MAANDELIJKSCHE M ED EDEELINGEN.
2. na 15 September moesten nog werkzaamheden ter voltooiing
van de studio verricht worden, als gevolg waarvan zooveel hin
der door eischeres is ondervonden, dat gedurende de eerste 12
dagen 4 uren per dag verloren gingen, op grond waarvan ge
daagde aansprakelijk zou moeten worden gesteld voor alle
kosten, die eischeres in 12 X 4 Uur is 48 uur of 6 volle dagen
bij de vervaardiging harer film heeft te dragen, en overigens
meende eischeres aan de inrichting van de studio zooveel ge
breken te kunnen constateeren, daargelaten dat een bouwfundus
ontbrak, dat zij de bedongen atelierhuur van 500.per draai
dag te hoog achtte;
3. gedaagde zou aansprakelijk gesteld moeten worden voor de
ontzaglijke schade, die eischeres vreest te zullen lijden, doordat
door de schuld van gedaagde de film ten minste drie weken
in het „hoogseizoen" later zou worden uitgebracht;
dat wat gedaagde's aansprakelijkheid betreft, gedaagde heeft toe
gegeven, dat zij zich verplicht gevoelt, en derhalve ook bereid is
tot betaling van alle schade, die eischeres effectief heeft geleden,
doordat de studio eerst op 15 September in plaats van op 1 Sep
tember 1934 door eischeres in gebruik kon worden genomen, maar
dat, ofschoon toegevende, dat als gevolg van de in de tweede helft
van September 1934 verrichte werkzaamheden ter voltooiing van
de studio wel eenige vertraging in het werk van eischeres zou kun
nen zijn ontstaan, echter niet meer dan ten hoogste 10 minuten per
dag, en wellicht ook eenige honderden meters film, echter niet
meer dan 500 M., als gevolg van de van buiten doordringende ge
luiden bedorven zijn, zij overigens ontkent de gegrondheid van alle
overige door eischeres gestelde eischen tot schadevergoeding, ook
die, verband houdende met het drie weken later voltooid zijn van
de door eischeres vervaardigde film;
dat uit het omstandig onderzoek voor de Commissie is komen
vast te staan, hetgeen ook door gedaagde niet is betwist, dat ge
daagde, gelijk door eischeres terecht is gesteld, niet in staat is ge
weest het tusschen partijen bestaande contract, volgens hetwelk de
studio op 1 September 1934 in gebruik genomen zou moeten wor
den, na te komen en uit dien hoofde aansprakelijk moet worden
gesteld voor de volle schade, die eischeres geleden heeft, doordat
aan de geëngageerde medewerkers vergoedingen moesten worden
uitgekeerd, althans voor zoover zij daarop redelijkerwijs aanspraak
konden maken gedurende de periode van 115 September, waarin
geen enkele, althans nagenoeg geen arbeidsprestatie wegens gemis
van de studio kon worden verleend, alsmede voor alle andere kos
ten, die door de gedwongen stopzetting van het bedrijf van eischeres
improductief moesten worden gemaakt;
dat minder vaststaat, wat eischeres gesteld heeft ten aanzien van
den ondervonden hinder als gevolg van het feit, dat in de tweede
helft van September 1934 verschillende werklieden in en om de
studio door hameren en andere geluid-doordringende werkzaamhe
den de studio nog moesten voltooien, en waardoor 6 volle dagen
voor eischeres verloren zouden zijn gegaan, ofschoon met een aan
zekerheid grenzende waarschijnlijkheid wel kan worden aangeno
men, hetgeen gedaagde trouwens ten deele heeft toegegeven, dat
eenige stagnatie daardoor wel voor eischeres is ontstaan;
dat echter ongegrond moet worden geacht de stelling van eische
res, dat zij aanspraak zou kunnen maken op een reduceering van
de contractueel overeengekomen studio-huur ad 500.per draai
dag, op grond dat, naar haar opvatting, de inrichting der studio
niet voldeed aan redelijk te stellen eischen, van een beoordeeling
waarvan de Commissie zich heeft te onthouden, wijl eischeres bij
het aangaan van het contract had moeten weten, althans zich ervan
had kunnen vergewissen, of de inrichting der studio aan de door
haar te stellen eischen zou voldoen, daargelaten overigens dat het
nog zeer twijfelachtig is, of de arbitragecommissie van den „Neder-
landschen Bioscoop-Bond" bevoegd zou zijn een eenmaal contrac
tueel overeengekomen huursom te veranderen;
dat evenmin gegrond kan worden geacht de stelling van eischeres,
dat zij er aanspraak op zou kunnen maken van gedaagde te vor
deren een vergoeding van eventueel te lijden schade als gevolg van
het feit, dat de door haar vervaardigde film tengevolge van de
ondervonden stagnatie eenige weken later voltooid is, wijl niet kan
worden ingezien, dat het eenige weken later uitkomen der film een
nadeeligen invloed op de filmhuuropbrengst zal uitoefenen en overi
gens, daargelaten dat de door eischeres gedeclareerde schade van
10.000.als een slag in de lucht moet worden beschouwd, zulk
een schade, ook indien van schade zou kunnen worden gesproken
quod non door de Commissie niet is te benaderen;
dat de Commissie, die het alleszins gemotiveerd acht alle aan
toonbare schade, welke door de schuld van gedaagde is ontstaan,
door haar (gedaagde) te laten dragen, het in strijd met de billijkheid
en redelijkheid acht gedaagde aansprakelijk te stellen voor hypo
thetische schade, waarop eischeres bijzonderlijk haar vordering tot
schadevergoeding van een bedrag van 10.000.(hoofdstuk VI)
heeft gemeend te gronden;
dat het evenmin billijk en redelijk is te achten de meerdere ver
zekeringspremie, die eischeres heeft moeten betalen, omdat de kosten
voor de vervaardiging harer film tot een hooger bedrag zijn opge
voerd dan waarop aanvankelijk de calculatie is gebaseerd geweest
(voor zoover de kosten verhoogd zijn door de ondervonden stag
natie, waaraan gedaagde schuld heeft, moet gedaagde de meerdere
kosten vergoeden, zoodat daarvoor het verzekerd bedrag niet ver
hoogd had behoeven te worden)voor rekening van gedaagde te
laten komen;
dat uit de voorgaande overwegingen volgt, dat aan eischeres be-
hooren te worden ontzegd haar vorderingen, welke gespecificeerd
zijn onder hoofdstuk V (reductie van de studiohuur) en hoofdstuk
VI (schadevergoeding van 10.000.en vergoeding van de extra,
betaalde verzekeringspremie ad 638.
