8 MAANDELIJKSCHE M ED EDEELINGEN. Uitspraken Raad van Beroep. zake gemaakte afspraak niet gehonoreerd, doch dat dit feit zeker niet den grondslag kan vormen voor de door eischer ingestelde schade-actie, vooral niet wanneer bij de levering van deze journaal- film in aanmerking wordt genomen, dat eischer tegenover gedaagde zeer ernstig met zijn betalingsverplichtingen in gebreke is gebleven; dat aan eischer zijn vordering, als zijnde ongegrond, dan ook behoort te worden ontzegd met zijn veroordeeling in de kosten van het geschil, bedragende 20. De Raad van Beroep (Eerste Kamer) van den Nederlandschen Bioscoop-Bond heeft in zijn op 12 Juni 1935 gehouden zitting in hoogste instantie de navolgende uitspraken gedaan: Inzake het door de firma Erven A. W. Smits te Vlissingen aan hangig gemaakt hooger beroep van de uitspraak der Commissie van Geschillen, gewezen op 13 Maart 1935 in een geschil van de N.V. Netherlands Fox Film Corporation, gevestigd te Amsterdam, contra de Firma Erven A. W. Smits, te Vlissingen, dat de beslissing waar van beroep moet worden vernietigd en opnieuw rechtdoende aan geïntimeerde haar vordering, om de Commissie van Geschillen te laten verklaren, dat op of omstreeks 2 November 1934 tusschen partijen een filmhuurovereenkomst tot stand is gekomen, moet word den ontzegd, met veroordeeling van geïntimeerde in de geschil-' kosten, in beide instanties bedragende 80. Deze uitspraak is gegrond op de navolgende overwegingen: dat bij het onderhavig geschil van geen, althans van weinig be lang geacht moet worden de vraag, of de heer J. Smits al dan niet toestemming van zijn mede-firmanten behoeft, om appellante tot een door hem onderteekende overeenkomst te verbinden; dat immers in hoofdzaak behoort te worden nagegaan of tus schen partijen op of omstreeks 2 November 1934 wilsovereen stemming ten aanzien van het aangaan eener overeenkomst, als door geïntimeerde in zijn klacht aan de „Commissie van Geschillen" bedoeld, bereikt is; dat zulks voor den Raad van Beroep niet is komen vast te staan; dat immers op hetzelfde oogenblik, dat wilsovereenstemming tus schen partijen ware bereikt, een overeenkomst dienaangaande zoo wel door den directeur van geïntimeerde, die naar hij zelf ver klaarde bevoegd is zijn vennootschap daartoe te verbinden, als door den heer J. Smits, firmant van apellante, onderteekend hadde kun nen worden; dat echter, terwijl zeker voor den directeur van geïntimeerde tot het onderteekenen eener overeenkomst niets in den weg stond, geïn timeerde genoegen heeft genomen met een velletje papier, waarop de firmant van appellante, de heer J. Smits verklaarde, de afsluiting van 24 films uit de Fox-productie 1934/1935 en het Fox Movietone Nieuws voor den daarin genoemden prijs „in overweging" te nemen; dat de Raad dan ook ongerechtvaardigd acht de door de Com missie van Geschillen gegeven kwalificatie van „misleiding" ten op zichte van appellante, daar van misleiding niet gewaagd kan wor den; dat, indien op den 2den November 1934 wel wilsovereenstemming tusschen partijen ware bereikt, hetgeen, naar uit het voorgaande volgt, de Raad niet kan aannemen, geïntimeerde het aan zich zelf te wijten heeft, dat op gemelden datum het contract niet perfect is tot stand gekomen; dat derhalve de Commissie van Geschillen ten onrechte heeft uitgesproken, dat wel op regelmatige wijze een overeenkomst tus schen partijen is tot stand gekomen, en dus haar vonnis moet wor den vernietigd. Inzake het door den heer R. Minden, wonende te Amsterdam, aanhangig gemaakt hooger beroep van de uitspraak der Commissie van Geschillen, gegeven op 31 Maart 1935 in een geschil van de N.V. Nova Film te Amsterdam, contra voornoemden heer R. Min den, doch alléén voor zoover bij die beslissing ontbonden is ver klaard de op of omstreeks 11 September 1934 tusschen partijen ge sloten overeenkomst, waarbij Minden (appellant, oorspronkelijk ge daagde) aan de Nova Film (geïntimeerde, oorspronkelijk eischeres) heeft overgedragen de rechten voor Nederland van de film getiteld „Dernière Valse" in hoogste instantie uitspraak gedaan, dat de be slissing waarvan beroep moet worden vernietigd en opnieuw recht doende aan geïntimeerde (oorspronkelijk eischeres) haar vordering, om voormelde overeenkomst ontbonden te verklaren, moet worden ontzegd met veroordeeling van geïntimeerde in de geschilkosten van beide instanties, bedragende 60. Deze uitspraak is gegrond op de navolgende overwegingen: dat appellant drie verweermiddelen had aangevoerd, t/w.: Ie. dat de Commissie van Geschillen