Artikel Vil.
Naar de zienswijze van requestxant is de be
doeling van de Bioscoopwet nooit anders geweest
en zal zij in de toekomst ook niet anders kunnen
zijn, dan dat het Rijksfilmkeuringsorgaan con
trole uitoefent op de films en op alle afbeeldingen
in de bioscopen of aan de gevels daarvan. Een
controle op aankondigingen, welke het bioscoop
bedrijf laat uitgaan om het publiek op te wekker-
de bioscoopvoorstellingen te komen bezoeken, ligt
naar de meening van requestrant niet binnen het
bereik van de door de Bioscoopwet aangewezen
instanties. Daardoor zou immers inbreuk kunnen
worden gemaakt op de vrijheid van het publicee-
ren van afbeeldingen in de pers of andere druk
werken. Requestrant meent, dat hierdoor in strijd
zou worden gehandeld met de bestaande bepalin
gen van de Grondwet.
Trouwens is er naar de meening van reques
trant geen enkele reden om het bioscoopbedrijf ten
aanzien van publicaties in de pers, waarvoor de
belanghebbenden zelf niet altijd verantwoordelijk
zijn, in een uitzonderingspositie te plaatsen. In
dit verband moge verwezen worden naar de con
trole op de radio-uitzendingen, waarbij slechts
datgene, wat via de radio ten gehoore wordt ge
bracht, aan controle is onderworpen, doch waarbij
geen controle wordt uitgeoefend op datgene, wat
de omroepvereenigingen in haar programmabladen
of op andere wijze publiceeren.
Bovendien bestaat er voor zulk een bepaling ten
aanzien van het bioscoopbedrijf, in aanmerking
nemende de practijk. in het geheel geen grond,
omdat zich op dit gebied nagenoeg geen excessen
hebben voorgedaan. Voor zoover een enkelen keer
een bioscoop-exploitant bij het maken van reclame
eens uit den band is gesprongen, heeft de Neder-
landsche Bioscoop-Bond. die zoodanige reclame
beneden de waardigheid van het bedrijf acht. hetzij
op eigen initiatief, hetzij op verzoek van den heer
Voorzitter der Centrale Commissie voor de Film
keuring, zelf ingegrepen. Op deze gronden is
requestrant dan ook verplicht ernstig bezwaar te
maken tegen de wijziging van het derde lid van
artikel 7.
Artikel XVI.
Bij het ontwerpen van de Bioscoopwet is het
steeds de opzet geweest, dat de filmkeuringsdienst
self-supporting zou zijn, d.w.z. dat het bedrijf aan
keuringsrechten niet meer behoeft te betalen dan
hetgeen ter bestrijding van de kosten van admini
stratie en toezicht inderdaad noodig is. De laatste
jaren heeft de opbrengst van het keuringsrecht
echter meer bedragen dan de self-supporting dienst
noodig had, zonder dat tot verlaging van het keu
ringsrecht is overgegaan.
Vandaar, dat requestrant het op hoogen prijs
zou stellen, indien artikel 15 derde lid zou worden
aangevuld met een bepaling, behelzende, dat, in
dien de opbrengst van het keuringsrecht meer be
draagt dan ter bestrijding van de kosten van
administratie en toezicht noodig is. het keurings
recht dienovereenkomstig zal worden verlaagd.
Artikel XIX.
Tegen de toevoeging van het nieuwe tweede lid
van artikel 17 bestaan bij requestrant in de eerste
plaats bezwaren tegen den z.i. veel te vagen term
..aangekondigd". Het aankondigen van films en
filmvertooningen kan op zoo velerlei wijzen ge
schieden, o.a. ook door publicaties in de pers. via
de radio, e.d. dat de consequenties van deze bepa
ling niet te overzien zijn.
Overigens bestaan er bij requestrant ook bezwa
ren van practischen aard. In de practijk is het nu
eenmaal zoo, dat met het oog op het verschillend
genre publiek, dat de onderscheidene bioscoop
theaters bezoekt, niet steeds dezelfde titel kan
worden gebruikt ter reclame van een film. ook al.
omdat te dezer zake meermalen een verschil van
inzicht bestaat tusschen het filmverhuurkantoor,
dat de film in roulatie brengt, en het bioscoop
theater, dat de film moet vertoonen. Voor de goede
bedrijfsvoering zou deze zeer stringente bepaling
dan ook een ernstige handicap vormen.
Het verdient naar de meening van requestrant
aanbeveling deze materie niet in de Wet te regelen,
maar de redactie daaromtrent van artikel 42 van
het Bioscoopbesluit. die trouwens minder ver gaat
(het ..aankondigen" is daarin niet verboden) aan
te houden.
Artikel XXIIÏ.
Requestrant heeft tegen het doen vervallen van
de artikelen 23, 24 en 25 bezwaar, omdat de ad
ministratieve rechtspraak, die bij de tot stand-
koming van deze Wet een voorname rol heeft ge
speeld, thans danig wordt verzwakt. Hij kan zich
indenken, dat, zooals in het nieuwe artikel 27
wordt voorgesteld, ook degene, die artikel 16
eerste lid overtreedt, in aanraking moet komen met
den strafrechter, omdat zulk een overtreder niet
door een anderen rechter getroffen zou kunnen
worden, doch dan ware dit eenvoudiger op te
lossen door dit in het bestaande artikel 23 in te
voegen.
Requestrant blijft de voorkeur geven, in aanmer
king nemende het principe van het vergunnings
stelsel, aan een administratieve berechting boven
een strafrechterlijke.
Artikel XXVIII.
Ook hier gelden de bezwaren, die requestrant bij
artikel XXIII heeft gemaakt. De bepaling van het
nieuwe artikel 28, die ten deele voorkomt in het
Bioscoopbesluit, zal zich nu ook tegen de vergun
ninghouders richten, hoewel deze volgens de be-