelijk geweigerd
zich herkiesbaar te stellen, omdat het Hoofdbestuur de
statuten schond door besluiten van de Afdeeling
Den Haag, die volkomen in overeenstemming met de
statuten waren genomen, te vernietigen.
De Voorzitter verklaart, dat deze uitlating van
den heer Alter hem niet duidelijk is. Spreker weet alleen,
dat de heer Alter in de bewuste Hoofdbestuursvergade
ring bij de behandeling van de ingekomen stukken heeft
medegedeeld: „Ik laat mij niet meer candidaat stellen".
Hieraan kon het Hoofdbestuur niets doen en er zijn
dan ook geen discussies over gevoerd. Van een ernstig
motief als het schenden der statuten zou zijn, is het
Hoofdbestuur niets bekend, weshalve spreker den heer
Alter verzoekt zich duidelijker te willen verklaren.
Na een lange discussie over de mededeeling van den
heer Alter wordt overgegaan tot stemming.
Er worden uitgebracht 172 stemmen, waarvan 5 blan
co. De volstrekte meerderheid bedraagt dus 87 stem
men. Op den heer Ochse worden uitgebracht 142 stem
men, op den heer Alter 129 stemmen en op den heer van
Biene 56 stemmen, zoodat tot leden van het Hoofdbe
stuur gekozen zijn: de heeren B. D. Ochse en E.
Alter.
De Voorzitter wenscht de heeren Ochse en Alter
geluk met hun herbenoeming, waaruit blijkt de waardee
ring, welke de leden van den Bond hebben voor het
geen genoemde heeren als Hoofdbestuurders voor het
bedrijf hebben verricht. Hij hoopt, dat de heer Ochse
hierin aanleiding moge vinden op zijn aanvankelijk
besluit om zich niet meer herkiesbaar te stellen, terug
te komen.
De heer Ochse betuigt zijn erkentelijkheid voor de
vriendelijke woorden van den Voorzitter. Hij acht zich
echter niet in staat thans zijn besluit mede te deelen. Hij
wil eerst in overleg treden met degenen, die hem can
didaat hebben gesteld.
Aan de orde is vervolgens punt 9 van de agenda: Be
noeming overeenkomstig art. 8 van het Filmbeurs-Regle
ment van 3 leden der Filmbeurs Commissie.
De periodiek aftredende leden: de heeren L. C.
B a r n s t ij n, te 's-Gravenhage, N. B i e r m a n, te Am
sterdam en André de Jong te Rotterdam worden
bij acclamatie opnieuw gekozen.
Aan de orde is dan punt 10 van de agenda: Voorstel
van het Hoofdbestuur om de navolgende leden te
royeeren, wegens in gebreke blijven van de betaling
der verschuldigde contributie, en/of andere verplichte
bijdragen (vervallenverklaring van het lidmaatschap in
gevolge art. 9b van het Algemeen Reglement):
1. Atlas Film (W. v. d. Berg) te Amsterdam.
2. Royal Bioscoop (P. F. M. Senders) te Eindhoven).