LEDENRAAD 11 200 gunstig mogelijke condities te verkrijgen, maar wanneer het Hoofdbestuur zijn werk voor U doet, dan is het er daarbij op bedacht, dat niet eenige internationale speculanten in de kaart worden ge speeld en dat niet met behulp van de beschermende werking van den Bond, het bedrijf practisch wordt overgeleverd aan eenige machtsposities. In deze vergadering is zooals ik reeds eerder heb gezegd eenmaal een scherp woord gespro ken en dat woord was „nationalisatie". Het Hoofd bestuur pretendeert, dat het uit den na-oorlog- schen wirwar dit bedrijf voor nationalisatie heeft behoed en het is zoo vrij te zeggen, dat in ons land geen reden voor nationalisatie van dit bedrijf be staat. De huidige Overheid heeft deze plannen volgens onze inlichtingen zeer zeker niet. Dit gevaar wordt eerst acuut, niet zooals som migen meenen door georganiseerd optreden, maar door de schepping van trusts en cartels, die juist door de unieke positie, welke dit bedrijf door zijn organisatie in ons land inneemt, dubbel gevaarlijk kunnen zijn. Dit land is te klein voor mammoet ondernemingen. Deze roepen of wel tegenwicht op in nieuwe monsterondernemingen met aan het eind den chaos, of wel zij veroveren de alleen-heer schappij, zoodat zij den zelfstandigen ondernemer kunnen fijnmalen, omdat zij hem de film en de con dities kunnen thuisbrengen en eventueel ook nog de equipeering van zijn zaal, zooals de brouwerij het bier, den inventaris en de hypotheek, of zooals bepaalde conservenindustrieën een heelen zelfstan digen middenstand tot zetbaas hebben gedoemd. Dit bedrijf wordt niet ten tweeden male zetbaas, daarvoor heeft het zijn Bond. En deze Bond wenscht met het buitenland op den besten voet te staan; maar hier zal worden beslist, hoe de zaken zullen worden geregeld. Dit heele Bondswerk heeft eerst zin, wanneer het de zelfstandigheid van onze ondernemingen be schermt, wanneer het de gezinnen, die jarenlang in dit bedrijf werkzaam zijn, hierin hun brood on gestoord kan doen blijven verdienen. Dit werk heeft temeer zin, wanneer het boven dien beteekenis heeft voor den vooruitgang van het filmwezen, wanneer het onze bedrijven vooruit stuwt en wanneer het ons volk en ons land dient. De Voorzitter dankte hierna namens de vergade ring den heer J. G. J. Bosman, den heer H. W. Hagenberg en alle medewerkenden van het Bonds bureau voor den ijver en de toewijding waarmede zij hun taak gedurende het afgeloopen jaar hebben vervuld. Overige agendapunten Vervolgens kwam aan de orde het Jaarverslag over 1945 en 1946, hetwelk zonder hoofdelijke stemming werd goedgekeurd. Evenzoo werd goed gekeurd de Rekening en Verantwoording van het financieel beheer over 1946 en het voorstel van het Hoofdbestuur om ingevolge advies van het Ac countantskantoor W. Langelaar te Amsterdam, de Rekening van den Bond goed te keuren, alsmede de ter visie liggende Rekeningen der Afdeelingen. De contributie voor het jaar 1947 werd vastge steld overeenkomstig het voorstel van het Hoofd bestuur, de contributie zooals bepaald door het besluit van de Jaarvergadering van 16 September 1946, ook voor dit jaar te handhaven. Zonder hoofdelijke stemming werd overeenkom stig het voorstel van het Hoofdbestuur besloten om het batig saldo over 1947 in de Weerstandskas te storten. De door den Bondspenningmeester, den heer W. K. G. van Royen uit Amsterdam, inge diende begrooting voor 1947, sluitende in ontvang sten en uitgaven met een voordeelig saldo van 145.037,werd zonder hoofdelijke stemming door de vergadering goedgekeurd. Hierna waren aan de orde de verkiezingen van vijf leden in het Hoofdbestuur. Wegens het ver gevorderd uur werd de vergadering tijdens de ver kiezingen verdaagd. Op 29 April j.1. werd voor den tweeden keer dit jiaar op het Bondsbureau een vergadering van den Ledenraad gehouden. In hooger beroep werd een beslissing van het Hoofdbestuur, waarbij aan een der leden de straf van boycot voor den duur van een jaar was opge legd, bevestigd. Ook werden in beroep verschillen de beslissingen genomen op aanvragen voor het verkrijgen van toestemming voor de vestiging van niewe zaken of het overnemen van bestaande zaken. Details omtrent deze beslissingen zijn elders in dit Orgaan vermeld. De door het Hoofdbestuur voorgestelde wijzi gingen van het Algemeen Bedrijfsreglement en van het Bedrij fsreglem ent op de Lijst van Geen Be zwaar (oprichting van het Nederlandsen Film instituut) werden goedgekeurd, evenals het nieuwe Bedrijfsreglement op de Vertooning van Neder- iandsche filmpjes, waarbij ook eenige amendemen ten zijn behandeld. De door het Hoofdbestuur voorgestelde wijzi gingen van het Aanvullingsreglement Bondsvoor- waarden en het Reglement terzake van de Film- vertooning zijn echter verworpen. Al deze besluiten konden slechts genomen wor den na diepgaande discussies, zoodat de vergade ring, welke des morgens om half tien aanving, on afgebroken tot verre na het middernachtelijk uur heeft voortgeduurd.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1947 | | pagina 12