BUITENGEWONE LEDENVERGADERING VAN 12 DEC De Buitengewone Ledenvergadering van den Nederlandschen Bioscoop-Bond, welke op Maan dag, 12 December j.1. in een der zalen van Kras- napolsky te Amsterdam gehouden is, mocht zich verheugen in een druk bezoek. Omstreeks 3 uur opende de Voorzitter, de heer D. Hamburger Jr. uit Utrecht, de vergadering met een woord van welkom. Alvorens echter het eerste punt van de agenda aan de orde te stellen, kweet de Bondsvoorzitter zich van den droeven plicht het verscheiden van een drietal leden van den Bond te memoreeren. Allereerst herdacht spr. Mevrouw S. C. v. d. Kerkhoff-Trijssenaar (Arnhems Theater) uit Arn hem, de sympathieke, jeugdige oude dame, zooals spreker haar noemde, die door een noodlottig toe val uit ons midden werd weggerukt, vervolgens edn heer W. Weber Sr. uit Alkmaar, die aldaar jarenlang in het bioscoopbedrijf werkzaam is ge weest en ons bedrijf met hart en ziel was toege daan en tenslotte den heer C, H, Hensel (Astoria theater) te Amsterdam, die na een korte onge steldheid dezer dagen onverwacht overleed. Op verzoek van den Voorzitter verhieven alle aanwezigen zich van hun zetels om in een oogen- blik van diepe stilte de overleden collega's te her denken. De notulen van de buitengewone ledenvergade ring van 11 Juli j.1. werden met algemeene stem men goedgekeurd, nadat de Commissie tot het nazien dezer notulen had bericht, hiermede accoord te gaan. In de Commissie tot het nazien van de notulen dezer buitengewone ledenvergadering werden be noemd de heeren J. S. Croeze te Amsterdam, J. Jogchem te Amersfoort, R. Uges Jr. te Rotter dam, G. H. Witmondt te Amsterdam en de Voor zitter. In verband met de instelling van een Leden raad, als bedoeld in de gewijzigde Statuten, gaf de Voorzitter hierop een uitvoerige uiteenzetting be treffende de samenstelling, de taak en de werk wijze van dit College. In de eerste vergadering onder vigueur van de gewijzigde Statuten, aldus de Bondsvoorzitter, mag een uiteenzetting van Hoofdbestuurswege over samenstelling en installatie van den Ledenraad en meer bijzonderlijk over taak en werkwijze van dit College niet ontbreken. Artikel 30 van de Statuten bepaalt, dat, zoo de Bond niet minder dan 200 leden telt, de Algemeene Ledenvergadering voor wat betreft de in artikel 31 vermelde taken en rechtsbevoegdheden bestaat uit een Ledenraad. Van dit College zullen deel uitmaken: De Voorzitter en Vice-Voorzitter van het Hoofdbestuur, die als zoodanig lid van den Leden raad zijn; een bestuurslid van elk der bestaande plaatse lijke en provinciale afdeelingen, dat tevens lid van den Afdeelingsraad moet zijn en die wordt be noemd door de algemeene ledenvergadering der betreffende plaatselijke en provinciale afdeeling; een even groot aantal personen, die zelf, of wier maat- of vennootschap, vereeniging of stichting lid zijn van de Bedrijfsafdeling Filmverhuurders, welke personen worden benoemd door de alge meene ledenvergadering der Bedrijfsafdeling Filmverhuurders. Aangezien het aantal leden, dat de Bond telt, de 200 gelukkig vèr te boven gaat, zal de instelling van den Ledenraad eerlang een feit zijn. De vereischte verkiezingen zijn voor het mee- rendeel reeds gehouden, zoodat de installatie nog een kwestie is van eenige dagen. Dit wat de samenstelling betreft. Over taak en werkwijze van den Ledenraad is U zoowel in het Officieel Orgaan en het laatstelijk verschenen jaarverslag, als tijdens de behande ling der Statutenwijziging reeds een en ander medegedeeld; een nadere uiteenzetting zou dus overbodig zijn, ware het niet, dat het groote ge wicht, dat juist aan het doel en de functionnee- ring van deze nieuwe instelling in ons organisatie- leven moet worden toegekend, een herhaalde uit eenzetting alleszins rechtvaardigt. Artikel 31 van de Statuten licht ons nader in over taak en rechtsbevoegdheid van den Leden raad. Deze zijn beperkt tot: a. het beslissen in hooger beroep op aanvragen om lid te worden van den Bond; b. het beslissen in hooger beroep van beslissingen van het Hoofdbestuur, waarbij een aanvrage om lid te worden geweigerd is; c. het beslissen op voorstellen van het Hoofdbe stuur tot uitvaardiging van een verbod aan de leden om filmzaken te doen waaronder mede begrepen projectie-reclamezaken met spe ciaal aangewezen zaken of categorieën van zaken; d. het vragen aan het Hoofdbestuur van verant woording over handelingen, liggende op het gebied van de functiën van den Ledenraad; e. het beslissen in hooger beroep over strafopleg ging door het Hoofdbestuur; f. het vaststellen van Bedrijfsreglementen en het uitvaardigen van Bedrijfsbesluiten; g. de functiën, welke bij de Bedrijfsreglementen en Bedrijfsbesluiten aan de algemeene leden vergadering zijn opgedragen; h. het nemen van besluiten en het maken van voorschriften die raken de algemeene belangen of de waardigheid van het Nederlandsche film en bioscoopbedrijf, of den goeden naam van den Bond, alsmede van besluiten en voorschrif ten, die raken de bedrijfsbelangen van de ge-

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1938 | | pagina 5