BESLISSINGEN LEDENRAAD
16
„Playing By Ear"
en de teeken films:
,,A Boy and his Dog" en
,,Cat's Concerto".
Zweden
De inzending van Zweden zal bestaan uit de
films:
„Rötagg" van Arne Mattson, de geschiedenis
van een jong misdadiger in het hedendaag-
sche Stockholm en
„Barnen Fraan Grostmofjaellet" van Rolf Hits-
Der g.
Zwitserland
Zwitserland wordt vertegenwoordigd door de
films:
„Matto regiert" van Leopold Lindtberg;
en de documentaire film:
„Citoyen et Paysan" van Franz Schnyder.
Onder den titel „Gala Cendrillon" zal een ver
tooning van films voor kinderen worden gegeven.
Sonika Bo, die ook verleden jaar te Canries van
zien deed spreken, heeft hiertoe het initiatief geno
men en hoopt te Brussel het volgende programma
te vertoonen:
„L'Ours", een marionettenfilm;
„Les Petits de la Ferme", een Fransche produc
tie, actualiteiten over kinderen, vervaardigd in
Polen;
„Kerstdroom", een Tsjecho-Slowaaksche film:
verder een Amerikaansche teekenfilm en een
Engelsche comedie.
Sonika Bo is sinds 17 jaar verbonden aan het
Fransche filmwezen en bezit in haar particuliere
verzameling niet minder dan 450 kinderfilms.
Voor de categorie ,,actualiteitenfilms" worden,
in afwijking van vroegere gevallen, 2 prijzen be
schikbaar gesteld. De eene zal de edities van de
verschillende journaals van 20 Juni 1947 betreffen
en de andere wordt toegekend aan een vrije actua
liteitenmontage van niet meer dan 300 m., geheel
opgenomen in België tusschen 1 Januari 1946 en
einde Februari 1947.
Tijdens het Filmfestival zal te Brussel tevens het
vierde Internationale Katholieke Filmcongres wor
den gehouden, en wel van 16 t.m. 22 Juni. In een
vijftal openbare zittingen zullen kwesties van alge
meen belang worden gehandeld en zullen ook en
kele commissies worden gevormd, waar verschil
lende vraagstukken van meer bijzonderen aard zul
len worden besproken.
Het Internationaal Katholiek Bureau voor de
Film, zal ter gelegenheid van het festival een prijs
uitloven voor het cinematografische werk, dat het
meeste zal hebben bijgedragen tot de geestelijke en
zedelijke verheffing der menschheid. Deze prijs zal
worden toegekend door een internationaal comité,
bestaande uit filmcritici der Katholieke Filmactie.
De Ledenraad heeft in zijn vergadering van 29
April 1947 eenige hooger beroepen behandeld, in
gesteld ex artikel 13 van het Algemeen Bedrijfs-
reglement, door:
de heeren J. Eichwald en I. van Frank te Zeist.
van de beslissing van het Hoofdbestuur d.d. 21 Fe
bruari 1947, waarbij aan genoemde heeren toe
stemming tot het gaan exploiteeren van een per
manente bioscoop in Concertgebouw „Buitenkist'
te Ede werd geweigerd.
de NV. Gofilex te Leiden van de beslissinq van
het Hoofdbestuur dd. 14 Februari 1947, waarbij
aan den heer A. H der Kinderen te Best toestem
ming werd verleend tot het gaan exploiteeren van
een nieuwe permanente bioscoop te Best.
den heer M. Scharphorn te Winterswijk, van
de beslissing van het Hoofdbestuur dd. 3 April
1947, waarbij aan de firma J. D. Beskers 'S G.
Mensink te Enschede toestemming is verleend tot
het gaan exploiteeren van een nieuwe permanente
bioscoop te Winterswijk;
den heer E. Spreekmeester te Amstelveen, van
de beslissing van het Hoofdbestuur dd. 20 Januari
1947, waarbij aan genoemden heer toestemming
is geweigerd tot het gaan exploiteeren van een
filmverhuurkantoor;
den heer Jac. Miedema te Deventer, van de
beslissing van het Hoofdbestuur dd. 3 April 1947,
waarbij aan genoemden heer toestemming is ge
weigerd tot het gaan exploiteeren van een nieuwe
permanente bioscoop te Varsseveld (gemeente
Wisch);
den heer A. F. Wolff te Utrecht, van de be
slissing van het Hoofdbestuur dd. 14 Februari
1947, waarbij aan genoemden heer toestemming is
geweigerd tot het overnemen en voortzetten van
de exploitatie van het Scala Theater te Utrecht.
Beschikkende op deze hooger beroepen heeft
de Ledenraad besloten deze te verwerpen en
de beslissingen van het Hoofdbestuur te beves
tigen.
ARTIKEL 15 DER STATUTEN
De Ledenraad heeft op 29 April, beschikkende
krachtens artikel 31c der Statuten, besloten het
door den heer P. Vermeer, eigenaar van het Film
verhuurkantoor F.A.N, te Amsterdam, op 17 April
1947 aanhangig gemaakt hooger beroep van de
beslissing van het Hoofdbestuur van den Bond
dd. 10 April 1947 waarbij appellant de straf
van boycot als bedoeld in artikel 15 der Statuten
voor den duur van een jaar is opgelegd onge
grond te verklaren en de beslissing van het Hoofd
bestuur te bevestigen.