INSCHRIJVING IN HET NAAMREGISTER
10
(Van Bentum) zijn vordering moet worden toegewezen en
gedaagde (Diks) mitsdien moet worden veroordeeld om aan
eischer tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen het
gevorderd bedrag ad falsmede in de kosten van het
geschil, bedragende ƒ25.is in totaal zulks op
grond van de overweging:
dat eischer in hoofdzaak heeft gesteld, dat gedaagde blij
kens door hem geplaatste advertenties achtereenvolgens in
Zondagmiddagvoorstellingen vertoond heeft de films: .,De
laatste minuut", ,.Het congres amuseert zich ..Amor op
jacht", „Dat komt er van". „Goud in New-Frisco", „Mane
ge" en „De moordzaak Franchetti", welke voorstellingen.
gelijk in die advertenties is vermeld, toegankelijk waren voor
personen boven 14 jaar, ondanks het feit, dat alle hiervoren
genoemde films door de Centrale Commissie voor de Film
keuring te 's-Gravenhage slechts voor vertooning aan per
sonen boven 18 jaar zijn toegelaten; dat gedaagde daardoor
niet alleen in strijd heeft gehandeld met de Bioscoopwet, doch
tevens eischers belangen heeft geschaad; dat immers eischer
voor vertooning in Zondagmiddagvoorstellingen een tweede
hoofdfilm pleegt te huren, welke is toegelaten voor vertoo
ning aan personen van alle leeftijden of boven 14 jaar, wan
neer in de desbetreffende week een hoofdfilm voor personen
boven 18 jaar wordt vertoond, aangezien een 18 jaar-film
in die voorstellingen geen behoorlijke ontvangsten zou op
leveren, tegenover welk feit ook gedaagde zich geplaatst ziet;
dat eischer zich voor het verkrijgen van zulk een tweede
hoofdfilm onder de huidige omstandigheden vele kosten en
moeite moet getroosten, waarbij nog komt, dat krachtens het
Bedrijfsbesluit betreffende de Vertooning van Hoofdfilms van
den Nederlandschen Bioscoop-Bond zulk een tweede hoofdfilm
tot onderwerp dient te hebben kunst, wetenschap, nijverheid,
landbouw of handel, dus een zoogenaamde „cultuurfilm" moet
zijn, wier vertooning slechts een bepaalde categorie van het
bioscoop-bezoekend publiek, en als regel niet de jeugd tus-
schen 14 en 18 jaar, vermag te trekken; dat gedaagde door
het plegen der vorenomschreven onrechtmatige daden aan
eischer bij de exploitatie van diens Zondagmiddagvoorstcllin-
gen schade heeft berokkend; dat eischer op deze gronden dei-
Commissie van Geschillen heeft verzocht gedaagde te ver-
oordeelen tot betaling eener schadevergoeding ad of
zooveel minder als de Commissie billijk acht. alsmede in de
kosten van het geschil;
dat gedaagde geenerlei verweer ter kennis van de Com
missie van Geschillen heeft gebracht, terwijl de ingestelde
vordering der Commissie niet onrechtmatig of ongegrond
voorkomt:
dat bovendien die vordering door de aan de Commissie
van Geschillen overgelegde bescheiden wordt gestaafd;
dat mitsdien eischers vordering behoort te worden toege
wezen en gedaagde moet worden veroordeeld om tegen be
hoorlijk bewijs van kwijting aan eischer te betalen het ge
vorderd bedrag ad alsmede in de geschilkosten. be
dragende ƒ25.is in totaal
De Commissie van Geschillen (Tweede Kamer) heeft in
haar zitting van Woensdag, 15 Januari 1941 de navolgende
uitspraken gedaan:
In zake het op 21 November 1940 door de N.V. Film
fabriek Profilti, gevestigd te 's-Gravenhage, aanhangig ge
maakt geschil contra de N.V. Bouwmaatschappij Oosterdam,
gevestigd te Hilversum, exploiteerende het Casino Theater,
het Centraal Theater en het Flora Theater te Hilversum, als
mede het Odeon Theater te Amsterdam, dat de vordering
van eischeres (Profilti) moet worden toegewezen en gedaag
de (N.V. Oosterdam) mitsdien moet worden veroordeeld om
tegen kwijting aan eischeres te betalen het gevorderd bedrag
a alsmede in de geschiijkosten. bedragende ƒ25.
