HET ACCOORD INZAKE DE ZUIDELIJKE NAKEURING Verschillende bladen in het Zuiden hebben een redactioneele beschouwing gewijd aan het nakeu- ringsaccoord tusschen den Nederlandschen Bio scoop-Bond en de Vereeniging van Noord-Bra- bantsche- en Limburgsche Gemeenten voor Ge meenschappelijke Filmkeuring. In een uitvoerig artikel constateert de redactie van de Limburger Koerier (evenals de andere bla den van de Neerlandiapers), na de voorgeschiede nis van de totstandkoming van het accoord gerele veerd te hebben, onder andere het volgende: ,,Na moeizaam overleg is dit resultaat nu ein delijk bereikt. Hier past een woord van hulde en dank, niet alleen aan de leiders der katholieke filmactie, maar ook aan den Ned. Bioscoopbond, die zich van het goede recht der katholieke na keuring heeft laten overtuigen en van deze over tuiging moedig de consequenties heeft aanvaard. Van de voordeden van dit nieuwe accoord zul len voorloopig nog maar 37 gemeenten in Brabant en Limburg ten volle genieten, omdat slechts deze gemeenten bij de bekende vereeniging zijn aan gesloten. Deze twee provinciën tellen echter 43 gemeenten, waar bioscopen gevestigd zijn. Het zal dus zaak zijn, de besturen van de zes overblijven de gemeenten tot aansluiting te bewegen." Na te hebben aangegeven, dat de voornaamste taak van de Katholieke Film Actie is het gebruik maken van film en bioscoop ten goede, besluit de Limburger Koerier aldus: „Het bestuur van den Ned. Bioscoopbond heeft het bewijs geleverd, dat deze organisatie niet be staat uit menschen, die liefst veel geld verdienen aan het vertoonen van onbehoorlijke, althans min der toelaatbare films. De zuidelijke leden van dien Bond achten het mogelijk en gewenscht, hun on dernemingen exploitabel te maken door slechts films te vertoonen, die naar het oordeel van een bevoegde 'katholieke instantie echt toelaatbaar zijn. Tot die overtuiging zal wel de ervaring hebben bijgedragen, dat de katholieke nakeurings-commis- sies een zuiver oog hebben voor het schoone van de films en in breede verdraagzaamheid de reali teit van het leven aanvaard en om alleen het slechte te weren. Op die basis is samenwerking tusschen de plaatselijke afdeelingen der katholieke filmactie en het bioscoopbedrijf zeer wel mogelijk. De afdee lingen der K.F.A. kunnen nu, gesteund door de katholieke pers, alle werkelijk goede, artistieke en toelaatbare amusementsfilms warm aanbevelen, met het gevolg, dat het bioscoopbedrijf in een toe nemend bezoek bij de vertooning van goede en toelaatbare films een ruime vergelding vindt voor de beperking, die de nakeuring den exploitanten bij de keuze der films oplegt. Uit samenwerking en overleg wordt dan veel goeds geboren." HOOGER BEROEP VAN NIEUWE-ZAKEN BESLISSINGEN Het Bestuur van de Afdeeling Rotterdam heeft bij den Ledenraad beroep aangeteekend van de be slissing van het Hoofdbestuur, waarbij aan den heer L. Mühlrad te 's-Gravenhage toestemming is verleend tot het gaan exploiteeren van een nieuw te vestigen permanente bioscoop aan den Charloi- schen Kerksingel 86 te Rotterdam. Voorts heeft het Rotterdamsche Afdelingsbe stuur evenals de Voorzitter van den Afdeelings- raad beroep aangeteekend van de beslissing van het Hoofdbestuur, waarbij toestemming is verleend aan den heer A. Chermoek te Rotterdam tot het gaan exploiteeren van een nieuwe bioscoop in het pand Coolsingel no. 91 te Rotterdam. TOEPASSING ART. 15 DER STATUTEN Het Hoofdbestuur heeft in zijn vergadering van Dinsdag, 12 December 1939 besloten de straf van waarschuwing, als bedoeld in artikel 15 der Sta tuten, toe te passen op de N.V. Zevende Bouw Maatschappij „Nieuw Rustenburg", exploiteerende het Metropole Palace te 's-Gravenhage, zulks op grond van de overweging: dat op 30 Mei 1939 de heeren N. Th. Werner, firmant van de vennootschap onder de firma Amfilmin te Haarlem en A. G. van Tol, directeur van de N.V. Zevende Bouw Maatschappij „Nieuw Rustenburg", bij het Hoofdbestuur van den Nederlandschen Bioscoop-Bond een aanvrage hebben ingediend om hun toestemming te willen verkenen vcor het gaan exploiteeren van het Filmverhuurkantoor Amfilmin, met dien verstande, dat de heer D. J. Werner als firmant zou

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1940 | | pagina 8