INSCHRIJVING IN HET NAAMREGISTER
15
ontzegd met haar veroordeeling in de kosten der arbitraqe
bedragende 60.— in eerste en ƒ50.— in twee instantie,
derhalve ƒ110.— in totaal.
Inzake het door de firma Bedak en Coppel te 's-Graven-
hage bij schrijven van 11 October 1937 aanhangig gemaakt
hooger beroep van het vonnis der Commissie van Geschillen
gewezen op 16 September 1937 en aan partijen schriftelijk'
medegedeeld op 28 September d.a.v., in het geschil tusschen
voornoemde firma Bedak en Coppel, appellante, oorspron
kelijk eischeres, en de firma Splendid Film, eveneens te
s-Gravenhage, geïntimeerde, oorspronkelijk gedaagde, dat
het vonnis van de Commissie van Geschillen, waarvan be
roep, moet worden vernietigd en opnieuw recht doende de
vordering van appellante moet worden toegewezen tot een
bedrag van en geïntimeerde derhalve moet worden
veroordeeld dit bedrag tegen behoorlijk bewijs van kwijting
aan appellante te betalen, alsmede de arbitragekosten, zijnde
f 20.— in eerste en 50.— in tweede instantie, d.i. in totaal
Deze uitspraak is gegrond op de navolgende overwegingen:
dat de grieven van appellante tegen het vonnis van de
Commissie van Geschillen voornamelijk hierop neerkomen,
dat niet genoegzaam onder de oogen is gezien het feit, dat
geïntimeerde van den heer van Tol geld voor zijn bemoeiin
gen inzake de transactie van het Casino Theater heeft aan
genomen, en wèl een bedrag van d.i. het dubbele
van het bedrag, hetwelk appellante aan geïntimeerde had toe
gezegd, waaruit noodzakelijk volgt, dat de belangen van ap
pellante zijn geschaad, welke schade zij begroot op
zijnde het verschil tusschen de door haar te betalen koopsom
^an en het hoogste aan derden gevraagde bedrag van
fdeshalve appellante den Raad verzoekt de beroe
pen beslissing te vernietigen en opnieuw rechtdoende geïnti
meerde te veroordeelen aan appellante te betalen een bedrag
van °f zooveel minder als de Raad oirbaar zal ach
ten, met de veroordeeling van geïntimeerde in de kosten der
arbitrage;
dat geïntimeerde zich hiertegen verweerd heeft met zich te
beroepen op de verklaring van den heer van Tol, dat het
Casino Theater nimmer voor een bedrag van te koop
is geweest, alsmede op het feit, dat het aan appellante be
kend was, dat geïntimeerde voor hare bemiddeling van den
heer van Tol een bedrag van heeft ontvangen;
dat het onderzoek van den Raad heeft uitgewezen, dat
geïntimeerde bij haar bemiddeling inzake de transactie van
het Casino Theater te Den Haag heeft gehandeld in op
dracht van den heer van Tol;
dat zij derhalve als dien lasthebbende verplicht was de
belangen van den heer van Tol zoo goed mogelijk te behar
tigen, hetgeen trouwens uit datgene, wat aan de transactie is
voorafgegaan, zoowel als uit de voorwaarden, waarop het
Casino Theater aan appellante is verkocht, voldoende blijkt;
dat het haar op dien grond niet geoorloofd was naast het
bedrag van haar door haren opdrachtgever toege
wezen, van den kooper, in dit geval appellante, bovendien
een provisie te bedingen;
dat zulks te meer verwerpelijk moet worden geacht, omdat
geïntimeerde ter zake reeds een opdracht hebbende aan
appellante heeft voorgespiegeld met betrekking tot de be
oogde transactie te handelen in opdracht van appellante
uitsluitend;
dat zij op grond immers van deze verkeerde voorstelling
van zaken van appellante kon bedingen een provisie van
zulks, terwijl zij van haren eersten opdrachtgever
reeds een bedrag van als provisie had geaccepteerd;
dat bovendien indruk op den Raad heeft gemaakt de per
tinente verklaring van geïntimeerde, hierop neerkomende, dat
het haar niet aanging hoe groot de koopsom bij een transactie
als de onderhavige zou worden, evenmin als de wijze, waar
op dit zou kunnen worden bereikt, mits de winst, welke
daardoor voor haar zou ontstaan, zoo groot mogelijk zou
worden;
dat de Raad van oordeel is, dat de Commissie van Geschil
len aan appellante haar vordering ten onrechte heeft ont
zegd;
dat, wat de vordering van betreft, in aanmerking
dient te worden genomen, dat appellante niet heeft vermogen
waar te maken, dat het theater in kwestie voor ten hoogste
aan anderen is aangeboden, daargelaten, dat, aan
nemende, dat geïntimeerde handelde in opdracht van den heer
van Tol het haar vrijstond een zoo gunstig mogelijken
koopprijs te bedingen, evenzeer als het appellante vrijstond
den onderhavigen koop al dan niet te sluiten;
dat echter is komen vast te staan, dat voor appellante als
gevolg van de manipulaties van geïntimeerde uit de onder
havige transactie schade is ontstaan, welke schade de Raad
vaststelt op zijnde het bedrag, hetwelk geïntimeerde
van appellante heeft kunnen bedingen door het te doen
voorkomen alsof zij in opdracht handelde van appellante;
dat dan ook het vonnis van de Commissie van Geschillen
moet worden vernietigd en opnieuw rechtdoende de vordering
van appellante moet worden toegewezen tot een bedrag van
terwijl geïntimeerde moet worden veroordeeld dit
bedrag tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan appellante te
betalen, alsmede de kosten der arbitrage in beide instanties,
zijnde 20.in eerste en 50.in tweede instantie, d.i in
totaal ƒ70.—.
Ingevolge art. 4 van het Reglement op het Naamregister,
zijn de navolgende verzoeken tot inschrijving van titels in
het Naamregister gedaan. Voor het indienen van bezwaren
tegen de verlangde inschrijving, welke vóór 15 December e.k.
schriftelijk bij het Hoofdbestuur moeten worden ingediend,
raadplege men art. 6 van het Reglement op het Naamregister.
Datum
Titels waaronder de films
Naam van den
schrijving ver
zocht is
in Nederland worden uit
gebracht
houder der ex
ploitatie-rechten
15 Nov. 1937
De avonturier van Parijs
Victoria
19
i,
Het mysterie v. Hollywood
R.K.O. Radio
19
Het geheim van de zwe
vende parel
19
Saluut aan de liefde
19
Koningin Victoria
19
<t n
Een offer uit liefde
Warner
22
Het mysterie van de JU 52
Ufa
22
Hoe langer hoe gekker
R.K.O. Radio
22
tl n
Moord op het Politiebureau
Oostra
23
1. M
Cowboy-eer 1)
Monopole
23
n 11
In levensgevaar-)
'23
De prijs der misdaad
23
t,
De vallei der vogelvrijen
24
ii
Als vrouwen verliefd zijn...
Warner
24
Kom je ook bij de brand
weer?
26
Onderzeeër DI
26
Een liefdesgeschiedenis in
de Comédie Francaise
II
Het perfecte alibi 5)
L.C.B. Standaard
1) Ter vervanging van den titel: De man in 't Vagevuur.
'2) Ter vervanging van den titel: Brandweer-Helden.
3) Ter vervanging van den titel: De man met het dubbele
leven.
4) Ter vervanging van den titel: Begeerde mannen.
Ter vervanging van den titel: De onbekende getuige.