gewone ledenvergadering van den Bond zal wor
den gehouden, wanneer het verzoek daartoe met
opgave der te behandelen punten schriftelijk en
onderteekend door ten minste 20 leden tot het
Hoofdbestuur wordt gericht.
Artikel 26.D schrijft voor, dat voor het houden
van een vergadering de tegenwoordigheid wordt
vereischt van ten minste gedeelte van het totaal
aantal leden van den Ledenraad. Daardoor wordt
tevens bereikt, dat in de vergaderingen van den
Ledenraad het nimmer kan voorkomen, dat beslis
singen worden genomen, uitsluitend met de stem
men van de leden-exploitanten of van de leden
filmverhuurders. In art. 29a. is immers bepaald,
dat besluiten slechts genomen kunnen worden met
een meerderheid van 2jg der uitgebrachte stemmen.
De Ledenraad zal bestaan uit 18 leden, n.1. 8 ver
tegenwoordigers van de plaatselijke- en provinciale
afdeelingen en 8 vertegenwoordigers van de Be-
drijfsafdeeling Filmverhuurders, alsmede de Voor
zitter en Vice-Voorzitter van den Bond. Wanneer
van het aantal leden op een vergadering aan
wezig is, dat zijn dus 14 leden, dan moeten er ten
minste aanwezig zijn 4 leden-exploitanten, 8 leden
filmverhuurders, alsmede de Voorzitter en de Vice-
Voorzitter, of 8 leden-exploitanten, 4 leden-film-
verhuurders, de Voorzitter en de Vice-Voorzitter.
De vereischte meerderheid van 2/s, dat zijn dus
10 stemmen, kan derhalve in het ongunstigste ge
val slechts verkregen worden, indien zoowel1 de
Voorzitter als de Vice-Voorzitter met een groep
van 8 leden-exploitanten of 8 leden-filmverhuur-
ders meestemmen. Daarbij moet in aanmerking
worden genomen, dat het een ongeschreven wet is,
dat, indien de Voorzitter van den Bond een bio
scoop-exploitant is, de Vice-Voorzitter steeds is
een filmverhuurder of filmfabrikant.
Bovendien zal de Ledenraad een zoo belang
rijke plaats in onze organisatie gaan innemen, dat
de leden van dien Raad wel doordrongen zullen
zijn van de noodzakelijkheid om alle vergaderingen
van den Ledenraad trouw bij te wonen, voor zoo
veel dat maar eenigszins mogelijk is.
Een nieuw element zal zijn intrede in het Alge
meen Reglement doen door de definitie, welke in
artikeM.C is gegeven van het begrip leiders. Het
is n.1. meermalen gebleken, dat sommige leden van
den Bond in het ledenregister als leiders hebben
laten inschrijven personen, die in werkelijkheid
geen leidende functie in de zaken van de leden
hebben. Soms beoogde men daarmede den betref-
fenden persoon een lidmaatschapsdiploma te ver
schaffen. Aan dezen uitwas kan door de nieuwe
bepaling een eind worden gemaakt.
Ook wordt een wijziging voorgesteld van de
verschillende klassen van het entrée-geld. Deze
klassen liepen tot dusver van 25.tot 200.
Een entrée-geld van 25.acht het Hoofdbestuur
met het oog op de belangrijke positie, welke de
Nederlandsche Bioscoop-Bond in het Nederland-
sche bedrijfsleven in het algemeen en in dat van
het Nederlandsche film- en bioscoopbedrijf in het
bijzonder meer en meer is gaan innemen, niet meer
evenredig aan de voordeelen, welke de verkrijging
van het lidmaatschap van nieuwe leden oplevert.
Met het oog hierop wordt in artikel 3 voorgesteld
de klassen van het entrée-geld te brengen op resp.
ƒ50.—, ƒ75.—, ƒ100.—, ƒ150.—, ƒ200.— en
250.—.
Er wordt ook een wijziging voorgesteld in de
wijze van betaling der contributie. In artikel 7 van
het bestaande Algemeen Reglement is bepaald,
dat de eerste helft der contributie in ieder geval
vóór 1 Juli moet zijn betaald. In artikel 8 van het
concept-Algemeen Reglement wordt voorgeschre
ven, dat de eerste helft der contributie vóór 1 Juni
moet worden voldaan. In de practijk is de ervaring
opgedaan, dat de datum van 1 Juni ten aanzien
van de betaling der contributie voor sommige leden
gunstiger moet worden geacht.
Voor het overige moge hier verwezen worden
naar de toelichting van het Hoofdbestuur, die aan
het concept-Algemeen Reglement vooraf gaat.
Arbitrage-Reglement
In het Arbitrage-Reglement behoeven slechts
eenige wijzigingen van ondergeschikte beteekenis,
die in de practijk noodig zijn gebleken, te worden
aangebracht.
Te dezer zake moge verwezen worden naar de
desbetreffende toelichting van het Hoofdbestuur.
Reglement inzake Levering van
Films en Lijst van Geen Bezwaar
Dit Reglement is in hoofdzaak ontleend aan de
bestaande bepalingen ten aanzien van de Lijst van
Geen Bezwaar. Er is echter gebroken met het
systeem, dat de Lijst van Geen Bezwaar geheim
wordt gehouden. Indertijd is deze geheimhouding
aan het systeem van de Lijst van Geen Bezwaar
op aandrang van verschillende leden verbonden.
In de practijk blijkt dit echter tot velerlei moeilijk
heden aanleiding te geven. Vandaar dat het Hoofd
bestuur heeft voorgesteld deze bepalingen aldus
te wijzigen, dat de leden telefonisch en schriftelijk
bij het Bondsbureau kunnen informeeren, of een
bepaalde persoon of vereeniging op de Lijst van
Geen Bezwaar is vermeld.
Reglementen voor Filmfabrieken, Film
productiezaken, Filmverhuurkantoren,
Permanente- en Reizende Bioscopen
Deze nieuwe reglementen zijn een uitvloeisel
van artikel 6 der nieuwe Statuten. Volgens de
nieuwe reglementen moeten de aanvragen om toe
stemming voor het gaan exploiteeren van nieuwe
of bestaande zaken worden ingediend bij het
Hoofdbestuur.