zulks op grond van de overweging:
dat gedaagde erkend heeft het gevorderd bedrag schuldig
te zijn en dat de vordering door de aan de Commissie over
gelegde bescheiden wordt gestaafd;
dat derhalve de vordering behoort te worden toegewezen
en dat gedaagde moet worden veroordeeld om aan eischeres
tegen kwijting te betalen het gevorderd bedrag van
In zake het op 27 November 1940 door de N.V. Paramount
Films, gevestigd te Amsterdam, aanhangig gemaakt geschil
contra de N.V. Bouwmaatschappij Oosterdam, gevestigd te
Hilversum, exploiteerende het Casino Theater, het Centraal
Theater en het Flora Theater te Hilversum, alsmede het
Odeon Theater te Amsterdam, dat de vordering van eische
res (Paramount) moet worden toegewezen en gedaagde
(NV. Oosterdam) mitsdien moet worden veroordeeeld om
tegen kwijting aan eischeres te betalen het gevorderd bedrag
a alsmede in de geschilkosten, bedragende ƒ25.
zulks op grond van de overweging:
dat gedaagde erkend heeft het gevorderd bedrag schuldig
te zijn en dat de vordering door de aan de Commissie over
gelegde bescheiden wordt gestaafd;
dat derhalve de vordering behoort te worden toegewezen
en dat gedaagde meet worden veroordeeld om aan eischeres
tegen kwijting te betalen het gevorderd bedrag van
In zake het op 4 December 1940 door de N.V. Ufa Maat
schappij voor Film- en Bioscoopbedrijf N.V., gevestigd te
Amsterdam, aanhangig gemaakt geschil contra de N.V.
Bouwmaatschappij Oosterdam, gevestigd te Hilversum, ex
ploiteerende het Casino Theater, het Centraal Theater en
het Flora Theater te Hilversum, alsmede het Odeon Theater
te Amsterdam, dat de vordering van eischeres (Ufa) moet
worden toegewezen en gedaagde (N.V. Oosterdam) mitsdien
moet worden veroordeeld om tegen kwijting aan eischeres
te betalen het gevorderd bedrag a alsmede in de
geschilkosten. bedragende ƒ25.zulks op grond van de
overweging:
dat gedaagde erkend heeft het gevorderd bedrag schuldig
te zijn en dat de vordering door de aan de Commissie over
gelegde bescheiden wordt gestaafd;
dat derhalve de vordering behoort te worden toegewezen
en dat gedaagde moet worden veroordeeld om aan eischere-:
tegen kwijting te betalen het gevorderd bedrag van
Ingevolge art. 4 van het Reglement op het Naamregister
zijn de navolgende verzoeken tot inschrijving van titels in
het Naamregister gedaan. Voor het indienen van bezwaren
tegen de verlangde inschrijving, hetgeen binnen acht dagen
na deze publicatie schriftelijk bij het Hoofdbestuur moet
geschieden, raadplege men art. 6 van het betreffend Regle
ment.
Datum
Titels waaronder de films
Naam van den
waaiup in
schrijving ver
zocht is
in Nederland worden uit
gebracht
houder der ex
ploitatie-rechten
21
Dec.
1940
Dat kan men niet verbieden
Sonora
15
Jan.
1941
Ik ben Sebastiaan Ott
Tobis
15
Drie verliefde vrijgezellen
15
De dag na de scheiding
15
Vrouwenstrijd
15
Het gouden masker
15
Carnaval
15
De laatste minuut
15
Een leven lang
15
Krambambuli
15
Operette
15
Bismarck
15
Paul Kruger
15
De misdaad van Faheani
15
Het onsterfelijke hart
15
De ..baas" in huis
15
Jeugd
15
Het dolende hart
17
D. III 88
17
De huwelijkszwendelaar
17
In de schaduw der bergen
17
Mirandolina
17
Vijanden