'T RUSSENDUIN Het silhouet, zoo vertrouwd op den weg naar Bergen aan Zee, was reeds eenigen tijd in zicht en enkele minuten later stond ik voor het groote hek; verveloos, omwoeld met prikkeldraad en dragende het opschrift: „Pas op, Landmijnen". Het kleine hek opzij stond open en de wegen naar de gebouwen waren veilig, want er was weer leven op Russenduin. Sinds eenige dagen woonde de opzichter weer in zijn dienstwoning. Direct na de openstelling van het verboden gebied was dit een dringende eisch, opdat niet het publiek nog meer zou vernielen, dan reeds door de Duitschers was gedaan. Van den tuin-architect had ik reeds een rap port ontvangen en nu kon ik mijzelf ervan over tuigen, dat de dennen inderdaad prachtig waren gegroeid en de aanplant ondanks verwaarloozing weinig geleden had. Zoo groot waren de dennen geworden, dat vele vertrouwde doorkijkjes ver dwenen waren. Werklieden liepen in en uit de dienstwoning van de familie Boersma. Zooals gezegd had zij daarin reeds haar intrek genomen, ofschoon slechts één kamer bewoonbaar was. Binnen enkele dagen zouden echter ook de andere kamers klaar zijn. Ik zag de turnzaal, daarnaast, geheel leeg alles gestolen; het zwembad, het overdekte, onze trots en glorie eenig in Europa, verwaar loosd, de geheele waterinstallatie kapotgevreten door het chloor, motoren gestolen. Het hoofdgebouw stapte ik binnen door de ramen van de ontspanningszaal. Verwaarloozing overal, lekkage, kalk en stof. Moedwillige vernie ling in alle zalen en kamers. Alles leeggeroofd, niets meer van de prachtige inventaris aanwezig. Het dak doorzeefd met kogels van vliegtuigen, honderden gaten, waardoor het water toegang had. Op den grooten toren een nieuw gebouw van steen opgetrokken; hierin was eens de radio-peil- installatie gevestigd van onze bezetters... bezet ters, die niets konden, dan afbreken, verwaarloo- zen en vernietigen. Waar zij hun voet zetten, stierf de lach, leefde de dood en kwam de stilte. Geen kinderlach, geen vroolijke stemming leefde meer in Russenduin. Daar waar eens zwakke menschenkinderen nieuwe gezondheid, nieuwe kracht voor het leven kregen, was slechts dood- sche stilte. Het was niet genoeg om Russenduin te vernie len en leeg te rooven: ook onze kasgelden, onze effecten, alles moest weg, evenals de Stichting zelve, die, nadat het Bestuur met algemeene stemmen had geweigerd een onderdeel te worden van de N.S.D.A.P., per 1 Juni 1942 werd geli quideerd. De kas is leeg, maar toch moet de opbouw be ginnen, reparaties moeten dringend worden uit gevoerd om verdere beschadiging te voorkomen. Hiervoor is direct geld noodig. De latere groote herstelwerkzaamheden zullen duizenden verslin den. Het totaal bedrag, benoodigd om het Vacan- tieoord weer in zijn ouden staat terug te brengen, wordt getaxeerd op 250.000 a 300.000 gulden. Het bureau van de Stichting is nog niet ge vormd, doch onze donateurs zijn er nog. Vier jaar lang is hun geen kwitantie gestuurd, maar onze HET BIO-VACANTIE- OORD 1940.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1945 | | pagina 11