der reclame maken voor te vertoonen films, dan
voor vertoonde films. Beide gevallen behooren
geoorloofd te zijn,
XII. In artikel 9 worden de woorden ,,De voorzit
ter van het Hoofdbestuur" vervangen door ,,het
Dagelijksch Bestuur".
Toelichting Zie amendement X.
XIII. In artikel 11 worden de woorden ,,De
Voorzitter van het Hoofdbestuur" vervangen
door ,,het Dagelijksch Bestuur".
Toelichting: Zie amendement X.
XIV. In artikel 12 worden de woorden „den
Voorziter van het Hoofdbestuur" en „wanneer
deze" vervangen door „het Dagelijksch Be
stuur" en „wanneer dit".
Toelichting: Zie amendement X,
XVI Aan artikel 17 wordt het volgende lid toe
gevoegd:
Terzake van hetzelfde feit kan aan een lid
slechts één straf worden opgelegd. Het Be
stuur van een Plaatselijke of Provinciale Af-
deeling is slechts tot straffen bevoegd, na
desgevraagd van het Hoofdbestuur de mede-
deeling te hebben ontvangen, dat artikel 17
der Statuten niet zal worden toegepast.
Toelichting: In het algemeen streeft
iedere wetgeving ernaar, dat niemand voor één
en hetzelfde feit dubbel gestraft wordt. Het
voorgestelde artikel doet echter juist het tegen
overgestelde en maakt niet alleen het dubbel
straffen mogelijk, maar stelt het zelfs vrijwel
verplicht. Het is noodzakelijk voor een doel
treffende bepaling dubbele bestraffing te voor
komen,
Gewenscht is het bij de bevoegdheid tot straf
fen het Hoofdbestuur den voorrang te laten.
AMENDEMENTEN VAN DE LEDEN DER
AFDEELING AMSTERDAM
De leden van de Afdeeling Amsterdam hebben
de navolgende amendementen ingediend op het
concept minimum-prijzen-bedrijfsreglement.
Art. 4 F.
Achter het woord gemeente toe te voegen: „den
voorzitter en den vice-voorzitter van het Hoofd
bestuur".
Art. 5.
Achter het woord voorzitter te vermelden de
woorden: en den vice-voorzitter.
Verder in alle artikelen, waarin gesproken wordt
van den voorzitter van het Hoofdbestuur, daaraan
toe te voegen: en den vice-voorzitter.
AMENDEMENT OP ART. 30 VAN HET
CONCEPT GEWIJZIGDE STATUTEN
Door de leden van den Afdeelingsraad is het
navolgend amendement op art. 30 van het concept
gewijzigde Statuten bij het Hoofdbestuur inge
diend met het verzoek dit ter goedkeuring aan de
algemeene ledenvergadering voor te leggen:
In alinea 3 achter het woord „afdeelingen" op
te nemen de woorden:
„die tevens lid van den afdeelingsraad moet
zijn en"
zoodat deze alinea dan gelezen wordt als volgt:
„een bestuurslid van elk der acht bestaande
plaatselijke en provinciale afdeelingen, die
tevens lid van den afdeelingsraad moet zijn
en die met inachtneming van het vorenstaande
worden benoemd door de algemeene ledenver
gadering der betreffende plaatselijke of pro
vinciale afdeeling
De Afdeelingsraad beoogt met dit amendement
te bereiken, dat de exploitanten, die in den leden
raad benoemd worden tevens lid van den afdee
lingsraad zullen zijn. Hierdoor wordt tusschen
deze afgevaardigden een zeker verband gelegd en
wordt contact verkregen tusschen den iedenraad
en den afdeelingsraad.
HET OVERGANGSBESLUIT
Het Hoofdbestuur heeft besloten aan de heeren
Gebr. W. K. en A. C. Benner te Bergen op Zoom
ingevolge hun verzoek toestemming te verkenen als
bedoeld sub 1 van het Overgangsbesluit d.d. 1
Februari 1937 voor het overnemen en het voort
zetten van de exploitatie van het Luxor Theater
aan de Lieve Vrouwestraat 25 te Bergen óp Zoom,
welke voorheen in handen was van den heer N.
A. M. van Gorp.
DE VERMAKELIJKHEIDSBELASTING
MAASTRICHT
Namens het Hoofdbestuur hebben de heeren NI
P. M. Vermin, Secretaris van het Dagelijksch Be
stuur en A. de Hoop, Directeur van den Neder-
landschen Bioscoop^Bond, dezer dagen een bespre
king gevoerd met den nieuw benoemden burge
meester van Maastricht, den heer Jhr. Mr. W.
Michiels van Kessenich, zulks ter nadere kennis
making en tevens met het doel, den steun in te
roepen van den burgemeester, teneinde te komen
tot een verlaging van de vermakelijkheidsbelastmg
te Maastricht, welke in deze gemeente voor de
bioscopen nog altijd gehandhaafd wordt op het
uitzonderlijk hooge percentage van 25.
TE