INSCHRIJVING IN HET NAAMREGISTER
10
daar de plaats in te nemen van een ür de productie-aankon
diging vermelde film, waarvan de titel nader zou worden
bekend gemaakt, hetgeen zij gedaan heeft, omdat de kwaliteit
van deze film naar haar meening plaatsing in de hors-serie
klasse volkomen wettigde; dat zij echter met hetzelfde recht
de film „De laatste Voorpost", die niet in de productie-aan
kondiging was genoemd, en die die in ieder geval in de plaats
had kunnen komen van de vierde niet met name genoemde
hors-serie-film, als zoodanig had kunnen uitbrengen, zonder
dat haar te dezer zake eenig verwijt zou kunnen treffen;
dat voorts partij-Paramount zich er op beroept, dat de
films ,.Renegade", „Het licht dat verdween", „Queen of the
Jungle", „Super Musical" en „Waikiki Wedding" niet in
Amerika zijn vervaardigd en derhalve niet konden worden
uitgebracht, terwijl de films „Man of the Flying Trapeze" en
„Scoendrel" minder geschikt voor vertooning in Nederland
waren en derhalve door partij-Paramount door betere films
werden vervangen;
dat de Commissie van oordeel is, dat wat de films „So
red the rosé" en „Going to town" betreft, in de productie
aankondiging is vermeld, dat deze films behooren tot de super-
en A-klasse, zoodat partij-Paramount gerechtigd was deze
films als superfilms aan partij-Frans Hals te leveren;
dat wat de vierde niet met name in de productie-aankon
diging vermelde hors-serie-film betreft, de Commissie zich op
het standpunt stelt, dat partij-Paramount in plaats van de
film „De Melkboer" hiervoor had kunnen leveren de film „De
laatste Voorpost", die immers niet in de productie-aankon
diging was vermeld, en dat in dat geval daargelaten, of
partij-Paramount gerechtigd was zonder toestemming van
partij-Frans Hals een film, die in het productieboek als super-
film staat aangekondigd, later in de hors-serie-klasse in te
deelen zulks in het nadeel van partij-Frans Hals zou zijn
uitgevallen, wijl, indien de filmhuur van de film „De laatste
Voorpost" ware berekend volgens de voor de hors-serie-klasse
geldende condities en de filmhuur van de film „De Melkboer"
volgens de condities der super-klasse, partij-Frans Hals voor
deze beide films een grooter bedrag aan filmhuur zou hebben
moeten betalen dan thans (bij verrekening van „De laatste
Voorpost" als super-film en de film „De Melkboer" als hors-
serie-film) is geschied, omdat immers de exploitatie-resultaten
van de film „De laatste Voorpost" voor partij-Frans Hals
beter zijn geweest, dan die van de film „De Melkboer" en
voor hors-serie-films zwaardere condities in het contract zijn
vervat, dan voor superfilms;
dat de Commissie overigens het standpunt inneemt, dat de
productie-aankondiging in het Nieuw Weekblad voor de Ci
nematografie slechts in zooverre voor partij-Paramount bin
dend moet worden geacht, dat daarin geen wijzigingen mogen
worden aangebracht, welke ten nadeele van partij-Frans Hals
zouden zijn en dat op grond hiervan en mede op grond van
het feit, dat partij-Paramount 30 films, als in het contract dd.
14 Juni 1935 bedoeld, aan partij-Frans Hals heeft geleverd,
of althans beschikbaar heeft gesteld, de grieven van partij-
Frans Hals zoowel voor wat' betreft de vierde hors-serie-film
als de groep van zeven hiervoren met name genoemde films,
die ten deele niet zijn vervaardigd, ten dele door gelijkwaar
dige films zijn vervangen, ongegrond moeten worden geacht;
dat uit het vorenstaande volgt, dat de vorderingen van
partij-Frans Hals ongegrond moeten worden geacht en der
halve aan partij-Frans Hals haar vorderingen moeten worden
ontzegd;
dat omtrent de vordering van partij-Paramount op partij-
Frans Hals tot een bedrag van tusschen partijen geen
verschil van meening bestaat, en deze vordering trouwens
door de aan de Commissie overgelegde bescheiden wordt ge
staafd;
dat dan ook de vordering van partij-Paramount moet wor
den toegewezen en partij-Frans Hals moet worden veroor
deeld om tegen kwijting aan partij-Paramount te betalen het
gevorderd bedrag van
dat partij-Frans Hals moet worden veroordeeld in de kosten
van beide geschillen, welke kosten de Commissie met het oog
op den omvang van deze zaak heeft gesteld op in totaal
100.—.
Ingevolge art. 4 van het Reglement op het Naamregister,
zijn de navolgende verzoeken tot inschrijving van titels in
het Naamregister gedaan. Voor het indienen van bezwaren
tegen de verlangde inschrijving, welke vóór 1 J uni. e.k
schriftelijk bij het Hoofdbestuur moeten worden ingediend,
raadplege men art. 6 van het Reglement op het Naamregister.
Datum
Titels waaronder de films
Naam van den
waarop in
schrijving ver
zocht is
in Nederland worden uit
houder der ex
gebracht
ploitatie-rechten
1 Mei 1937
De Bannelingen van het
Duivelseiland
L.C.B. Standaard
3
De geheime speurder
Centrafilm.
3
Geheime inlichtingen
4
Zoölogica
Lumina.
5
Penrod en Sam
Warner.
5
Joe Brown in „De Kam
pioen"
8
De goede aarde
Metro.
8
Wederzijdsch huwelijks-
bedrog
8
Mrs. Cheyney's verdwijning
8
tWas in de Mei
8
Niets voor Mama
8
That girl from Paris
R.K.O. Radio.
8
ii
8
Kerels uit één stuk
i,
10
Joe E. Brown in „Drie
tegen nul"
Warner.
11
La Habanera
Ufa.
11
Fanny Elssler, roman eener
danseres
11
De weg naar geluk
11
Verbannen!
11
7 oorvijgen
11
Gasparone
11
Va banque, de geschiedenis
van een speler
11
Zal mijn vrouw zwijgen?
11
Verlamde vleugels
11
Daphne en de diplomaat
11
Haar eigen huis
11
Moderne meisjes
U
Karussell
11
Vacantiegenoegens!
11
Millionair op crediet
11
De groote schaduw
12
Het zilverspoor
Oostra.
12
Ontoerekenbaar? (Sabo
tage)
Centrafilm.
12
Het eiland des doods, deel
I: „'t Eiland der verlo
renen"
12
Het eiland des doods, deel
II: „Het merk van den
tijgerhaai"
12
Het eiland des doods, deel
III: „Achter het masker"
13
De ideale secretaresse
Ufa.
13
Onder valschen naam
Hiervoor vervalt de titel „Vernietiging"