dat wat de overige schaderekening betreft, gebaseerd op vorde
ringen, welke de Commissie principieel voor toewijzing vatbaar acht,
bij de vaststelling der effectieve schade, het navolgende in aanmer
king is genomen;
(In het vonnis zijn uitvoerig alle gedeclareerde posten besproken,
doch deze beschouwing is niet voor publicatie vatbaar);
dat uit voorgaande (de hier niet gepubliceerde) beschouwingen
volgt, dat de Commissie voor toewijzing vatbaar acht:
Hoofdstuk I ƒ4.967.85
II „3.000.—
III 200.—
Totaal ƒ8.167.85
dat alle overige vorderingen afgewezen behooren te worden:
dat, wat de arbitragekosten betreft, de Commissie in aanmerking
heeft genomen, dat het geschil in hoofdzaak gerezen is door de
moeilijkheden, welke door het te laat opleveren van de studio, dus
door de schuld van gedaagde zijn veroorzaakt, zoodat, ook al is
de vordering van eischeres slechts ten deele toegewezen, gedaagde
tot betaling van alle kosten der arbitrage, in totaal bedragende
150.moet worden veroordeeld;
dat derhalve de vordering van eischeres ten deele moet worden
toegewezen en gedaagde mitsdien moet worden veroordeeld om tegen
behoorlijk bewijs van kwijting aan eischeres te betalen een schade
vergoeding van 8.167.85 plus ƒ20.(zijnde de door eischeres
voorgeschoten geschilkosten)dus in totaal ƒ8.187.85 en aan den
Nederlandschen Bioscoop-Bond te betalen de rest van de arbitrage-
kosten, zijnde 130.
VERZOEKEN OM INSCHRIJVING IN HET NAAM
REGISTER.
Ingevolge art. 4 van het Reglement op het Naamregister, zijn de
navolgende verzoeken tot inschrijving van titels in het Naam
register gedaan:
Datum
"waarop in
schrijving ver
zocht is
Titels waaronder de films
in Nederland worden uit
gebracht
Naam van den houder
der exploitatie-rechten
27 Oct.
27
27
27
28
29
30
31
1 Nov.
1
2
2
2
2
3
3
7
7
7
7
7
7
7
8
8
10
10
10
12
17
17
20
20
20
22
1934
Onder hypnose getrouwd
Die blonde Christl
De Kampioen v. h. regiment
De Poolsche Jood
Joe E. Brown in de Zes-
daagsche
Koning tegen wil en dank
Een Vorstelijk Avontuur
(Hierdoor vervalt: „Als
de Hertog in Parijs is")
Koningin en dictator
Botsingen
De vergissing van Berthe
De Vliegende Hollander
Goud-eiland
Pechvogels
Het Zeemonster
Kobien wil wat beleven!
De Tooverviool
Tooneelbloed
De patrouille des doods
Zijn dat ouders?
De lady en de vrijbuiter
Als ouders falen
Onder Moeders Vleugels
De perfecte misdaad
Salon de dames
Boemelstudenten
Eerewoord!
Artistenliefde
De Big van de Infanterie
Onze Nationale Luchtvaart
Onze Prinses
20.000 Mijlen onder Zee
De Kruistochten
De Kruisridders
Het zwarte kabinet
De blanke paria
Schijnhuwelijk
Bedreigde Levens
Centrafilm
Warner Bros First
National Piet. N.V.
Nova Film
Lumina Film
Bergfilmcompany
F. T. L. Film
Metro-Goldwyn-
Mayer Film Mij.
N.V. Oostra's Toonfilm
Ufa Mij. voor Film- en
Bioscoopbedrijf N.V.
Remaco's Film
bedrijf N.V.
N.V. Paramount Films
N.V. Oostra's Toonfilm
N.V. Filmfabriek Profilti
N.V. Filmfabriek
Polygoon
N.V. Paramount Films
Centrafilm
N.V. Oostra's Toonfilm
A. C. O'.-Film
Voor het indienen van bezwaren tegen de verlangde inschrij
ving, welke binnen 8 dagen na de verschijning van dit orgaan
schriftelijk bij het Hoofdbestuur moeten worden ingediend, raad
plege men art. 6 van het Reglement op het Naamregister.