onbevoegd was deze zaak te beoordeelen; 2e. dat appellant in deze slechts als tusschenpersoon was opgetre den en in opdracht van en in overleg met geïntimeerde daartoe een overeenkomst met den Engelschenf niet Franschen, gelijk de Commissie schrijft) eigenaar dezer rechten had aangegaan; 3e. dat de niet-levering een gevolg was geweest van overmacht, en dat alsnog binnen zeer korten tijd de levering der film zou kunnen plaats vinden; dat het eerste verweermiddel van appellant moet falen, wijl de Raad met de Commissie van Geschillen van oordeel is, dat over de bevoegdheid der arbitrage-commissie van den Nederlandschen Bio scoop-Bond hoegenaamd geen twijfel bestaat, daar ingevolge art. 1 van het Arbitrage-Reglement van den Bond met uitsluiting van den burgerlijken rechter aan de Bondsarbitrage onderworpen zijn alle tusschen de leden van den Bond onderling ontstane geschillen; dat weliswaar de clausule in het contract tusschen appellant en den Engelschen eigenaar der vertooningsrechten van de film „Der nière Valse", luidende: „En cas de contestations les Tribuneaux de la Seine seront seuls compétents", uitsluitend geldt voor geschillen, welke uit het koopcontract tusschen appellant en de ver kooperts) mochten voorspruiten, doch dat appellant, die zelf be weert als tusschenpersoon te zijn opgetreden, zich niet op deze clausule kan beroepen, daar het z.g. „tusschenpersoonschap", dat naar uit de hierna volgende overwegingen volgt door den Raad aanwezig wordt geacht, medebrengt, dat voormelde clausule slechts toepasselijk is bij eventueele geschillen tusschen geïntimeer de, die het door appellant tot stand gebracht koopcontract moet hebben overgenomen, en de verkoopers; dat, naar uit het voorgaande volgt, de Raad het tweede verweer middel van appellant gegrond acht, wijl vast is komen te staan, niet het minst door de tusschen partijen overeengekomen provisie, dat appellant in deze slechts als tusschenpersoon is opgetreden, het geen overigens bevestigd is door den inhoud van een brief d.d. 8 Januari 1935, door geïntimeerde aan den Nederlandschen Bioscoop- Bond gericht, waarin wordt medegedeeld, dat „wij door bemid deling van den heer Ralph Minden op 11 September 1934 de rech ten voor Nederland gekocht hebben van de film Les Hommes Nouveaux" enz.; dat de door appellant tot stand gebrachte transactie betreffende de film „Les Hommes Nouveaux" hetzelfde karakter heeft gedra gen van die betreffende de onderhavige film, zoodat aangenomen kan worden, dat geïntimeerde zelf op 8 Januari 1935 appellant als tusschenpersoon en zich zelf als de koopster, zoowel van de film „Les Hommes Nouveaux" als van de film „Dernière Valse" heeft beschouwd; dat het derde verweermiddel onbesproken kan blijven, wijl de vraag, of het niet op tijd leveren van de film al dan niet aan force majeure is toe te schrijven, geen beantwoording behoeft, daar zulks geenerlei wijziging in de verhouding tusschen partijen kan teweeg brengen; dat derhalve de Commissie van Geschillen, die appellant niet als tusschenpersoon heeft beschouwd, ten onrechte het tusschen partijen bestaand contract, dat in feite in het geheel niet bestaat, ontbonden heeft verklaard; dat dus de beslissing der Commissie moet worden vernietigd. VERZOEKEN OM INSCHRIJVING IN HET NAAM REGISTER. Ingevolge art. 4 van het Reglement op het Naamregister, zijn de navolgende verzoeken tot inschrijving van titels in het Naam register gedaan. Voor het indienen van bezwaren tegen de ver langde inschrijving, welke vóór 4 Augustus e.k. schriftelijk bij het Hoofdbestuur moeten ingediend, raadplege men art. 6 van het Reglement op het Naamregister. Datum waarop in schrijving ver zocht is *4 Juni 4 4 6 18 18 18 18 20 25 25 25 25 26 29 29 12 Juli 25 1935 Titels waaronder de films in Nederland worden uit gebracht Naam van den houder der exploitatie-rechten Een handige verkoopster In de Catacomben van Parijs Liefde in Uniform De roode Toga Blanke Slavin Dansmuziek Geheimen van Parijs Parijsche Nachten De Veroveraar der Pampas Helden van onzen Tijd Die ondeugende Mariette Op het verkeerde Spoor Het Schandaal van den Dag Bijna Moordenaar Een lied uit het verleden De Wolf-Indianen „Kermisgasten" Waar is onze beschaving? Warner Bros First Na tional Pictures N.V. Fox Film N.V. Melior Films N.V. Monopole Film Fox Film N.V. N.V. Metro-Goldwyn- Mayer Film Mij. Lumina Film Centrafilm N.V. Nationaal Film Nova-Film Herplaatsing wegens misstelling.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Ledenbulletin en maandelijkse mededelingen | 1935 | | pagina 8